Terugkeer
naar vroegere Cafés &
Home 1) Café "De Lustige Zangers" Albert Moyaertsstraat, N° 2 Dit boek werd samengesteld door een persoonlijk initiatief van de auteur en aan de hand van bijkomende informatie en oud beeldmateriaal verstrekt door derden en vroegere uitbaters. Het eigen bestand van de auteur aangevuld met actuele digitale foto's en verklaringen via interviews vervolledigen de inhoud en historische aspecten van het caféleven. Verantwoordelijke uitgever, redactie, vormgeving, cover: Jacques BEX, Heiseltstraat, 49 3890-JEUK Niets uit deze uitgave mag worden vereenvoudigd en / of openbaar worden gemaakt door middel van druk, foto kopieën, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Jeuk, november 2013 Persoonlijke visie van de auteur - Boven Toen ik in april jl. mijn fotografische dorpsopnamen van " vroeger en nu " in het kader van de erfgoeddag beëindigd had voor straataanzichten, pleinen en oude gebouwen ,stond ik zodanig onder de indruk van al de verdwenen cafés dat het mij onvergeeflijk zou zijn geweest indien ik voor deze volkse ontmoeting plaatsen de geschiedenis onaangeroerd zou laten. Zij waren eens en voor altijd de afspiegeling van het socio -culturele
leven in en rond de gemeenschap en drukten hun stempel op de
samenhorigheid. Sedert hun ontstaan in de 19de eeuw waren zij o.a in de
steden de ontmoetingsplaats van schrijvers, artiesten, politici en
handelaars. Op het platteland vonden de boeren, werklui en modale inwoner
er een uitlaatklep in hun zeldzame vrije tijd uren . Toen de 20ste eeuw naderde voelde Jan
met de pet zich nauwer betrokken bij het caféleven daar in elke
dorpsstraat kleine drankgelegenheden uitgebaat werden door een gekende
buurvrouw. De start van een café verliep zonder veel wettelijke
verplichtingen, alleen het aanvragen en bekomen van een handelsregister
was voldoende. Openingstaksen werden niet verreist en alleen vermelding
van een uitgang " koer of cour " volstond om het hygiënisch rapport af te
ronden. De bazin verrichtte haar werk en beschouwde het inkomen als een
kleine bijverdienste zonder te beseffen of ze zich moest aansluiten bij
een zelfstandig pensioenfonds. Het heeft me veel deugd gedaan dat ik het Jeukse dorpsleven van vroeger heb weten te herontdekken dank zij het heropvissen van al die oude café geschiedenissen en leefbare nevenactiviteiten. Ik heb vooral weten te waarderen hoe de huidige en oudste op rust zijnde caféhoudsters behulpzaam zijn geweest bij het verstrekken van familie gegevens en omstandigheden waarin het caféleven zich afspeelde. Stuk voor stuk heb ik me bij elk interview in de charme van hun verleden en diepgewortelde tradities gedompeld en is er telkens een warme band ontstaan. De documentatie was ontoereikend maar de verhalen die op de lippen verschenen spraken boekdelen en straalden geluk en tevredenheid uit. Ik waardeer dan ook enorm al de medewerking die me op dergelijke spontane manier werd toegezegd. Moge mijn boek daarom voor eeuwig deel uitmaken van het Jeukse culturele erfgoed. In dit boek wil ik de huidige Jeukenaar bewust maken van de rol die de cafés in het dagelijks leven gespeeld hebben sedert 1900. Hun talrijke aanwezigheid spreidde zich uit over het dorpscentrum en gehuchten. Een kennismaking met hun gebouwen, ligging, uitbating oppervlakten, inrichting, nevenactiviteiten zal u een deel van de levensomstandigheden van het ogenblik weergeven. De eerste en oudste zes cafés voor 1919 kenden slechts een oppervlakte van maximum 20 m2 Een zeer kleine toog met er achter een spiegelwandrek waarop enkel glazen rustten en flessen sterke drank uitgestald stonden was de enige trekpleister naast een petroleumlamp of kaarshouder. Een drietal tafels met 3 of 4 stoelen vervolledigden de inboedel rond een duvel kacheltje.
Hiernaast een zicht op de derde generatie van duvel kachels uit 1960. De tapkraan was nog niet overal geïnstalleerd. Bij kermisdrukte bleef men aan de toog hangen of zat men soms op een schootje van kennissen. De WC behoeften gebeurden buiten tegen de muur of in een grondsleuf in de tuin via de gekende brilplank onder afdek. De bazin gebruikte regen- of pompwater om de spoelbak achter de toog te verversen. Sommigen bezaten een eigen drinkwaterput. De flessen bier werden geregeld uit de frisse kelder opgehaald en in een emmer met water op koeling gehouden. De jenever glazen werden zelfs niet gespoeld opdat men met een snelle wip met de fles kon herinschenken. Na het in voege treden van de wet op alcohol verbod werd de sterke drank ergens in de gang achter de toog verstopt. Bij kermispieken was de gelagzaal steeds gevuld met grijze tabaksrook. Toch werd er gelachen en gezongen en zelfs door koppels gedanst en gewrongen op de tonen van een achtergebleven trompetspeler uit de fanfare of uit een mondharmonica van een collega. De cafés gebouwd na WO I hadden wel een oppervlakte gaande tot 40 m2 en werden uitgerust met een tapkraan en een elektrische aansluiting op het net. Ze kregen slechts één lichtpunt gratis die verbonden was met een primitief schakelbord voorzien van twee zekeringen van 4 A bevestigd op een geïsoleerde pierrite plaat van waaruit de verdere aftakkingen op eigen kosten moesten gebeuren. De inrichting werd ruimer bemeubeld en hier en daar dook een zeldzaam radio SBR of WEVO op en platendraaier met hoornluidspreker achter de toog of werd er een kleine orgel of orkest ingehuurd tijdens de kermissen. In die dolle naoorlogse feestjaren dronk men meestal sterke alcoholische dranken .Aan de vooravond van de dertiger crisisjaren kreeg het bier drinken meer aandacht door een gunstiger prijsaanbod en promotie acties van brouwerijen Artois en Alken. Bierkoeling bleef echter afhankelijk van ijsblokken die men in de zomer zelf per fiets of tram moest afhalen in St-Truiden bij Plingers in de Ridderstraat of Lamot (Proot) in de Tiensesteenweg. Pas in 1948 werd de hoofd leidingwater aangelegd en de algemene aansluiting met de woningen via een kelderkraan duurde tot in 1953 . Tijdens de gloriedagen van de fifties werd elektrisch koelingsysteem op de opgerolde tinnen bierleidingen in een geïsoleerde zinken bak onder de toog toegepast op aandringen van de brouwerij. Kachels werden pas langzamerhand vervangen door centrale verwarming in de jaren zestig. Zoals in vele Limburgse gemeenten kende Jeuk reeds vroeg in de 19* eeuw Officieel erkende alcohol stokerijen . Het vertier en vrije tijd in die - Belle Époque " periode drukte zijn stempel op cafébezoek en zette zich verder door in de 2O5te eeuw . Vooral tussen WO I en WO II rijzen er een resem nieuwe uitbatingen uit de grond . De wet Emile Vandervelde of anti alcohol offensief van 29.08.1919 en de beteugeling van de dronkenschap uit 1939 konden geen rem op het aantal cafés tot stand brengen, meer zelfs, deze wetgeving werd meermaals met de voeten getreden en wakkerde het verbruikt "onder het hoedje" aan in diverse normale woningen. De plaatselijke gekende en gevestigde stokerijen waren de suikerfabriek " Sneyers & Beauduin & C° , landbouwstokerijen voor productie van graanalcohol : Guilliams Georges Sneyers Oscar en Sneyers-Goyens ( Clos St-Georges) . Deze boeren brouwden allen meestal in de kalmere wintermaanden met overtollige voorraad granen hun eigen huisalcohol. De draf, een afvalproduct van de stokerij werd nadien als voeder gebruikt voor de beesten. In hun aanpalende drankslijterij werden geregeld feestelijke proeverijen georganiseerd. Na WO I lieten Hasseltse distilleerders Notermans, M & G