Teksten en bij elk lied een link naar de audio die verder op de
achtergrond beluisterd kan worden terwijl men de tekst leest.
Langs plaat en Disque kan men naar plaatsversies met telkens
de volledige A en B kant in het Nederlands en ook in het Frans
1. Den eerste op de wereld - 'k Gaf kontent - Do kinneke -
Inhoud
Den eerste op de wereld was onze lieven heer
Twee, de zon en de maan
Maar den eerste op de wereld was onze lieven heer
Drij, drij koningen, de zon en de maan
Maar den eerste op de wereld was onze lieven heer
Vier, vier evangelisten, drij koningen, de zon en de maan
Maar den eerste op de wereld was onze lieven heer
Vijf, vijf wonden van den heer
Vier evangelisten, drij koningen, de zon en de maan
Maar den eerste op de wereld was onze lieven heer
Zes, zes hanen kraaien in Galilea
Vijf wonden van den heer
Vier evangelisten, drij koningen, de zon en de maan
'k Gaf kontent
'k Gaf content mijnen eerste kreet, op
deze draaiende planeet
We lopen, we kruipen, op de gebroken ruiten
Zonder kous of zonder schoen
En den baas heeft niks te doen, heeft niks te doen, heeft niks te doen
Vanaf we zijn geboren op de velden
Wroeten we maar voort en storten zweet en bloed
En al ons verdiensten verdwijnen in de zakken
Van hij, die er niets voor doet
w' Hebben gewroet om op de wereld te geraken
In ons kinderjaren hebben we zwart gezien van den honger
En als we groter werden dan kwam er oorlog
En dan was er weer honger
En kwamen er ziektes, ellende en miserie
En nu, nu dat we oud zijn, nu komt de dood
En dan moeten we ook nog naar d'hel !
Do kinneke do
Do kinneke do, do kinneke do
Alle kindren slapen, doet uw oogskens toe
Om een jaar lang te dromen
Van ne gezonde vader en van rechtvaardige lonen
De vlag omhoog, hoog, de witte vlag, hoog
De witte vlag, hoog, teken van vree, vrede
Slaapt kinneke slaapt g' hebt mijne zegen
Uw moeder is niet hier, z'is onderwege
Onderwege naar de bron van Sint-Anneke
Z' is gaan water halen met haar kanneke
Aan een schoon fontein van zuiver water
Maar ze moet betalen aan de pater
De vlag omhoog, hoog, de zwarte vlag, hoog
De zwarte vlag, hoog, teken van rouw, rouw
Kinneke slaapt, kinneke slaapt
Slaapt kinneke slaapt lijk een gravin
Uw moeder is een koningin,
Uw vader is nen edele graaf
Koningin van d'eerde is uw moeder
De graaf van de lente is uw vader
De vlag omhoog, hoog, de rode vlag, hoog
De rode vlag, hoog, teken van bloed, bloed
2. 's Morgens vroeg
gaan d'handen uit de mouwen -
Inhoud
's Morgens vroeg gaan d'handen uit de mouwen
's Morgens vroeg gaan we de velden bebouwen
Want dan geven ze brood, dan brengen ze de vrede
Omdat de kindren zouden weten 'Zo is nu het leven !'
Schep moed, druivenplukkers
Laat zien wat uw handen kunnen schragen
Want met al dat niets doen
En dat geloer naar de vrouwen
Gaat de wijnrank straks nog bloemen dragen !
Goeie moed gij plukkers van de druiven
Laat zien hoe da g'uw handen kunt gebruiken
Als ge blijft hangen bij die sjauwelende wijven
Zuld' op de wijnstok gauw de bloemen zien ontluiken !
Op de bevruchte velden
Op de bevruchte velden
Schoffel, schop en 't sap van ons armen
Schoffel en houweel
Want den haan heeft gekraaid !
Matthijs roept op Teresa
Matthijs roept op Teresa
Het zaad zit onder d'eerde
Hoort hize, hoort hier:
Wie ploegt moet blijven ploegen
Wie zwoegt moet blijven zwoegen
Wie sterft moet de doden vervoegen
Hoort hier, hoort hier...
Wie gaat er mee aan 't werk
Wie gaat er mee aan 't werk
Wie gaat er mee aan 't werk
W' hebben een scherpe zeis
En daar gaan wij mee snijden
En daar gaan wij mee snijden
En daar gaan wij mee snijden
W' hebben een scherpe zeis !
