Padre Rogelio, jouw licht zal niet uitdoven.

Getuigenis van Ludo Van de Velde van 24/03/2025, dag van overlijden van Roger Ponseele, zoals door hem doorgestuurd op 07/04/2025 in Getuigenis Ludo Van de Velde over Roger Ponseele.pdf.

Roger (Rogelio) Ponseele, een Belgische missionaris van het bisdom Brugge, afkomstig uit Gullegem en werkzaam in El Salvador van 1970 tot 2025, is overleden. Op 19 maart, toen hij op weg was om de eucharistie te vieren in één van de gemeenschappen in het noorden van Morazán, verloor hij de controle over het stuur van zijn wagen en sloeg over de kop. Hij is enkele dagen later gestorven en verrezen, op 24 maart 2025, de dag waarop de Kerk en de bevolking van El Salvador het martelaarschap van Aartsbisschop Oscar Arnulfo Romero herdenken.


Rogelio (gestorven op 24-3-2025) ,
Mgr. Romero (vermoord op 24-3-1980),
Octavio (vermoord op 21-1-1979), Ludo.

Mijn vriendschap met Rogelio begon in januari 1978, toen ik in El Salvador aankwam om daar de pastorale ervaring van de Kerkelijke Basis- gemeenschappen in het noordelijke deel van de hoofdstad te delen. Samen met Pedro Declercq en later met Guillermo Denaux had Rogelio er gewerkt aan de vorming en het uitbouw van een nieuw kerkmodel, geïnspireerd door de mystiek van de Latijns-Amerikaanse bisschoppenconferentie van Medellín en met de methodologie die ze hadden aangeleerd in San Miguelito in Panama. Van 1978 tot eind 1980 deelde ik er de woning met Roger en leerde ik van hem en met hem hoe de Geest de Kerk vernieuwde.

Ik kende Roger van in de tijd dat hij, samen met de zusters van De Kleine Gemeenschap, de verantwoordelijkheid op zich had genomen voor heel de parochie van Christus de Verlosser. Die parochie bestreek nieuwe volkse woonwijken en strekte zich uit over verschillende marginale zones. Ik ben er getuige geweest van de missionaire dynamiek van de Kerkelijke Basisgemeenschappen, hun spirituele bron, hun sociale en politieke betrokkenheid.

Het situeert zich allemaal binnen een tijd in de geschiedenis van El Salvador met veel repressie tegen het groeiend georganiseerde protest van het volk en tegen de Kerk die - onder de profetische leiding van Mgr. Romero - probeerde een teken van hoop te zijn voor de armen, en opriep tot politieke verantwoordelijkheid en dialoog om oorlog te vermijden.


(Rogelio en Monseigneur Romero tijdens een eucharistieviering in de parochie in Zacamil)

In de bijeenkomsten van de gemeenschappen moedigde het pastorale team de mensen aan om kritisch na te denken over de realiteit en de gebeurtenissen die zich in het land afspeelden, altijd in het licht van het Evangelie en ook vanuit de documenten van de Latijns-Amerikaanse bisschoppenconferenties van Medellín (Colombia, 1968) en later Puebla (Mexico, 1979).

Een centraal en telkens terugkerend thema in de wekelijkse overdenkingen was de evangelische spanning tussen lid zijn van de Kerk en tegelijk ook deel uitmaken van een volksorganisatie. Rogelio volgde van zeer nabij de acties van de volksorganisaties, om te kunnen ondersteunen waar nodig: ondersteuning wanneer kerken bezet werden als publiek teken van protest, ondersteuning van families die het slachtoffer waren geworden van de moord op familieleden, ondersteuning bij de zoektocht naar verdwenen mensen, het bieden van opvang en medische zorgen voor gewonden, het uitspreken van een boodschap van troost en hoop bij het begraven van vermoorde mensen.

De repressie nam zienderogen toe, ook tegen de Kerk. Verschillende priesters werden vermoord, ook Padre Octavio Ortiz met wie we pastorale equipe vormden. Samen met Monseigneur Romero waren we aanwezig bij de begrafenissen van de vermoorde priesters - het waren telkens weer indrukwekkende profetische gebeurtenissen van aanklacht en hoop, ondanks alles. De preken van Monseigneur Romero waren de leidraad voor ons denken en handelen. Het was een tijd waarin het pastorale werk van vorming en begeleiding van gemeenschappen steeds moeilijker, steeds meer gespannen en gevaarlijk werd. Na het martelaarschap van Monseigneur Romero werd alles nog erger. Rogelio en ikzelf besloten om in een ander huis te gaan slapen dan waar we woonden. Op een dag plaatsten ze een bom in ons huis. We moesten ons daardoor een tijd terugtrekken in het seminarie.