Noblesse, Vinckenbosch, Fryns en Smeets zich gelden en verzorgden een vlotte bevoorrading in jenever,cognac, likeuren en wijnen terwijl Nederlandse producten zoals Schiedam, Hertekamp en Bols stilaan een plaats innamen. Door de opgelegde controle op alcoholische dranken mochten de caféhouders alleen door middel van een aangevraagd document of "pasavant" een beperkt aantal gekochte flessen transporteren en bezitten voor eigen privé gebruik . Anderzijds ontstonden er kleine bierbrouwers in Jeuk en omliggende dorpen zoals Nélis en Pieraerts te Hasselbroek, de brouwerijen van Borlo en Kerkom en zwaaiden de grotere bier producenten zoals Stella Artois, Cristal Alken en Piedboeuf de scepter bij de cafés met groot debiet. Jaren na WO II zouden deze leveranciers bijkomende waters en nieuwe limonades aanbieden en hun café uitbaters aansporen tot het financieren van verbouwingen en renovaties van de installaties en sanitaire voorzieningen. Sommige caféhouders die voordien aan hun woning een bijkomende zaal lieten bouwen en er regelmatig orgelmuziek of orkesten lieten optreden kregen dan bijzondere aankoop voordelen. Andere feestelijkheden of toneelavonden gevolgd door bal waren legio. Sommigen bouwden een kegelbaan , schutterstand of logies voor hanenzang, anderen kochten een biljarttafel of muziekbox. Maar al bij al bleek de onschuld van het vertier vaak schijn want politiek en moraal waren nooit ver weg. De vermanende vingers van een verontruste pastoor dook ook regelmatig op in de preekstoel. De tientallen drankhuizen bleven in de vrije tijd een bestendige sociale functie vervullen . Op hun initiatief ontstonden diverse verenigingen afgestemd op de vrije tijd van de bewoners maar die dan ook winstgevende activiteiten en dolle vrienden feestjes tot stand brachten in de schoot van de talrijke plaatselijke verenigingen. De meeste voorkomende bezigheden waren, kegelen, kleiduif schieten , duivenprijsvluchten, vogelpikwedstrijden, hanen gevechten ,wielerkoersen, biljart en voetbalclubs.Reeds na de zondagsmis ontmoette men elkaar in de herbergen van de Houtstraat. Na een processie trok de fanfare vanaf de kerk naar Hasselbroek en was de kermis geopend. Terwijl de kinderen zich vermaakten op de draaimolens en schommel, dronk het mansvolk potten bier in een herberg. In menig café speelde 's middags al een orkestje en werd er gedanst vooral tijdens de wielerkoersen. De bestelde pinten bier werden niet direct betaald maar met krijt op een lei geschreven. Omstreeks 1930 kostte een pint Cristal maar 30 centiemen en in de jaren vijftig bedroeg dit 5 Fr(0,125 €) .Werd men afgeleid door collega's aan de toog of bleef men te lang een dansje wagen op de spiegelgladde vloer dan stond men in het krijt. Zelfs de maandagavond werd er gedanst en gefuifd door de Jeukenaars en jongeren uit de buurdorpen. Film en TV- avonden kwamen meer in trek in de jaren vijftig en rond expo 1958 kreeg de Jukebox de aandacht vooral dank zij de internationale doorbraak van de Franse filmster Brigitte Bardot en zangers Elvis Presley en Rocco Granata. Door de opkomst en het gebruik van scooters (Vespa's) steeg de mobiliteit van de uitgaande jeugd. De discotheken en dancings die in de zestiger jaren aan de rand van steden groeiden, veroorzaakten een definitieve ommekeer. De jongeren toeloop naar plaatselijke dorpscafés stierf langzamerhand uit. Mede door de invoering van BTW in 1971 sloeg dan de sluiting toe in oudere staminees. Door het ontbinden van de fanfare en toneelkring, het gemis aan jonge sportvedetten en het uitdoven yan de kermisattracties of nevenactiviteiten, gleden er vanaf de jaren tachtig meer en meer cafés naar hun einde. Na optelling van een veertigtal ooit bestaande cafés in Jeuk en gehuchten blijven er tegenwoordig nog slechts drie actieve over en één die alleen in het week einde en feestdagen geopend blijft. In de deelgemeente Boekhout bestonden ooit zeven cafés waarvan de laatste rond 1990 sloten.
Dit type van waterpomp was in de steden nog in gebruik kort na WO II terwijl in ons dorp de oudere gietijzeren modellen tot lm80 hoogte opdoken na WO I op een tiental strategische inplantingen en uitgerust waren met een lange zware bedieningsarm, eindigend op een handgreep ,om het water manueel op te pompen. Het jaarlijks onderhoud ter vervanging van lederen zuigklep gebeurde door Jeukenaars Aerts Abdon en Félix Dorrenberg. Verkeer en mobiliteit in onze gemeente - Anno 1900/1914 - Boven Rond de eeuwwisseling kenden de plaatselijke bewoners een lichte sociale vooruitgang dank zij onder andere het intensiever gebruik van de reeds bestaande spoorlijn 36 tussen Tienen en Ans. Het treinstation van Roost-Jeuk betekende zelfs een aantrekkingspool voor reisinitiatieven van mensen uit omliggende dorpen. Gepaard gaande aan dit spoorwegaanbod kende men bovendien de doorbraak van de fiets die aanvankelijk voorbehouden was aan enkele aristocraten en stilaan evolueerde tot een populair voertuig voor de gewone man en jeugd. Paard, kar en koets bleven echter de geliefkoosde vervoermiddelen voor de boeren. Zij kregen daarentegen een helpende hand door de aanleg in twee fasen van de tramlijn St-Truiden-Hannuit tussen 1909/1911 en die uiteindelijk over haar volledig tracé in gebruik gesteld werd doorheen het Haspengouws landschap op 9.03.1911. Het goederen verkeer van hoofdzakelijk suikerbieten en granen kon vanaf dan eenvoudig aan de diverse tramhaltes via wachtwagons naar het station en suikerfabrieken \/an Roost-Jeuk, St-Truiden of Truilingen afgestemd worden. Logischer wijze steeg het reizigers verkeer per stoomtram zienderogen, niet alleen door toename van schoolkinderen richting St-Truiden of Hannuit maar ook door de gewone burger voor familie bezoeken of boodschappen naar voornoemde steden en tussenliggende dorpen. Inmiddels doken links en rechts gemotoriseerde voertuigen op bij enkele notabelen. Zo was er eerst de driewieler van Benz die al puffend en gedreven door een petroleum motor enkele jaren ophef maakte bij de aristocratie maar nadien op de achtergrond verdween door de opkomst en gebruik van de automobiel in hun middens.De directie of familie Beauduin van de suikerfabriek te Roost-JEUK had drie keurige Minerva auto's in haar bezit. De eerst volgende zouden opgemerkt worden bij boer Mathei en Oscar Sneyers. De koning der Belgen, of de Rolls Royce 40/50 in 1908 ontworpen door Barker in Londen, werd stilaan de toekomstdroom van de meesten uit de rijkere klasse. Door deze verkeersontwikkeling kwam het dorp meer in beweging en er ontstonden nieuwe cafés aan de tramhaltes. De verbroedering onder de bevolking kreeg langzaam een nieuwe dimensie dat leidde tot andere nooit geziene initiatieven. De kermissen kregen meer aanzien en werden aantrekkelijker en intenser gevierd. Het organiseren van feestelijkheden en stoeten doken geregeld op in de hoofdstraten en pleinen. Tijdens de rust- en feestdagen rond de halfoogst periode in augustus werd een nieuwe en grootse jaarlijkse kermis in het leven geroepen. Deze jaarlijkse feeststemming werd telkens een volkse belevenis waaraan iedereen zijn steentje wilde bijdragen. Een ongekende zomer stoet kwam tot leven. Groepen fietsers, versierde paardenkoetsen en voertuigen bemand door gekende middenstanders uit Jeuk en omliggende dorpen sierden telkens onder begeleiding van fanfares, pastoor en burgemeester de doortrekkende stoet. Het afsluiten gebeurde op het dorpsplein in de sfeer van orgelmuziek rond dansvloer en primitieve Vlaamse kermis standen.
