VIBEG 1989 - Nr. 1 - Inhoud

"EEN KADER HELPEN MAKEN, WAARBINNEN GOEIE ZORG MOGELIJK IS "

Joos Wauters is moe, zeer moe als hij aan dit interview begint. De week is ontzettend druk geweest, maar de aktie is nog lang niet ten einde. Ze is net voor haar verwachte hoogtepunt. De hulpverleners van gehandicapten zijn traditioneel weinig vakbondsgezind. Toch is deze aktie ook een massale vakbondsaktie. Dit is schijnbaar een tegenstelling en de vraag rijst dan ook waarom en hoe dit kan. De vraag is ook welke de belangen en interessepunten zijn van de vakbonden in deze aktie.

Joos WAUTERS: "Er zijn twee sporen in deze akties. Het ene is dit van de vraag om meer volk bij te krijgen. In de sector leeft immers het gevoel dat men geen kwaliteit kan leveren met de personeelsbezetting die men nu heeft en men wil in de eerste plaats een goede kwalitatieve hulp bieden aan de gehandicapten en de jongeren. Vandaar dat dit prioritair werd. Er moet meer gekwalificeerd personeel bijkomen. Het is ook op die basis dat de voorstellen van de heer Lenssens zijn verworpen. Als je immers voor de lagere looncategorieën naar de portemonnee keek, waren die voorstellen doenbaar. Wij zouden met onze voeten van het ijs zijn, de mensen zouden iets gekregen hebben en ze waren gesust. Maar de basismensen en alle werknemers uit de sector hebben duidelijke signalen gegeven. Vandaar dat wij met nog meer zekerheid zeggen: 'meer personeel is onze prioriteit' ."

"Ik verheel niet dat er ook een functioneel luik is. Dat is het tweede en ook een heel belangrijk spoor, omdat die mensen in tien jaar niks hebben bij gekregen en toch in heel onregelmatige uurregelingen moeten werken. Zij werken in de weekends, zij werken 's avonds en zelfs 's nachts, maar daar staat geen vergoeding tegenover. Het spreekt voor zich dat dit dan ook een belangrijk onderdeel van de aktie is. Die financiële eisen zijn er niet alleen voor de lagere loongroepen. Wat er nu voor de lagere looncategorieën gerealiseerd is, vraagt men ook voor de hogere. Plus het creëren van een carrière-persepectief en dat is het tweede aspect in deze eis. De maatregelen die Lenssens voorstelt, worden na een paar jaar anciënniteit afgebouwd. Een aantal groepen zoals paramedici, sociaal assistenten, directies en zo zitten nog niet begrepen in die voorstellen."

VIBEG-ECHO's: "U bedoelt dat er weinig verschil is tussen die directies, hun hoger gekwalificeerde werknemers en de rest van het personeel. Sommige directies verdienen maar net evenveel of iets meer dan mensen met veel anciënniteit. Hun verantwoordelijkheid wordt niet gewaardeerd?"

Joos WAUTERS: "De directies dragen inderdaad onze bekommernis weg. Ik durf dat ook heel duidelijk zeggen, omdat wij reeds drie jaar geleden met een kaderwerking van start zijn gegaan. Die werking verloopt zeer regelmatig. Om de twee maanden hebben wij een vergadering met kaderleden met daaronder ook directieleden. Als je naar de barema's van die mensen ziet, merk je onmiddellijk dat dat bedroevend is in vergelijking met gelijkwaardige functies in gelijk welke sector van ons economisch leven."

VIBEG-ECHO's: "Eerste eis: werkgelegenheid. Dat stemt overeen met de vakbondsstrategieën: werklozen aan werk helpen. U spreekt wel over de zorg, maar wat weegt het zwaarste?"

