|
22-12-02. We
bellen naar de NASYO, een onafhankelijke jongerenorganisatie in Irak. We vragen hen om ons alsnog te ontvangen. Tien uur voor ons vertrek
hadden ze een fax gestuurd naar de Iraakse Ambassade in België waarin ze ons
voorstelden om onze reis uit te stellen van 8ste tot 11de februari. Hierdoor
hadden we ons visum niet meer bekomen. Maar we konden ons ticket niet meer
annuleren tien uur voor het vertrek, we moeten naar Irak, we moeten jullie ontmoeten zodat we samen de vredesloop die jullie plannen op 8 februari kunnen organiseren. Hij belooft ons om het nodige te doen. We gaan onmiddellijk naar de ambassade, eisen een onderhoud en Hamid legt met handen en voeten uit dat ze ons door moeten laten. Hij is overtuigend maar het is wachten op de fax van NASYO. Ondertussen loopt er nog een andere aanvraag voor ons visa die in gediend werd met de hulp van het DFLP. Als het niet lukt, dan hebben we er toch alles voor gedaan, we hadden alleen eerder en persoonlijk met de Nasyo contact moeten opnemen. Maar ja,?. Zoals afgesproken bevinden we ons om 10u00 voor het Nationale Museum van de Syrische Cultuur samen met onze gids Mazen Kotob. Hij wilt ons graag gratis rondleiden in het immense museum. Al van bij het begin valt ons de grote rijkdom aan Syrische geschiedenis op. Bovendien is het interessant om de (pre)Arabische geschiedenis ook eens te horen vanuit hun standpunt. De rondleiding heeft ons heel wat bijgebracht: · In Syrië vinden we de fundamenten van ons alfabet (Feniciërs) · Syrië is de bakermat van zowel het christen, - jodendom als het moslimgeloof · Ook de verschillende beschavingen zijn hier de revue gepasseerd of ontstaan (Van Perzen, Helvetiërs tot Romeinen, Arabische en Ottomaanse) Verder was er ook de meer recente geschiedenis die toch wel voor ons verbazingwekkend was. Zo vertelde onze gids dat er gedurende 700 jaar slechts twee staten waren in het middenoosten: Syrië en Irak. Het was pas na 1917 en 1920 dat Syrië, door Groot-Brittannië en Frankrijk, zonder inspraak van Syrië zelf, werd opgesplitst in Arabisch Syrië (= huidig Syrië), Libanon, Palestina. Nog erger was dat de leiders die aan het hoofd warden geplaatst van deze nieuwe staten, niet van dezelfde geloofsstrekking mochten zijn, zodat hereniging tot een bemoeilijkt werd (bvb in Libanon was de koning van Maronitische strekking, in Syrië soenniet). Direct werd in onze groep de link gelegd met de geschiedenis van de landen in centraal Afrika. Terwijl we onze rondleiding hadden in het museum kwam een tweede gids nogal verbouwereerd naar ons toegestapt. Hij had deze ochtend in de krant gelezen dat 3000 Israëlische soldaten in Noord-Irak aanwezig waren. Na het lezen van dit bericht had hij onmiddellijk zijn krant verscheurd uit woede, vertelde hij ons. Na afloop van de leerrijke rondleiding, hebben we ter plaatse nog een thee gedronken met een van de gidsen en werd er nog wat gediscuteerd. Het was dan dat de gids ons nogal weemoedig zei: "Misschien komt er heel binnenkort een dag dat jullie mijn land niet meer kunnen bezoeken". Alhoewel in het begin niet iedereen erg was opgezet met een museumbezoek, was na afloop iedereen het eens dat de rondleiding uitermate boeide, mede dankzij de gedetailleerde geschiedeniskennis van onze gids en zijn politieke kijk erop. Dieter |