Ik werk in de groeve in Zwartberg in de mijn
Het is niet te geloven wat mijn verdiensten zijn
'k Heb voor een brood nog zeven frank te weinig
Ik kan u niet vertellen wat zweet da 'k er verloor
Mijn hart is van ellende gespleten t' halven door
Mijn ziel is weg ze gaat haar eigen gangen
'k Vervloek de zwarte dag waarop ik mij begaf
Naar dat ellendig oord maar nu heb ik mijn straf
Ter ere van lt profijt zijn ik gebroken
Hier zit ik in de weverij
Tot dat vanavond mijne vrijer mij komt halen
Tot dat hij mij komt halen
Hier zit ik in de weverij
Tot dat vanavond mijne vrijer mij komt halen
Voor mij te brengen naar huis
Hij doet mij naar mijn huizeke
Hij doet mij naar mijn bed om van zoete koek te dromen
Van zoete koek te dromen
Hij doet mij naar mijn huizeke
Hij doet mij naar mijn bed om van zoete koek te dromen
En voor te vrijen met mij
Als 'k het belleke hoor klinken
Ja, dan kriebelt en bibbert mijn bloed
Als 'k mij ene keer zou tromperen
Als 'k mij ene keer zou tromperen
Als 'k het belleke hoor klinken
Ja dan kriebelt en bibbert mijn bloed
Als 'k mij ene keer zou tromperen
dan betaal ik verdomme een boet
Ach lieve jonge mannen zijde tot liefde gezind
Komt dan maar naar de weverij als g'ons nog schoon genoeg vindt
Ziet maar niet naar ons kleuren daar kunnen wij niet aan doen
Da's door dien hete ketel meneer die toch zo zeer kan doen
(Sinte Katelijne) - niet aanwezig
op de CD
Voor Sinte Katelijne van de bakkers
Heeft de patroon een feestmaal aangeboden
Heeft de patroon een feestmaal aangeboden
Aan heel de bakkerij, aan al de makkers
Helemaal gratis voor de kameraden
Van aan de soep tot aan de salade
En op het laatste wat kregen we dan ?
Een sigaret per man, per man, per man, per man
Voor Sinte Katelijne van de bakkers
Heeft de patroon een feestmaal aangeboden
Heeft de patroon een feestmaal aangeboden
Aan heel de bakkerij aan al de makkers
En om de feestweek goed te besluiten
Stak er in de omslag met onze duiten
't Onkostenlijstje dat vonden we dan
Een onkostenlijst per man, per man, per man, per man
La, la, la...
De mei komt aangetreden, de koning der getijden
Die d' harten komt bevrijden van kille winternood
Die d' harten komt bevrijden van kille winternood
Men ziet de rode rozen en koele bloesems bloeien
En zoete beekjes vloeien in lichte zonneglans
En zoete beekjes vloeien in lichte zonneglans
Ik ben gekomen als minnebode
Hier aan uw voeten, gij schoonste aller schonen
En 't is uw minnaar die 't mij heeft geboden
En ik verzoek u, zijn liefde te belonen
Ik ben de bode van uw gezel
'k Breng u zijn groeten, en wie hij is dat weet gij wel
Hier is de lieve lente met duizend nieuwe dingen
Die ons opnieuw doen zingen in 't aardse paradijs
Die ons opnieuw doen zingen in 't aardse paradijs
Uw schoonste kleren
Uw schoonste kleren aan mijn dochter, uw schoonste kleren
Gij moet hier nu vandaan zonder om te keren
Het huis van uw vader gaat ge verlaten
Het huis van de liefde staat langs vreemde straten
En waarom wilt ge niet treuren voor uw moeder en uw vader
Vandaag moet ge verliezen het bloed uit uwen ader
En zevenhonderd kettingen van zuiver goud
Hebben ons levenslijn aaneengebonden
Ze zijn zo vastgeknoopt, die kettingen van goud
Dat geen van ons getwee kan los geraken
Zo sterk is die knoop, de knoop van zuiver goud
Dat enkel nog de dood hem los kan maken
Waar zijn de witte lakens
Waar zijn de witte lakens,'t opgemaakt huwelijksbed ?
Waar zijn de witte lakens,'t opgemaakt huwelijksbed ?