Alcoholbeelden en propaganda uit den oude tijd
![]() De schouw in Jeuk in1985 - Afbraak in 1985 - Heropbouw in Hasselt In 1985 werd deze gietijzeren stookkolom gedemonteerd uit de landbouwstokerij Guilliams, gerenoveerd en heropgebouwd op de binnenkeer van het Nationaal Jenevermuseum. De kolom dateert van rood 1920. Ze is 4m50 hoog en heeft een diameter van 88 cm. Ze is opgebouwd uit 14 schotten en diende voor het stoken van alcohol van 97% alcoholvolume.
1) Café " De Lustige Zangers " Albert Moyaertsstraat, N° 2 - Boven Reeds in de twintiger jaren van vorige eeuw startte de eerste uitbater Debruyne Gustave, bijgenaamd " den dikke " en echtgenote Louise Missotten deze drankgelegenheid. Hij speelde toen twee hoofdtroeven uit, namelijk de ligging pal aan de tramhalte en postkantoor en vlakbij het dorpsplein waar de foor van de jaarlijkse kermissen opgesteld wordt terwijl zijn echtgenote in een zijvertrek van de café een kleine kruidenierswinkel verzorgde . Naderhand in de dertiger jaren kon hij ook een paar jaar genieten over het ter beschikking stellen van het voetbal lokaal Jeuk W. Club waarin zijn jongste zoon Maurice actief was. Na het verdwijnen van de tramlijn in 1950 en even later ook het postkantoor gaf hij de fakkel door aan zijn dochter Clémence en schoonzoon Georges Dunon. Deze kocht de vrijgekomen aanpalende gronden van de trammaatschappij en schiep alzo ruimte om op die plaats in de toekomst de spiegeltent met orgelmuziek " de meüskens uit Wellen "te laten installeren tijdens de kermissen . Daagde de spiegeltent niet op dan liet hij achteraan in het café een Truiense muzikant Djef Pedal ( Lenaerts) de muzikale sfeer verzorgen. De plaatselijke wielersport bloeide toen open en de Jeukse cafébazen stichtten een sportclub voor het inrichten van diverse jaarlijkse koersen voor Nieuwelingen, Liefhebbers en later Beroepsrenners . Zodoende kon Georges in de belangstelling treden en ook sommige vertrekorganisaties en kleine aankomsten afdwingen. Inmiddels stegen ook de kriebels om het hanenkraaien een vaste stek te geven in de achtertuin waar enkele rijen hokken opgesteld werden. Het bestuur en club van de lustige zangers werd alzo boven het doopvont gehouden. Het vaste cliënteel groeide meteen bestendig aan en de kaartenspelers bevolkten daarenboven zondags voormiddag en 's avonds menige tafels. De opvolging was meteen verzekerd toen dochter, Nicole Dunon in 1965 trouwde met de waal Jean-Jean Dejeneffe uit Corswarem. Dit pasgetrouwde koppel zorgde voor een degelijke hulp en opleiding , Uiteindelijk zouden zij een zestal jaar later in 1971 de uitbating overnemen en verder uitbouwen na de dood van Clémence. Hun klantenbestand groeide toen hun zoon Joel een paar jaar later de voetbalschoenen bij Daring Jeuk ging dragen en zich ontpopte tot een vlot schorende spits in alle jeugdcategorieën. De bijzondere bestuursvergaderingen van de voetbalclub werden bijgevolg later ook in de week gecentraliseerd in hun café. De waardin verdiepte zich volkomen in de voetbalactiviteiten en resultaten en hield systematisch alle rangschikkingen en foto's van de elftallen bij. Tegenwoordig prijkt zij nog elke week de uitslagen en rangschikking van de eerste ploeg op een vast en groot muurbord. De hanenzangwedstrijden hebben er nog steeds succesrijk plaats in de zaterdagvoormiddag en op zon- en feestdagen. De Jeukse vaste mededingers worden aangevuld door liefhebbers uit verschillende Vlaamse en Waalse omliggende dorpen om die volkssport uit te oefenen. De weerklank en het succes van deze wekelijkse wedstrijden werden reeds eerder onderstreept in de pers en televisie uitzending van het programma "terloops". De tientallen herinneringsfoto's versieren op de muur naast de toog de mooie momenten die de liefhebbers en inrichtend bestuur beleefd hebben tijdens de jongste vijftig jaren . De huidige openingsuren van het café beperken zich tot de zaterdag en zon- en feestdagen. Onderstaande foto toont de bestuursleden van de 2 Jeukse wielerclubs De Gele Trui en de Sportclub na fusering in 1950 bij 't café " Den Dikke " .
Deze foto is de huidige weergave en ligging van het cafégebouw met hieronder een late zondagavond binnenopname met bazin Nicole en een paar klanten.
Hieronder een vertreksein van beroepsrenners koers in
1954 met burgemeester Abel Petermans en met Charel en Willy op het
voorplan.