Negen maanden (een tijd van levensverwachting!!!) na de moord op Monseigneur Romero, trok Rogelio naar een gebied dat onder de controle stond van de guerrilla, om er als priester de gemeenschappen in dat gebied te begeleiden, en om de mannen en vrouwen daar te ondersteunen en bij te staan in de gewapende strijd tegen de uitbuiting en onderdrukking. Rogelio wilde de weg volgen die veel leden van de gemeenschappen waren gegaan.

Hij vond dat hij daar moest aanwezig zijn: als teken van hoop, als bezielende kracht, als trooster bij lijden en pijn. Hij schreef: “… We wilden de legitieme strijd aanmoedigen, aanwezig zijn in droevige momenten, waar mogelijk een gemeenschap vormen en helpen om de hoop in stand te houden”.

Er werd hem gezegd dat dit alles slechts een paar maanden zou duren, maar de oorlog sleepte zich uiteindelijk twaalf jaar lang voort. Rogelio werd een goede vriend van velen in het gebied, een levende getuige van het Evangelie. Hij moest veel stappen en lopen, soms onder de dreiging van militaire aanvallen, maar hij deelde ten volle het leven, het wel en wee, het verdriet en de hoop met de guerrillero’s. Hij was ook de plaatselijke bevolking heel nabij. Waar en wanneer hij maar kon vierde hij de eucharistie, ergens in een lokaal kerkje, op enkele grote stenen die inderhaast als altaar waren opgericht of op een klein tafeltje snel ineen geknutseld met een paar plankjes, onder een boom. En hij sprak tot zijn mensen over het Koninkrijk van God, over dienstbaarheid, over wat het betekende van je leven te geven opdat anderen zouden leven. Hij sprak ook vaak op Radio Venceremos en gaf daarbij boodschappen door van hoop, ook voor de rest van het volk in het land en voor vluchtelingen in de buurlanden.

Ik herinner me zeer goed het moment na het sluiten van de vredesakkoorden (in 1992), toen we elkaar weer ontmoetten, en we elkaar van harte omhelsden. Rogelio hield zoveel van de mensen in het noorden van Morazán en hij geloofde zo sterk in zijn priesterroeping van dienstbaarheid aan de mensen en aan het leven, dat hij in het gebied wilde blijven. Hij wilde hoe dan ook onvoorwaardelijk op weg blijven gaan met zijn mensen. Verschillende keren ben ik getuige geweest van de grote liefde en de waardering die hij ontving vanwege zijn ‘compañeros/as’ en van de leden van de gemeenschappen. Na een paar jaar benoemde de bisschop van het gebied hem tenslotte toch officieel tot pastoor van verschillende gemeenschappen. Samen met twee zusters uit De Kleine Gemeenschap en verschillende vrijwilligers die toen naar het gebied zijn gekomen, zijn ze dan vele jaren rusteloos doorgegaan met het versterken van de gemeenschappen, met het zoeken naar en het geven van tekenen van hoop via huisvestingsprojecten, de ondersteuning van onderwijskansen via het verlenen van studiebeurzen, het werken met jongeren en volwassenen, het opzetten van economische initiatieven om te kunnen overleven, de begeleiding ook van coöperaties van oud-strijders. Hij vierde de eucharistie, ging voor in doopsels, in huwelijken en gebedsmomenten in de gemeenschappen, zowel in de kerken als bij families in de gehuchten. Het Evangelie was daarbij zijn onfeilbaar kompas. Toen hij op 75-jarige leeftijd ontslag nam als pastoor, bedankte de bisschop hem graag en maakte van de gelegenheid gebruik om andere priesters in het gebied aan te stellen. Voor Rogelio en de hele equipe begon op dat moment een nieuwe periode van sociaal-pastoraal werk met gemeenschaps- en coöperatieve initiatieven. Rogelio vergezelde ook altijd heel getrouw en met grote betrokkenheid de families wanneer ze hun doden herdachten, zij die gesneuveld waren tijdens de onderdrukking en de oorlog. Hij wist perfect hoe hij zijn mensen boodschappen van troost en hoop moest brengen.

Voor Rogelio was zijn leven en toewijding in Morazán vanaf het begin van de oorlog tot het moment van zijn dood een kwestie van voortdurend te leren van het leven en van het geloof van de families in die zone. Hij leerde daarbij ook de schat van zoveel uitdrukkingen van volksreligiositeit te respecteren en te waarderen. Hij leerde vooral ook geduld te hebben met zichzelf en met anderen. In 2015 zei hij tijdens een kort bezoek aan zijn familie en vrienden in België:

“Van deze arme mensen heb ik geleerd dat het beter is om dingen samen te doen dan ieder voor zich. Van deze arme mensen heb ik geleerd dat het beter is om het hart met hoop te vullen dan met ontmoediging en wrok. En de armen hebben ons ook geleerd dat er een negende zaligspreking is: Zalig de koppigaards, zij die niet opgeven, zij die altijd koppig blijven doorgaan”.