Olijven vallen
Olijven vallen, hun blaren verschroeien
Nooit zal jouw schoonheid verdrogen voor mij
Je bent de zee die haar golven doet groeien
Je drijft als wind op het water voorbij
(O, Brusselesse) - Niet aanwezig
op de CD
O,Brusselesse, o schoon Brusselesse, o Brusselesse
Ga mee met mij, ga mee met mij, ga mee met mij
Ik zijn gebonden aan 't huwelijksleven, ik zijn gebonden
Ik heb al een man die getrouwd is met mij, getrouwd is met mij
Ik zal u zeggen hoe g' hem kunt vermoorden, ik zal u zeggen
Hoe g' hem kunt vermoorden, dat zeg ik u gauw, dat zeg ik u gauw
'k
Gaan in den hof achter 't huis van mijn vader, ja, van mijn vader
'k
Gaan in den hof en zoek daar een serpent, zoek daar een serpent
Snijdt af de kop van dat ongedierte, dat ongedierte
En laat hem drogen en maalt hem tot gruis, en maalt hem tot gruis
Ik doen dat gruis in een glazen fleske, een glazen fleske
Een glazen fleske van den beste wijn, van den beste wijn
Komt uwe man u dan drinken te vragen, drinken te vragen Schenkt hem dan
een glas van dien beste wijn, dien beste wijn
Ik wil een stalen boor, een boor gaan kopen
'k Wil in uw kamerdeur een gaatje maken
Dan kan ik u vanavond wat rond zien lopen
Met al uw kleren uit, als ge gaat slapen
'k Zijn bang dat uwe glans, uw felle stralen
Mijn ogen gaan verschroeien en verkolen
En laat uw deur maar open, laat ze maar zwaaien
Vanavond als de klokken zullen luiden
Een bootje vol met feest, met feestbanieren
Brengt Venus over zee, brengt ze naar hiere
Dan lachen en dan zingen al d' hemelsferen
Dan trillen alle zeeën, alle meren
Gezegend is de god, die u bewaarde
Die alle schoonheidgaven voor u spaarde
De bloemen aan uw voeten worden verlegen
Uw stem bedwingt het onweer en de regen
La, la, la, la, lala lala, laa
Hier zijn we weer tesamen, hier zijn we drij on drij
En geeft ons nog een stuiver en nog wat zuip erbij
Hier is de mei, hier is de mei
De mei is weer in 't land
En zie maar aan de venster, daar staat de mei geplant
Hier is de mei, hier is de mei
Bazin geeft ons de sleutel, de sleutel van het vat
De sleutel van de kelder want wij zijn gere zat
Hier is de mei, hier is de mei
Drinkt, drinkt, drinkt allemaal brave mensen
Drinkt tot dat ge d' er zat van wordt
Profiteert er vandaag van en wacht niet tot morgen
Voor u, voor mij, voor hem, voor d' aarde : Santé !! Santé !!
Laat ons dansen
Laat ons dansen, laat ons dansen
Wie kan dansen heeft goei kansen
Wie met dansen ons hart kan stelen
Moet niet zingen moet niet spelen
Eén, twee, drij, hoeveel mannekes zijn er bij ?
G'hebt er vier zo van die platte die daar liggen 'lijk patatten
G'hebt er vier die hun vervelen die daar staan 'lijk schorsenelen
Eén, twee, drij, hoeveel mannekes zijn er bij ?
Uw oren open, onwetende massa
Over de oorlog zing ik voor u een lied
En als je luistert met al je vermogens
Doe ik mijn best en verveel ik je niet
We gingen met vijftien in de rij
Nu zijn er nog maar veertien bij
Zeven spelen de krijgsmuziek
Zeven maken ta-pim, ta-poem, ta-pim, ta-poem...
De soldaat die moet gaan slachten
Kan in 't slijk gaan overnachten
Met een schot van het kanon - bim, boem, bam !
Is 't gedaan met 't bataljon
Als ge sneuvelt zijt g' een lijk
Altijd arm, nooit niet rijk
Van den oorlog eet ge geen brood
Want die doet u alleen maar dood !
Laat ons de oorlog samen verwensen
Hij brengt ellende en waanzin in 't land
Hij slachtte honderden, duizenden mensen
Voor een stuk grond, kleiner nog dan een hand
Donkere bajonetten, kanonnen, vernieling en wee
Om een lap grond te bezetten ga Vlaming, hou zee !
Een granaat, die kan ontploffen
Kan ontploffen aan uw zij
En dan ligt ge te kreperen
Stillekes aan, 'nen dag of drij
In de loopgraaf moet ge kruipen
'Lijk een spin die gaat verzuipen '
t Leven is hard gelijk 'ne steen
Als ge sterft zijt g' alleen
Loopgrachten, grachten vol vervloeking
Hoeveel van ons zijn daarin gekreveerd ?
Laat het nu uit zijn met deze beproeving
Zwijg me van oorlog en velden van eer
O, vlakte van de Ijzer, doordrenkt van der Belgen bloed
Daar kon de Vlaming nog klauwen met leeuwenmoed...