Twee lange overdekte rijen logies voor hanenzangwedstrijden op de zater- en zondagmorgen worden elke week opgekuist en onderhouden door de echtgenoot van Nicole. Reeds meer dan veertig jaar staan deze houten nestjes ter beschikking van de tientallen liefhebbers van dit volkssport . Hun geldinzet is relatief niet duur en de zang resultaten voor een zero of één kraai boven het totaal van het vooraf ingetekende aantal is niet echt verrijkend maar geeft wet voldoening en aansporing tot verdere deelname en mogelijke bekroning tot plaatselijk kampioen of bijzondere tornooi trofeeën. Sommigen die vrijgesteld zijn van toezicht tijdens de zangwedstrijden besteden hun wachttijd aan kaartspelen in de café. Al bij al is het een wekelijkse ontmoetingsplaats voor ontspanning. Zoals in andere verenigingen duikt hier ook een klassiek verjongingsprobleem op dat onafwendbaar schijnt. Het aantal ingeschreven hanen stijgt wel boven het aantal deelnemende personen zodanig dat het een grote opkomst blijft uitstralen en de motivatie tot doorzetten bevordert. Twee minuten voor de start van de zangwedstrijd worden de dieren in hun toegewezen en genummerde kooien in stelling gebracht( zie foto )
Dansorgels: In het verlengde van straatmuzikanten met draaiorgels geladen op een karretje ontstond in België omstreeks 1900 in Antwerpen de productie van dansorgels bij de firma's Mortier en Decap. Caféhouders aan de rand van steden en agglomeraties lieten hier en daar aparte danszalen met een orgel aan hun zaak bouwen en streden onderling om het grootste en mooiste orgel met de nieuwste deuntjes. Een soort kermisorgel kon in een minimum van tijd opgebouwd worden in een normaal café en gehuurd worden voor enkele dagen. Vanaf de jaren dertig ging Decap orgels bouwen met uitwaaierende accordeons, drumstellen, tamboerijn en saxofoons op het frontpaneel. Begin jaren vijftig werden elektronische instrumenten bijgevoegd. De muziek werd speciaal voor deze orgels gearrangeerd en gecodeerd middels gaatjes in de orgelboeken waar lucht doorheen geblazen werd naar orgelpijpen. Later kwamen er ook boekenwielen, zodat meer melodieën aaneen konden worden afgespeeld. In de jaren tachtig werd de muziek met behulp van cassettebandjes geprogrammeerd en recenter met sd-cards via computers. Maar nog steeds functioneert 90% van de orgels met boeken. Omdat danszalen en cafés minder in trek zijn ontwerpt Decap voor liefhebbers thuis kleine muziekautomaten, qua uiterlijk een combinatie van dansorgel en jukebox. In de Kempen treft men nog horecagelegenheden als Heidelicht en De Kaasboerin waar bejaarden met bus aanlanden om er te komen dansen. 2) Café bij Noïke en Tinneke, Poststraat ( nu A. Moyaertsstraat, N° 6 ) - Boven Werd bijna gelijktijdig onder de doopvont gehouden als het café bij " Den Dikke " twee huizen er vandaan. De uitbaters Bailly Florent en echtgenote Martine hadden één zoon Guillaume en twee dochters, Jeanne en Simone die in de dertiger jaren wat jonger volk trokken . Er waren nooit bijkomende speciale organisaties op touw gezet om massa's mensen te lokken. Men kwam er om een pint te drinken en wat te kaarten. Toch belette het hen niet om bij de kermissen een harmonicaspeler in te huren en het plezier aan te wakkeren tot een gezellige dorpsfeer die de plaatselijke aanwezige families tot dans en vertier aanspoorden. Na WO II deed Tinneke nog een paar jaar beroep op accordeon virtuoos Fidel Tilkens tot in de beginne van de vijftiger jaren haar keuze viel op een agentschap en uitbating van de winkelketen ' Coöperatief " beter gekend als " De Welvaart " dat een einde stelde aan haar caféleven en voor dochter Simone een bijkomende aantrekkelijke bezigheid was. Een zicht op de voorgevel van het oude café laat niet vermoeden dat dit ooit de ontmoetingsplaats was voor spontaan kermisplezier en winkeluitbating .
3) Café bij " Stoffel " in de Roland Sneyersstraat - Boven In navolging van de andere Jeukse herbergen brachten uitbater Onkelinx Maurice en echtgenote Lhoest Laure aan de vooravond van de oorlogsjaren op hun beurt een nieuw leven in de toenmalige Pispotstraat waar ze zich vestigden na hun verhuis uit Hundelingen . Maurice was niet de eerste de beste want zijn bekendheid in het uitgangsleven in de omliggende dorpen was een vaststaand feit en leverde hem de bijnaam " Stoffel " op. Zij hadden drie kinderen waaronder de zonen Clement en Gaston alsook een dochter Monique. Binnen de activiteiten van het café was Laure de baas al was zij van Franstalige komaf. Zij had kennis gekregen met haar man tijdens het werk op de Ecrémeuse Mélotte in Remicourt in de periode dat ze bij haar tante daar in bet dorp inwoonde. Naast de herberg bezaten ze een feestzaal waar de vroegere eigenaars, Simonis, toneelopvoeringen en dansavonden organiseerden. Voor WO II vonden er reeds kinema vertoningen met stomme films en kegelwedstrijden plaats. Na de overname van Stoffel minderde de omzet gevoelig tijdens de oorlogsjaren. In de jaren 1943/45 werd Maurice voorgedragen maar nooit benoemd als burgemeester van de gemeente Jeuk. Na het einde van WO II baatte de zoon Clement er de kinema " vïctory" uit tot in 1949.(het ingangsticket bedroeg toen 14BFr)Doorde opkomende wielersport en plaatselijke renners als Vannitsen en Dingens trad Stoffel ook toe tot de " Sportclub " die de cafébazen samen oprichtten in 1950. Terwijl zoon Gaston thuis een wekelijkse pianoles volleerde dank zij musicus Humblet uit Waremme ging Maurice op zoek naar een nieuwe uitdaging . Hij vond die in Ougrée tegenover de uitgangspoorten van de fabrieken Cockerill. Een jaar later was de ganse familie verhuisd naar het Luikse waar het Café des Hauts Fourneaux hun nieuwe thuishaven werd. De microbe voor het inrichten van wielerkoersen voor zijn deur in Jeuk loodste hij mee naar zijn nieuw verblijf want zoon Clement ontfermde zich snel tot het jaarlijks op touw zetten van de beroepsrenners wedstrijd Antwerpen - Ougrée. Gaston die vakbondsafgevaardigde werd in de fabriek bracht het twintig jaar later tot schepen van Ougrée en werd later volksvertegenwoordiger voor de PS alsook uiteindelijk nog burgemeester na de fusie met Seraing. Zijn dochter Laurette schepte het nog tot hogere toppen en is inmiddels onafgebroken al meer dan twintig jaar een belangrijk minister. Na hun vertrek uit Jeuk kocht Jef Vanmechelen het Jeukse pand en startte er in 1961 de wasserij St-Joris die er gevestigd bleef tot in 1988. De hieronder afgebeelde foto van hun Jeukse woning " Stoffel" gecombineerd met café en feestzaal was oorspronkelijk eigendom van de familie Simonis. Nu ligt het pand er min of meer desolaat en verlegen bij in de smalle dalende oude Pispotstraat die sedert de zeventiger jaren omgedoopt werd tot de benaming Roland Sneyersstraat.
in deze straat woonden tot In 2010 de meeste oudere mensen gemeente Jeuk. Velen benaderden de ouderdom van negentig jaar, Slechts één oude strijder uit WO I heeft er gewoond. Namelijk Bergers Hyfoertus bijgenaamd de schoenlapper. Hij was afkomstig uit Aalst en trouwde te Brustem met Vanmechelen Thérèse . Hij kwam zich nadien prompt te Jeuk vestigen { naast de café: zie partieel linkerdeel van foto ) om alzo -en beetje dichter bij het treinstation van Roost-Jeuk te komen en zodoende tot een snellere verbinding met zijn werkplaats 'm het Luikse te geraken. Aansluitend op het Jeukse imago van de familie " STOFFEL " vindt u hieronder de twee meest legendarische nakomelingen Gaston en Laurette. Zij maakten het weliswaar in de politieke wereld . Hun nationale populariteit is nog steeds up to date. Hun Jeukse kom af dragen ze nu nog steeds hoog in het vaandei Jaarlijks brengen ze bij Allerheiligen een bezoek aan de afgestorven familieleden die begraven liggen op het kerkhof van Jeuk. Gaston volgt nog steeds op de voet de gebeurtenissen rond zijn jeugdvrienden en gemeentelijke aangelegenheden in Gingelom.