Rogelio was daar zelf een levend en aanstekelijk, inspirerend voorbeeld van. Hij was te vergelijken met de hardnekkigheid / koppigheid van de “izote”plant, die hoe dikwijls ook uitgerukt, in stukken gehakt, zo maar weggegooid, toch opnieuw wortel schiet, leven voortbrengt en vruchten geeft.

Op 19 maart jongstleden, voordat hij naar een gemeenschap vertrok om de eucharistie te vieren, had Rogelio de laatste hand gelegd aan de tekst op papier voor zijn homilie die hij zou houden op de verjaardag van het martelaarschap van Monseigneur Romero (24 maart). Het is de laatste tekst die Rogelio schreef en die hij ons naliet alsof het zijn testament was. Wat hij daarin zegt over Monseigneur Romero is ook van toepassing op zijn eigen leven en geloof. Dit is dus hoe Rogelio geweest is:

  1. Hij was in de eerste plaats een man van God. … Hij probeerde met heel zijn ziel te beantwoorden aan de eisen van deze God. … Hij begreep het gebed als het plaatsen van zichzelf in de aanwezigheid van God, met de bedoeling in overeenstemming te zijn met Gods wil, en die wil vervolgens onverkort en volledig uit te voeren.

  2. Hij was een man van vaste hoop. Hij sprak er niet alleen over, maar hij gaf er ook blijk van door zijn leven, zijn toewijding, zijn nabijheid tot de armen, zijn moed en zijn liefde. Het ontbrak hem nooit aan hoop, zelfs niet in de meest verwarrende en ingewikkelde momenten van zijn leven. Hij citeert dan Monseigneur Romero: “… Jullie zullen zien, lieve armen, lieve onderdrukten, lieve gemarginaliseerden, lieve hongerigen, lieve zieken, dat de dageraad van de opstanding al schijnt, en dat ook voor ons volk, broeders en zusters, dat uur van een nieuwe morgen zal komen”.

  3. Hij was een man die zonder grenzen wist lief te hebben. Grenzeloos liefhebben, dat is liefhebben tot het punt waarop je je leven geeft. Opnieuw citeert hij Aartsbisschop Romero: “… Zij die vallen in de strijd, zolang het met oprechte liefde voor het volk is en ze op zoek waren naar de ware bevrijding - we moeten ze altijd beschouwen als zijnde onder ons”.

Voordat hij de tekst van zijn homilie afsluit met een kreet van verontwaardiging over de vernederende mishandeling van Venezolaanse migranten die vanuit de VS naar de extreem beveiligde gevangenis in El Salvador zijn gestuurd, daagt Rogelio ons uit om te leven in het licht van het Evangelie en van Monseigneur Romero, en om in diens voetsporen te treden:

“… Ik vraag u om met mij proberen te bidden ten einde ons af te stemmen op Gods wil; om met onze goede wil bij te dragen aan familiebroederschap; om te blijven strijden ondanks de moeilijkheden die zich voordoen, met als uiteindelijk doel om onder ons een verenigde en broederlijke gemeenschap op te richten; om uit volle borst te zeggen: ‘Ja!’ tegen het leven en ‘Neen!’ tegen de mijnbouw; om gul te delen met mensen in nood; om lief te hebben zonder grenzen, door onze eigen veiligheid op het spel te zetten als het moet.” Zo zal Mgr. Romero aanwezig zijn, schrijft Rogelio er bij. Zo zal hij zelf ook de fakkel blijven, het licht dat ons leidt als leerlingen van Jezus.


(Spandoek aan het hoofd van de processie van de kerk naar het huis van de gemeenschappen waar zijn gestorven lichaam begraven werd: “Met Rogelio ging Jezus door ons volk”)

Rogelio stierf, trad binnen in het volle leven en verrees samen met Monseigneur Romero, merkwaardig genoeg op de 45ste verjaardag van diens martelaarschap.

Dank je wel Rogelio, trouwe vriend, gedreven missionaris, geworteld in het leven van de verarmde bevolking van El Salvador, bezield door het Evangelie van Jezus, levende getuige van een Kerk van de armen, teken en instrument van het Koninkrijk van God. Dank je zeer wel voor alles, Rogelio. We zullen er mee voor zorgen dat jouw licht niet zal doven.

Ludo Van de Velde

24 maart 2025.