Joos WAUTERS: "Ik versta je vraag, in de zin tewerkstelling is altijd de hoofdbekommernis geweest van de vakbonden en vooral de laatste tijd. Nu, daarover bestaan ook intern nogal wat meningsverschillen. Tewerkstelling is belangrijk en als vakbond moeten wij ervoor zorgen dat de werklozen op een goeie manier aan werk geraken. Het is onze verantwoordelijkheid om er mee over na te denken op welke wijze men dat kan doen. Nochtans, je stelt ook geen mensen tewerk om gelijk wat te doen. Dat werk moet zinvol zijn, het moet perspectieven bieden. Dat was onze interne discussie. Voor de welzijnssector is die binding echter zeer duidelijk. Juist omdat er hier precies mogelijkheden zijn tot tewerkstelling ; de behoefte is nog groot, maar het is niet daarom dat tewerkstelling als prioritaire eis naar voren geschoven werd. Het gaat ons niet om tewerkstelling op zich, maar wel omwille van de kwaliteit en ik heb redenen om dat te zeggen. Vanuit de overheid, en ook binnen vakbondskringen, werd er sterk aan gedacht om een groot aantal nepstatuten in deze sector binnen te brengen, dus zowel in de ziekenhuizen als in de opvoedingsinstellingen, als een gedeeltelijke oplossing voor de werkloosheid. Vanuit de welzijnssector wordt daarop geantwoord dat het goed is dat men de werkloosheid wil oplossen. De welzijnssector wil bovendien vooral in de lagere taken een aantal werklozen opnemen, juist omdat daar de instap gemakkelijk is. Er worden weinig voorwaarden gesteld en voor langdurig werklozen lag daar gedeeltelijk een oplossing. Maar men moet niet geloven - ook al heeft het beleid dat zo willen laten uitschijnen - dat met het binnenhalen van deze groep werklozen de problematiek in de welzijnssector zal opgelost worden. Deze groep heeft immers nu niet de kwaliteit die gevraagd wordt. Tewerkstelling is belangrijk, maar wordt gevraagd omwille van de kwaliteit, niet omwille van de tewerkstelling op zich. De welzijnsproblematiek is geen oplossing voor de werkloosheid. Het zou zinvol zijn als binnen de werkloosheid programma's zouden opgezet worden om juist de vragen van de welzijnssector daar aan bod te brengen en werklozen de scholing krijgen die daar gewenst wordt en zo de overstap kunnen maken. Dat zou een zinvol beleid zijn, al merk ik niet dat men dat zo al aan het hanteren is."

VIBEG-ECHO's: "Wat is in dit opzicht uw mening over de 'Maribel-operatie' die door Ignace Leus gesuggereerd wordt?"

Joos WAUTERS: "Dat is het creëren van een budgettaire ruimte. Voor mij is dat een pragmatisme. Uiteindelijk draait het in die voorstellen om een bedrag dat niet toekomt waar het zou moeten toekomen. Het is inderdaad de vraag of de R.S.Z. bedragen in het veld stuurt die het binnen zoveel maanden langs een andere deur terug binnenkrijgt. Dat brengt niets op en de vraag is of je met dat bedrag geen meer zinvolle dingen kan doen, zoals bijvoorbeeld tewerkstelling creëren. Maar het antwoord op onze vragen blijft een politieke keuze die men moet maken. Voor mij is het evengoed als men besluit om door een herschikking of eventueel een verhoging van de belastinggelden een groter budget voor deze sector vrijmaakt. Wat Leus voorstelt is voor mij niet meer dan een techniek om een politieke keuze te financieren.

Een tweede kritiek is dat Leus zijn voorstel teveel koppelt aan de werkloosheid en zoals ik net gezegd heb, gaat het hier om een kwalitatieve eis, niet om de tewerkstelling op zich. Het voorrekenen van terugverdien-effecten waar Leus op zinspeelt, ik denk dat dat voor de vragen van de welzijnssector naast de kwestie is."

VIBEG-ECHO's: "U blijkt erg bezorgd te zijn voor de inhoudelijke verbetering van het beroep. Volgt daaruit dat vorming en het mogelijk maken van bijscholing voor jullie ook sterk doorwegen?"

Joos WAUTERS: "Ja, in die zin dat daar binnen ons eisenprogramma een budget van vijf percent van het totaal van de loonkost voor gevraagd wordt. Je ziet immers in heel de sector inhoudelijke ontwikkelingen die vaak niet tot een goed einde gebracht worden, omdat er geen adekwate begeleiding voor is. Een aantal mensen uit de praktijk ziet niet altijd de beoogde doelen of begrijpt de professionele benadering niet. Vandaar dat bijscholing belangrijk wordt om overstappen mogelijk te maken, bijvoorbeeld naar begeleid wonen, naar thuisbegeleidingsdiensten. Begeleiding van dergelijke projecten blijft essentieel en dat op verschillende vlakken: zowel van de mensen die er in werken, als van het project op zich, als vanuit het beleid. Steyaert was in die beleidsvisies duidelijker dan Lenssens denk ik, alleen stuitten haar wegen naar realisatie bij ons op veel verzet. Het opvullen van projecten zelfstandig wonen door gezins- en bejaardenhelpsters kón volgens ons gewoon niet. Als je een goed pedagogisch model vooruitschuift en wil doen uitwerken, moet je daar ook professionele mensen voor programmeren. Je moet het dan niet om budgettaire redenen aan lager gekwalificeerd personeel overlaten. In die zin was het beeld dat Steyaert ophing vaak mooier dan de werkelijkheid. Het inroepen van die budgettaire beperkingen is echter iets wat men nu niet meer aanvaardt. Als het beleid zegt dat het kwalitatief hoogstaande zorg wil laten verlenen, dan moet het beleid uiteindelijk ook maar eens de logische consequenties van die optie aanvaarden. Dat is de mening die nu in het veld heerst."