4) Café SPIEK, Hundelingenstraat - Boven
In de uithoek van de gemeente Jeuk richtte Ferdinand Onkelinx en echtgenote Maria Medats hun drankslijterij op in augustus 1938. De bijnaam " Spiek " erfde Nond van zijn peter die te Hasselbroek ook een café uitbaatte. Nond is 23 jaar mijnwerker geweest in Luik. Tussen de inwoners van het gehucht Hundeiingen kon hij onmiddellijk drie en dertig trouwe klanten vastleggen. Als tegenprestatie organiseerde hij later jaarlijks een busuitstap voor hen richting Antwerpen of Holland.
Inmiddels en op vraag van dranklustige klanten legde hij een openlucht kegelbaan aan. Op bovenste foto zicht op een kegelbal opgooi door Leopold Giraerts met supporters en medespelers die de omvergevallen kegels vlug telden. Daaronder de eerste deelnemers aan hanenzang in 1948 met bazin Maria en Nond Spiek centraal geknield vooraan. Zondags in de morgen kwamen de hanen aan bod en in de namiddag werd er druk geoefend en gekegeld. Bij de kermissen en speciale feestdagen trok hij spelers aan van buiten de gemeente. Er vonden dan ploegenwed strijden en weddenschappen plaats die met enkele pinten bier werden afgerond. De kegel opsteller was meestal een jongen uit de buurt zoals Romain Medats die van 's middags tot 's avonds laat zijn job deed en al op 13 jarige ouderdom die dag toch 700 fr binnenreef (17,5€). Door de vele aanwezigen stak dochter Gaby een handje bij achter de toog en tapkraan. Sedert 1939 kwamen de jagers er regelmatig bijeen vanaf het ogenblik dat de jacht open gesteld werd. Na de verse Na de verse oprichting van de hanenzang club in 1948 groeiden snel het aantal mededingers uit de ganse gemeente en zelfs daarbuiten. De zanghokken werden parallel en met de voorkant langs de tuinhaag opgesteld en de liefhebbers zaten en stonden overdekt op ongeveer drie meter afstand. Door de toenemende deelnemers drong zich een eerste kleine vergroting van de gelagzaal in 't café op. Na een tijdje kreeg de organisatie te kampen met concurrerende hanenzang wedstrijden bij andere café uitbaters en werden de zanguren in overleg met elkaar afgestemd. De opkomst van de jonge Jeukse coureurs bracht echter wel nieuw bloed tot leven en Spiek voelde het opportuun om als medestichter van de Jeukse sportclub enkele aankomsten of vertrek van wielerkoersen voor de deur van zijn café te laten plaatshebben.
Op bovenstaande foto ziet u zes cafébazen op vergadering bij Sp.ek op een zondag ter bespreking van hun jaarprogramma : Guilliams Clement, Dunon Georges, Bex René, Isthaz Pierre, Vannitsen Joseph, Onkelinx Ferd.nand. Dochter Gaby , inmiddels getrouwd met Walthere Aerts uit Mielen (1922-1997) nam in 1952 de uitbating probleemloos over. Zij wist met de gekende leveranciers het vertrouwen verder uit te breiden en de klanten hun pint Stella of Cristal op een goed gekoelde wijze aan te bieden. De sporadische hanengevechten konden ook in het geniep in de aanpalende weide doorgaan en tijdens de kermissen bracht de muzikale familie VilJGEN met hun orkestje de verwachte leute en plezier tot stand. De verjongde aanpak van Gaby trok wel een nieuwe reeks klanten van buiten de gemeente aan . Kaartspelers en begrafenis bezoekers gaven er mekaar regelmatig rendez-vous in de weekdagen. Na enkele jaren beslisten Gaby en Walthere meer aandacht te besteden aan de jeugd . In 1962 gingen ze dan over tot het bouwen van een zaal die aansloot met het café. Dans of feestavonden met optredens van zangers werden legio. De Jeukse verenigingen en families konden tevens onder aanvaardbare voorwaarden de zaal afhuren en gebruiken voor hun vieringen. De voetbalclub Daring Jeuk gebruikte de feestzaal voor hun jaarlijks kerstfeest voor de jeugd en aanvankelijk ook hun bal met optredens van een zanger of gekende zangeres. De tapkraan moest wel zelf door de huurder afgerond worden door middel van bijkomende dienstentafels en bassins waarin de flessen drank gedompeld werden rond ijsblokken die men zelfs tot in Tongeren in de ijsfabriek moest gaan bijhalen. De hieronder afgebeelde foto's tonen een zicht in de feestzaal en in het café waar Maille Tut zijn verjaardagsfeest vierde. Van L naar R : Maille Tut, Huskin, Jamoul Jef, Coenen Maurice, Onkelinx Victor, Nélis Ghislain, Schalenborgh Georges, Ulens Less en Gaby Spiek.