Er zijn soldaten uit Beverlo vertrokken
Ze zijn als beesten naar 't front gedreven
Ze zijn als beesten naar 't front gedreven
Naar 't schaamteloos kerkhof van onze jeugd
't
Was in de winter, het ijs lag op de vlakte
Mijn beide voeten zijn er bevroren
Mijn beide voeten zijn er bevroren
En 'k werd vervoerd naar het hospitaal
Laat ons feesten om ter meeste, tierelaleire tierelala
Mijn beide voeten heeft men mij afgenomen
Twee houten krukken heb ik gekregen
Twee houten krukken heb ik gekregen
En 'kwerd naar het ouderhuis gestuurd
Men heeft mij ook nog een staatspensioen gegeven
Van een paar centen, te weinig om te leven
Zo word ik nu naar de bedelstaf gedreven
Om niet te kreveren van hongersnood
Ik heb door tal van landen gezworven
En af en toe wat medelij verworven
Maar de patroons voor wier geld ik heb gevochten
Gaven me geen cent toen ik er om vroeg
Jonge meisjes aanhoor nu mijn klachten
Luister naar het verhaal van mijn smart
Ik wil alles naar waarheid vertellen
Dan vermindert de pijn in mijn hart
Sinds de dag dat de dood mij beroofde
Van mijn liefde, de bloem van mijn jeugd
Van de trouw, die hij mij vast beloofde
Werd de eenzaamheid mijn grootste deugd
't Was met Pasen dat wij zouden trouwen
Maar het lot heeft mijn vreugde verstoord
Hij was juist drieëndertig geworden
Toen hij pijnlijk aan 't kruis werd vermoord
Zoon adem van mij
Zoon teven van mij
Ik blijf alleen, adem van mij
Wat moet ik doen, adem van mij ?
Adem van mij, adem van mij
Adem van mij, leven van mij
Adem van mij, leven van mij
Zoete pijn, donker lijden
Wrede dood heeft ons gescheiden
Ik verwar mijn klamme haren
In jouw graf wil ik vergaan
O zoete pijn...
O donker leed...
Hier in jouw graf...
Wil ik vergaan
De dag van 't oordeel, van 't oordeel van ons allen
Zullen ook d' engelen in d' hemelsferen, trillen en beven
Op 't laatste oordeel, valt goed, en kwaad, zijn loon ten deel
Dan komt een koning
Dan komt een koning voor altijd
Gekleed in onze sterf 'lij kheid
Hij komt van hoog, uit het paradijs
Om op zijn hoge rechterstoel
t' Oordelen in rechtvaardigheid
Denk je nog aan de verkiezingsdagen
Denk je nog aan de verkiezingsdagen
Je gaf je stem aan de machtspartijen
Zonder begrip voor de dag van morgen
En voor de zorgen van d' arbeidsjeugd
De dag van 't laatste oordeel
Op 't laatste oordeel, valt goed, en kwaad, zijn loon ten deel
Op 't werk ben je gestorven
Op 't werk ben je gestorven
Van 't dak ben je gevallen
Verpletterd op de bloedbevlekte stenen
Je hoofd heeft men verborgen
Onder de jas van de patroon die jou vermoordde !
Zo hebben ze je weggegooid
Voor hen was je nog vuilnis zonder waarde
Ze zeggen ons : we zijn gelijken
Dan vraag ik hen : gelijken, maar van wie ?
Gelijken in naam van wie? Gelijken voor 't heil van wie ?
't Is makkelijk voor jullie die alles kunt beredderen
Te zeggen: we zijn gelijken in 't rijk van God
Een god die van uw soort is
Een god die 'k nooit aanvaardde en nooit vereerde
Op 't laatste oordeel, valt goed, en kwaad, zijn loon ten deel
De dag van 't laatste oordeel
De dag van 't laatste oordeel zal Christus ziek zijn en afwezig
Om niet te moeten spuwen op hem die slaaf wou blijven
Die nooit het woord 'verzet' wou schrijven
Vooruit gij volkeren, naar de verlossing
De rode scharen, de rode scharen
Vooruit gij volkeren, naar de verlossing
De rode scharen winnen de strijd
Wacht liever niet op Sint Joris
Wacht liever niet op Sint-Joris ! Waarom ?
Tot hij u komt bevrijden
Wacht maar niet op Sint-Marcus. Waarom ?
Tot hij bevrijdt van lijden
Zij die in Zwartberg vielen, in Marcinelle kreveerden
Zij die in donk're mijnen hun levenskracht verteerden Slachtoffers der
fabrieken vernietigd door lood en zwavel Door zuren opgevreten en op het
stort gesmeten !
Zij die op zee verzopen, in 't zoute water zonken
Zij die het leven lieten, onder de druk der bazen
Mannen waarvan de vrouwen zwarte sluiers droegen
Zij die hun lot vervloekten en om verlichting vroegen
Op 't laatste oordeel, valt goed, en kwaad, zijn loon ten deel
Omdat wij de miserie van onze hoofden weerden
Zijn wij door alle landen voorgoed verbannen !
Wij zijn thuis op de hele wereld
Onze wet is de vrijheidsdrang
In onze harten, in onze harten, leeft een rebellenzang.
Maar eens keren wij weer, wij bannelingen
Om 't vals gezongen welvaartslied juister te zingen
Wij zijn thuis op de hele wereld
Onze wet is de vrijheidsdrang
In onze harten, in onze harten, leeft een rebellenzang