VIBEG-ECHO's: "Die consequenties kosten, als we van jullie eisen uitgaan, veel geld. Hoeveel?"

Joos WAUTERS: "Neen. Dit mag zeker niet gebeuren. We weten goed wat onze eisen zullen kosten, maar het is daarom ook dat wij een pro-grammatie vragen. Er moet een programma komen voor deze sector. Wij vragen nu twintig percent voor looneisen en nog eens twintig percent voor bijkomende tewerkstelling. Wij vragen op een termijn van vier jaar vier miljard. Dat is één miljard per jaar. Is dit realiseerbaar? Dat is niet mijn probleem, dat is een politieke keuze. Maar ik zie wel dat bijvoorbeeld Coens op korte tijd zo' n zeven miljard kan vrijkrijgen voor computers. Hij kan zeggen dat die computers hoogdringend zijn en dat zal zo ook wel zijn; ik wil dat allemaal best geloven. In deze sector is het echter net zo. In de gehandicaptenzorg is er een immense honger naar kwaliteit en kwantiteit. De lengte van de wachtlijsten zegt al genoeg. Maar het blijft een politieke keuze en de vraag is: 'Vinden onze politici deze zorg dat geld waard?'"

VIBEG-ECHO's: "Zal de inwilliging van de huidige eisen juist niet ten koste gaan van de uitbreiding van de gehandicaptenzorg die toch ook noodzakelijk is en op die manier ten koste van de gehandicapten zelf?"

Joos WAUTERS: "Neen. Van in het begin is dit zo gesteld. Alle diensten, instellingen, noden van de gehandicapten en wat nog, vormen één geheel. Kijk onze nota's in die wij vorig jaar helemaal in het begin van onze aktie geschreven hebben. Dat staat daar duidelijk in. Daarin staat ook dat er prioriteiten, keuzen, mogen gesteld worden, maar dat dat niet ten koste van de rest mag gaan. Daarom verdedigen wij ook reeds lang het idee van een programmatie. Zodat de grootste noden het snelst aan bod kunnen komen en de rest daarna volgt. Er is nood aan een weizijns -plan dat zegt waarheen men wil en dat door iedereen gekend is. Sinds 1985 reeds vragen wij een 'welzijnsconferentie' , waarin wij toen werkgevers, overheid en werknemers zagen zetelen. Dat is ook aan Lenssens voorgesteld, maar die reageerde met een 'waarvoor is dat nu nodig? Ik ken jullie problemen wel' . Wij blijven deze idee echter verdedigen en onder invloed van de huidige aktie menen wij dat er nog een aantal partners moeten bijkomen: de gehandicaptenorganisaties en de ouderverenigingen bijvoorbeeld. Op basis van wetenschappelijke studies, analyses en inzichten zouden die partners een plan kunnen opstellen. Binnen dat plan zouden opties genomen kunnen worden en dat zou Lenssens dan aan zijn collega-ministers kunnen voorleggen met de vraag of zij een goede gehandicaptenzorg een bepaalde hoeveelheid waard vinden."

VIBEG-ECHO's: "Ik zit met de vraag hoe de situatie in de gehandicaptenzorg zo ver is kunnen komen. Dragen de vakbonden daarin ook niet een gedeelte van de schuld door de gehandicapten opzij te schuiven als een marginale groep. Bijvoorbeeld de tewerkstelling van mensen met een handicap in het gewone arbeidscircuit is nooit een echt strijdpunt van de vakbonden geweest."

Joos WAUTERS: "De vakbond had vroeger inderdaad een paternalistische en nogal marginaliserende visie op mensen met een handicap. Maar naarmate er meer maatschappelijke aandacht voor deze groep kwam, is ook de visie binnen de vakbond veranderd. Een vakbond is in dit opzicht een deel van de maatschappij en maakt dezelfde evoluties door. Wel hebben wij reeds geruime tijd aandacht voor de be-roepsbelangen in de sector en de L.B.C, heeft daarin altijd het voortouw genomen. Reeds in 1975 waren wij met de problematiek bezig en iemand als Paul Pataer heeft daarvoor de basis gelegd. Maar een vakbond is een uiting van een beweging en ook niet meer dan dat. Je kan proberen ontwikkelingen in gang te zetten, maar dat idee, die ontwikkeling, moet dan ook nog gedragen worden door de leden. Ik kan wel mijn ideeën van de daken schreeuwen, maar als de beweging of de individuele leden mij niet steunen, sta ik daar nog maar alleen De laatste twee jaar kan je nu spreken van een duidelijke strategie en steun voor onze ideeën, maar wie zegt mij dat dat misschien niet dezelfde ideeën zijn als tien jaar geleden. Daar schuilt misschien ook onze enige verdienste als vakbond in: dat wij een kanaal gegraven hebben waarlangs nu het ongenoegen geuit wordt."