De hanenzang activiteiten begonnen te lijden onder deze nieuwe aanleg en in 1968 stopten die definitief. Dit was waarschijnlijk in het vooruitzicht van de oprichting van een cafévoetbalclub in 1971 en in navolging van de tien jaar eerder ontstane voetbalclub Daring Jeuk die toen in 1967 verhuisde van Hundelingen naar een centraler gelegen weide waar later het sportcentrum door de gemeente zou worden aangelegd. De vrije tijd die de voetbalspelers in de liefhebbersbond besteden kwam ten goede aan de café uitbating . Na een paar jaar werden er echter kleedkamers en kantine gebouwd aan te toegang van hun voetbalveld en daalde meteen haar café omzet. Bovendien stopten onze Jeukse wielervedetten reeds een paar jaar eerder alsook de sportclub en het aantal koersen. Als kleine tegenmaatregel kwam er wel in 1977 een biljartclub tot stand onder impuls van voorzitter Missotten Marcel. Ze kreeg de naam BC SPIEK. Gaby bleef naarstig verder doen tot ze in 1988 definitief stopte met de café uitbating. Op haar 88 jarige ouderdom blijft ze nochtans actief aan de tapkraan in de kantine van de gefuseerde clubs HUVO en Daring Jeuk . 5) Café Weemans Hubert, (bij Nestrine) Wintboomstraat - Boven
In dit vooraan gelegen woonhuis in de aanvang van de toenmalige Paddenstraat richtte Hubert samen met echtgenote Nestorine Schepers een café in. Zij hadden drie dochters, Gabrielle,Simonne en Josephine en twee zonen Henry en Roger. De smalle veldweg was in de dertiger jaren toen nog lichtjes verhard met kleine kiezelsteentjes. Na WO II van 1946 tot 1950 bleef het bezoekers aantal constant volgens de vooruitzichten. De dochters trouwden en de jongste zoon Roger( 1932-1991) moest aan de ouderdom van zeventien jaar de toestemming van de koning vragen om te mogen huwen met een meisje uit Tongeren, namelijk Thérèse Konings (1928-1988). Nadat die goedkeuring administratief afgerond werd ontstonden er weliswaar problemen in verband met zijn legerdienst . Zijn oudere broer Henry was bereid om in zijn plaats naar het leger te gaan. De administratieve rompslomp geraakte echter niet rond. Wat later sloeg het noodlot toe daar Henry verongelukte ingevolge een werkongeval in de fabriek Espérance Longdoz te Luik. Na dit voorval was de maat vol voor Hubert en Nestorine en zij besloten te stoppen met café uitbating. 6) Café bij Noorkes, Grote steenweg ( nu beginzone van de Houtstraat) - Boven Deze kleine drankgelegenheid ingericht sedert 1899 in één van de dubbel gebouwde bescheiden woning werd uitgebaat door vrijgezel Lenore Bex. De ligging aan de afslag naar Boekhout en aanvang van de toenmalig druk gebruikte veldweg langs Sneyers kapel richting Heiselt was doorslaggevend. Vanaf 1911 kon zij genieten van opstappende of thuiskomende reizigers aan de vers aangelegde tramhalte vlak tegenover de afslag naar Boekhout. Dank zij de voorziene rangeer sporen voor verladen van bietenoogst bracht dit ook wat geregelde activiteiten en vooral klanten aanbod tot stand. Dra wist zij enkele trouwe wekelijkse bezoekers tot haar vast klantenbestand binnen te rijven en een familiaal onderonsje op te bouwen. Haar inkomsten waren al bij al maar pover doch haar sobere levensstijl hielp haar om overeind te blijven na beide wereldoorlogen. Zij werd algemeen beschouwd als zijnde de propere en kuisende patroon. Na WO II ,vanaf 1946 , nam ze haar 18 jarig nichtje , Mathijs Josée in dienst die als kersverse miss nieuwe klanten aantrok maar twee jaar later elders instapte. In 1948 stierf Noorke en werd in alle eenvoud begraven.
Deze bovenstaande foto toont de huidige bouwtoestand van nieuwe woningen waarvan de eerste ongeveer op de plaats ingepland werd van het vroegere café 7) Café Vanstraelen Paul (1919-1995)en Simonne Weemans, Heiseltstraat - Boven In het gehucht Heiselt ontstond in de periode van de golden sixties een heropleving van de cafésuitbating. Heiselt was voeger gekend door de voetbalclub Daring Heiselt en hun gevestigde lokaal café genaamd " de Pannenlepper " . Na de sluiting van dit sport café in de jaren zestig beslisten Pauf en Simone (1920-1993), op aandringen van kennissen, om in hun woning een nieuw café te openen en ook om de kermissen terug nieuw leven in te blazen. Zij startten aldus begin 1968. De klanten toeloop was echter eerder middelmatig al hadden zij niet te klagen ter gelegenheid van de eerste kermis en het aantal bezoekers die na de kermismis In de kapel, over de vloer kwamen. Stilaan had de mond reclame wel effect. Ze kregen regelmatig nieuw volk over de drempel maar het dagelijks verteer bleef weliswaar onder de verwachtingen. Zes maanden later kregen ze de concurrentie van de overbuur Tossens en langzamerhand voelden ze de omzet lichtjes dalen. In de zeventlgjaren besloten ze om te stoppen en een fijner tijd te besteden aan adoptie van Algerijnse kinderen.
Hun woning hierboven afgedrukt werd circa 20 jaar na hun dood inmiddels gerenoveerd door de nieuwe eigenaar en buur Willy Massa. 8) Café Tossens, Heiseltstraat ( bij Sto's ) - Boven In navolging van Paul Vanstraelen nam vrijgezel, Josée Tossens, zes maanden na diens initiatief de beslissing om ook een café te openen in de zomer van1968 na de stopzetting van hun familie Jabeur, Hun boerderijtje lag juist achterde kapel en er was ruimte ter beschikking in de voorvertrekken van de woonst. Een beetje aanpassingswerken waren voldoende om een ruim gelagzaal in terichten met zicht op de kapel en omgeving. Josée was echter een laatbloeiermaar kreeg op de ouderdom van 34 jaar kennis met Lucien Roosen uit Hasselbroek met wie ze in 1969 trouwde al was haar partner 14 jaar ouder dan zijzelf. Haar zus Jacqueline nam toen de zaak over gedurende 20 jaar. Hun basisklanten bestonden uit biljarters, kaartspelers, landbewerkers en gewone werklui. Het was een publiek geheim dat er achter de stallingen of diep gelegen weide jaarlijks meerdere hanen gevechten plaats hadden. Het doel bestond er in om het drankdebiet in de café op peil te houden door de opkomende liefhebbers. Een groep jongere Jeukse meisjes verschenen regelmatig over de vloer en lagen meestal aan de basis van plezierige momenten en danspartijen ter gelegenheid van de kermissen. Josée onderstreept wel dat zij van bij de start zorgde voor een degelijke en kostelijke koelgroep installatie die in staat was om 100 tonnen bier te verwerken onder aangepaste stabiele temperatuur.
Sedert haar ouderdomspensioen bekommert ze zich als wedu//e o;er haar gehuwde dochter Caroline en drie vrouwelijke kleinkinderen. Veronique, dochter van Jacqueline zaliger betrekt nu de woonst en oude caféruimte. Toemaatje over de " combats":Het houden van deze hanengevechten is een traditie die reeds in de middeleeuwen uitgroeide tot een vorm van volks sport. Internationaal is deze sport nog steeds gedoogd in Japan, Indonesië, Thailand , midden Amerika in Costa- Rica en Cuba. In Ierland en Engeland zijn de beestjes grof wild omdat de hanengevechten in Thailand en het Verenigd Koninkrijk zoveel op elkaar lijken. In sommige landen vechten deze dieren zonder sporen. Tot in het begin van de twintigste eeuw vierden de tornooien hoogtij. Zij werden trouwens door de adel, notabelen en geestelijkheden aangemoedigd en bijgewoond. In 1929 werd in België het wettelijk verbod op de hanengevechten afgekondigd ingevolge de ontstane weddenschappen en geldspel. fn de twintigste eeuw heeft de dierenbescherming de jacht geopend op deze spelen. Het bekvechten kreeg alzo meermaals een juridische staart. De organisatoren betrappen was uiterst moeilijk omdat het gevechtsport doorging op verborgen plekjes en waarnemers op de uitkijk stonden. Mevr Tossens Josée die reeds gedurende jaren ermede betrokken was als supporter, heeft de tijd nog gekend dat de gendarmen per fiets en per twee onverwachts opdoken. Deze mannen van de wet kwamen meestal kijken en controleren ingevolge een overschrijving doch ze stelden zelden een PV op want er werd hun al iets in de vuist gestopt en ze dronken te graag een paar wittekens Josée voegt er aan toe dat diegenen die hun "quinzaine" verspeelden met gokken of illegaal kaartspel na de vechtpartijen, gewoonlijk hun loon thuis toch niet afgaven. Ja, de tijd dat de kepi's opdaagden per fiets was niet onaardig. Toen ze latere jaren zelf per combi kwamen inspecteren reden ze eerst een paar keren op en af de straat om zich te tonen zodat iedereen de tijd kreeg om het hazenpad te kiezen of de beesten ergens op te bergen. Wijlen Jozef Claes uit Boekhout, animator van dergelijke kampen, zei me eens dat de eigenaars van de beesten andere schikkingen troffen . Zij duidden namelijk een stroman aan die aan de heren van de wet moest verklaren dat de hanen allemaal zijn eigendom waren. Vervolgens maakten de gendarmen voor hem alleen een PV op dat hij nadien kon bekostigen door een geldomhaling onder de aanwezigen kijkers en organisatoren. De stroman wist telkens goed op voorhand dat de geld inzameling zou slagen indien ze op heterdaad gepakt werden. Avondwedstrijden in gesloten ruimten waren soms de aangewezen bescherming om niet door gealarmeerde rijkswachters en controleurs opgejaagd te worden. (ter inzage hierna mijn art. voor de Heemkundige Kring) Jozef vergeet nooit de avondpartij die te Buvingen doorging op de zoldering boven de varkensstallen van de winning Terwing. Meer dan honderd vijftig personen waren er aanwezig al was de grootste inzet per koppel slechts tweehonderd vijftig franken. De ganse binnenkoer en achterkant van de hoeve stond vol geparkeerd met auto's en er werd aan de lopende band jenever drupke's geschonken. Tijdens deze volksopkomst dreef de passie ten boven.Al zijn inmiddels de kwekers meer bezig om zich toe te leggen op het kweken van gegeerde sierhanen dan toch betwijfelen we of de traditionele hanengevechten in Vlaanderen totaal uitgeroeid zijn. NB: te Jeuk en meer bepaald te Hasselbroek vierde de hanenmaatschappij St-Georges haar zilveren jubileum op 1 maart 1871. Het diploma werd opgedragen door alle bestuursleden aan hun voorzitter met name kannunik Stassens Amold. Het ingekaderde document is nu nog steeds in het bezit van Stassens Charles en vermeld de namen Bormans, Busmans, Matheï enz
9) Café bij de Pannenlepper, Jean Louis Vrankenstraat - Boven Hoogstwaarschijnlijk de oudste gekende café in het gehucht Heiselt De uitbating was in handen van Camille Louis (1893-1967) en echtgenote Josephine Nélis ( 1894-1981).AIs lokaalhouder van de voetbalclub Daring Heiselt had Louis onder WO II tot plus minus 1955, een aanzienlijk potentieel klanten. Zijn zoon Julien was toen al uitgeweken naar Bilzen en bewaarde voor eeuwig een geldsom van ongeveer 5000 Fr ( 125 € ) via de PCR op naam van de voetbalclub. Bij de twee jaarlijkse kermissen was het telkens volle bak tot in de vroege uurtjes. De meeste bezoekers kwamen uit de nabijgelegen dorpen Rukkelingen en Mechelen-Bovelingen te voet langs veldwegen, sommigen eerder om aan geldspel met de kaarten niet te ontbreken , anderen om te blijven plakken op de tonen van accordeon muziek met jazz en leuke volksliederen. In 1956 werd de kiezelweg naar het gehucht vernieuwd en verbreed aangelegd in beton. Het clubcomité poogde het daarop volgend jaar de clubkas te spijzen met het inrichten van een wielerkoers. Die poging werd niet herhaald. Na de dood van Camille werd de slechthorende Fine al eens verrast door een bepaalde kliek van klanten die haar een poets probeerden te bakken. Zij stopte uiteindelijk nog voor de invoering van de BTW in 1971.
De voorgevel van het gebouw onderging aanpassingen en verschuiving van vensters en voordeur. De caféaanblik van het vroegere staminee verdween 10) Café bij De Lanciers, Jean Louis Vrankenstraat - Boven Was een doodgewoon dorps café uitgebaat door Guilliaume Massa die de bijnaam " de Lanciers " verwierf, waarschijnlijk uit zijn leger periode, maar die minder in de belangstelling stond dan de overbuur " de pannenlepper " maar toch een degelijke bezoekers trend bezat. Als laatste woning richting Hasselbroek of Corswarem betekende de café ook een laatste stop met verfrissing voor boeren en landarbeiders alvorens die naar huis terug keerden. De baas en echtgenote Séraphine hielden zoals vele gemiddelde gezinnen er twee koeien op na en een paar varkens. Bovendien hadden ze een gehandicapte dochter die meer hun aandacht opeiste. De begrafenis uitvaart van Guilliaume werd in Heiselt voor de eerste keer verzorgd door de gemotoriseerde lijkwagen Jacob-Massa uit de Langstraat te Jeuk. Na hun dood verliet hun zoon " Wieke " Massa ( Wieke van de Lanciers } zijn kleine woning die even verder op gelegen was als de boerderij Wauters-Fransis en vestigde zich tot aan zijn overlijden in de woonst van het cafégebouw.
Dit gebouw werd na de dood van de " lanciers " betrokken door verscheidene huurders uit de Heisettse familie Butenaerts en later aangekocht en verbouwd door de nieuwe Waalse eigenaar Beaudoux die zich inmiddels gescheiden heeft van zijn echtgenote en haar de lasten overliet. Het huis heeft meerrrtaafe te lijden gehad van water overlast maar dit euvel werd opgelost door het aanleggen var) een wachtbekken ( drie honderd meter achter de woning ) door de overheid in overleg met de gemeente. 11) Café Antoine Tavernier, Houtstraat - Boven Oit groot café was beter bekend als " Twan de Verver " en gelegen vlak tegenover de ingang van de St-Joris kerk. Toine was eigenaar van een grote fruitweide die zich over zeventig meter langs de Houtstraat uitstrekte en een hellend terrein kende tot achteraan het wandelpad dat naar de school liep. Aanvankelijk stond er een klein huisje op de hoek van de weide die Twan liet afbreken .Op die plaats bouwde hij de woning met achteraan een ruime feestzaal waarin o.a toneel, dansavonden, rolschaatsen doorgingen en ook gekegeld werd op de aangelegde kegelbaan die tot aan de scène doorliep. In de gelagzaal van de drankgelegenheid stond een grote biljart voor drieband spelen. Onder hun vaste gewone bezoekers telde men veel middenstanders en mensen urt de culturele en politieke kringen die zondags na de hoogmis biljarten. Na WO II was het lokaal van de gewestelijke en plaatselijke liberalen er ook gevestigd. Twan was getrouwd met lambertine en had in feite vïer zonen en twee dochters .De drie oudste zonen werden eveneens verver terwijl de dochters achter de tapkraan postvatten. Na de dood van Antoine in 1935 werden de drie ververs zelfstandig en deden naarstig verder hetzij afzonderlijk of in groepsverband. Al moet gezegd worden dat zij kort na de oorlog de koestal lieten leeglopen en het kleine boerenleven van Twan niet verder doortrokken. Hun interesse beperkte zich nog alleer tot het oogsten van de fruitopbrengst in de achter gelegen weide voorzien van talrijke hoogst bomen. In 1946/47werd de zaal tussendoor gebruikt voor "crochet" zangwedstrijden met animator Pol Cabus van radio Limburg en optredens van Jan Verbraeken, Will Ferdy en Henk Debruyn. Nog voor het afsterven van Lambertine trouwden al twee zonen en de twee dochters. De jongste, Blanche nam met haar echtgenoot Pierre Isthaz de café uitbating over. Inmiddels stierf ook de zoon en vrijgezel Napoleon. De vier gehuwden konden allen een huis inplanten op een perceel van de fruitweide die zich rakelings langs de Houtstraat uitstrekte. Urbain baatte er een verf en hangpapier winkel uit terwijl Jeanne samen met zwager Pierre een likeurwinkel met rookartikelen opstartte. De jongste zoon Camille die ook vrijgezel was vervoegde zijn jongste zus in haar nieuwe woning. Na het leeglopen werd het complex verhuurd maar de huurders waren niet in staat om regelmatig winstgevende activiteiten te organiseren in de feestzaal. De toneelkring " Onder Ons " zonder afscheidnemende toneelleider Urbain Tavernier verhuisde in 1955 naar zaal Welkom. Na een poosje werd het cafépand verkocht aan de Post die zich er meerdere jaren vestigde totdat uiteindelijk de parochiale werken overgingen tot de definitieve verwerving van het ganse gebouwencomplex. Beide onderstaande foto's tonen u de vriendelijke groepssfeer onder de klanten bij Twan de Verver. Op de bovenste herkent men Paques Henry, Blanche Tavernier (tweede van L ) daarachter Bormans Lom, met hoed Bollen Armand of ( Maille van Seuris), dan X , Jeanne Tavernier, Paques Marcel, Guilliams Jef, vooraan Vandormael Victor, Tavernier Urbain en Petit Vandensavel met kind.