VIBEG-ECHO's: "In hoeverre moeten we ook geen opportunisme vermoeden? De welzijnssector is traditioneel steeds weinig gesyndicaliseerd geweest. In hoeverre is deze aktie ook geen ledenwervingsaktie, een slag om de groep aangeslotenen te vergroten en tegelijkertijd ook van het gebied waarop men zijn zeg kan hebben?"

Joos WAUTERS: "Ik kan je daar met een heel gerust hart op antwoorden. Voor mij speelt dat nul-komma-nul mee. Ik zie mijzelf, een syndicalist, als iemand die werkt aan maatschappelijke problemen. Voor mij moet een vakbond, met of zonder leden, een levende confrontatie zijn met de problemen in de maatschappij. De vakbond moet het geweten van die maatschappij zijn. Als er bij deze aktie mensen zich komen aanmelden om lid te worden, is dat mooi.

Maar het is niet het doel van de aktie. Ik hoop dat het gebeurt, zodat we onze ideeën en onze visie door meer mensen kunnen laten delen en verdedigen. Ik weet echter ook dat slechts weinige mensen zich een geweten vormen. Je ziet de V.T.M, en vertrossing overal opduiken en ik vind dat te verwerpen. Ik moet mensen een geweten blijven stampen , maar ik weet ook dat alle bewegingen slechts door weinigen gedragen worden. De rest loopt mee."

VIBEG-ECHO's: "Uw aandacht voor de verbetering van de zorg is loffelijk, maar wat blijft de rol van de vakbond als de aktie voorbij is?"

Joos WAUTERS: "Dit is eer moeilijke vraag. Het lijkt mij dat het de functie van de vakbond is voor een raamwerk te zorgen waarbinnen werknemers degelijk werk kunnen leveren. Een vakbond zou er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat er pedagogische comités gevormd worden, op voorwaarde dat zoiets nuttig is natuurlijk. Als het voor werknemers in de instelling nodig is om daar inspraak in te hebben, is dit bijvoorbeeld een mogelijke taak voor de vakbond. Maar als vakbond wil ik niets te maken hebben met de inhoudelijke discussie in dergelijk pedagogisch comité. 'Wat is ons pedagogisch model?' is een vraag waar ik mij helemaal niet mee wil bezig houden. Dat is de taak van de werknemers en het beleid. Als vakbond kan ik hooguit nog meedraaien als bewaker van die beleidsvisies en ik kan blijven horen hoe onze leden over de kwaliteit denken en hoe we ook die kwaliteit kunnen bewaken. Het is moeilijk om hierin onze eigen rol te bepalen, maar wel duidelijk is dat wij willen blijven meepraten als het over de structuur van arbeidsomstandigheden en beloningsvoorwaarden gaat."

"Daarnaast is het ook ze dat de vakbond lid is van het maatschappelijk corpus. In die zin meen ik dat wij ook kunnen meepraten als lid van de maatschappij over opties die genomen zouden worden."

"Ik denk ook terug aan je vorige vraag in verband met de syndicalisatiegraad. Volgens mij staan veel mensen in de opvoedingssector kritisch ten opzichte van de machtsstructuren. Zij staan ook zo tegenover de vakbonden, denk ik. Hun interesse ligt ergens anders dan bij macht. Zij zijn bezig met breekbare mensen. Ze moeten heel voorzichtig met hen omgaan. Dat is volgens mij de antipode van macht."

VIBEG-ECHO's: "Vanuit het stakingsfront is er een oproep naar gehandicaptenorganisaties, ouderverenigingen en vrijwilligers gegaan om de dienstverlening over te nemen. Als je je eigen dienstverlening door anderen laat overnemen, ondergraaf je dan je eigen stellingen niet?"

Joos WAUTERS: "Dat beroep is er gedaan om te pogen zoveel mogelijk mensen in de problematiek onder te dompelen, hen te confronteren met de ernst van de situatie en zo discussies los te weken. Instellingen zijn geen fabrieken en we kunnen dus niet op dezelfde manier gaan staken, het blok erop en gedaan. Van in het begin van de aktie zijn er afspraken gemaakt in verband met de minimum dienstverlening die we zouden garanderen. Maar het is tegelijkertijd belangrijk om zovéél mogelijk mensen achter onze eisen te krijgen en dat was het doel van dat appèl. Het perspectief staken was trouwens sinds oktober altijd duidelijk in de aktie aanwezig. Het is dus niet zo dat we daar plots zijn komen opdraven en iedereen zo verrast hebben. Ik meen trouwens ook dat fit de eerste maal in onze sociale geschiedenis is dat staking op deze manier en op dit terrein gebruikt wordt. Op de manier waarop het nu gebeurt, is het dolgens mij een geëigende ktievorm, die niemand nadeel berokkent en die politici met hun neus op de problematiek dwingt.