Op deze foto ziet men L: Tavernier Napoleon, Vandormael Victor, Vandensavel Petit, Medats Jean, Bex Marcel, Tavernier Jeanne en geknield vooraan X.... Onderstaande foto toont de huidige voorgevel toestand van het cafégebouw . De bakkerij staat op de plaats waar vroeger de koestal met schuurtje stond .
Verscheidene jaren werd er toneel gespeeld ,aar rato van twee of drie opvoeringen per jaar. Meestal gebeurde dit rond de einde jaarfeesten, dan in het voorjaar en de lente rond Pasen zoals uit onderstaande programma's blijkt.
12) Café bij Néke van Sule en Rosine, Houtstraat, 62 - Boven
Zij hadden sedert 1929 een eerste zoon Paul en in november 1935 werd zijn broer Jacques geboren. Rosine was aldus de aangewezen officiële uitbaatster en trok op een bescheiden manier haar streng. Met een kleine bijverdienste bovenop het inkomen van haar man zouden ze de schulden langzamerhand afbouwen. In 1938 en 39 werden de twee dochters Romaine en Monique geboren en was het gezin compleet. De oorlogsjaren naderden en bij de Duitse inval en doortocht onderging het uitgangsleven een flinke deuk. De gewone wekelijkse klant bleef achter en de drang om te overleven kreeg de bovenhand. De drankvoorraad en rotatie werd beperkter. Daardoor zochten ze een compensatie met het houden van een varken en een paar schapen en kippen. De tuin en fruit opbrengst van enkel aangeplante bomen kreeg vanaf toen meteen groter aandacht en werd intensiever verzorgd en voor het gezin aangewend om de uitgaven te drukken. In de kelderverdieping legden ze gemetselde bewaarbakken aan om het vlees van zelf geslachte varkens te bewaren in een pekel bad al moest het doden en slachten in het geniep gebeuren en buiten medeweten van het Duits opgezette controlesysteem.
Rosine gekiekt tijdens een feestje met haar broer Georges wonende in het Luikse Zijn bezoek was altijd niet opportuun aangezien hij als controleur van de accijnzen niet wenste getuige te zijn bij het inschenken van jenever ,n café Toen in december 1944 de Amerikaanse troepen kwamen uitrusten tijdens het Von Runstedt offensief in de Ardennen en een bataljon in de gemeente ingedeeld werd voor overnachting in de school, zalen, boerderijen, kasteel en bepaalde woningen voor de officiers ,kreeg het café van Néke en Rosine de zogezegde voorkeur om de permanente Staff in het café te laten postvatten met zeven personen en hun administratieve toebehoren. Dit vermeende voordeel aangeprezen door de toenmalige gemeente ambtenaar bleek eerder een groot nadeel te zijn want de café uitbating viel volledig stil en de hele groep officieren die elders in het dorp onderdak hadden kwamen zich 's avonds er regelmatig verzamelen om zich te bedrinken met eigen whisky tot overmaat van de schade die ze als razende cowboys aan de mooie toog van de inrichting veroorzaakten. Na de oorlogsjaren voelde men langzamerhand het cafébezoek heropleven en kregen de kermisdagen opnieuw dolle vermaak momenten. Ze werden jaren aan een stuk muzikaal verzorgd door "Milleke de Blenne " uit Montenaken begeleid met jazz en trommel door zijn oom Weemans en later door diens zoon Roger. Hun liedjes troffen de meeste mensen door hun populaire achtergrond en tijdens de korte onderbrekingen sloeg Milleke babbels met de meeste klanten die hij allen herkende op basis van hun stem. De klassieke vogelpikwedstrijden werden opnieuw ingericht en nu en dan was er een hanengevecht op touw gezet in de omgeving van het café. Politieke meetings georganiseerd door de socialistische partij kenden een goed onthaal want ze trokken 's avonds veel arbeiders en belangstellenden naar het opendeur debat in het café . Om de stijgende belangstelling naar de nationale voetbalcompetitie op te vangen kon Rene het plaatselijk depot van de pronostieken PRIOR binnenrijven. Wekelijks kwamen er tien tot vijftien personen hun ingevulde bulletins binnenleveren op de zaterdagnamiddag. De pronostieken en geld inleg bedragen werden dan 's avonds opgehaald per fiets door de regionale verantwoordelijke, de Heer Louis Lacroa uit Buvingen die ze nadien naar St-Truiden bij Vanhulle op de Markt moest inleveren voor 24 u. Na het uitdoven van de lokale voetbalactiviteiten werden er sporadisch wielerkoersen ingericht voor dorpelingen over de ganse halve lengten van de toenmalige Houtstraat. Dit was wel een voorbode aan de opkomst van jonge wielrenners zoals Vannitsen en Dingens die in 1949 de eerste stappen waagden met de onderbeginnelingen m de schoot van de KBWB. Het initiatief van deze jonge knapen lag wel onmiddellijk aan de basis van de oprichting tot een steunende sportclub samengesteld door de caféhouders en waarvan René de voorzitter werd en Pierre Isthaz de penningmeester. De invloed van de gele trui jn de ronde van Frankrijk zorgde inmiddels voor het opstarten van een tweede club in de gemeente . Om mekaar geen verdere concurrentie te veroorzaken ontstond er in 1950 een fusie van beiden met het gevolg dat in de navolgende jaren vijftig, per jaar, tientallen koersen plaatsvonden met aankomsten die evenredig verdeeld werden over de caféhouders in de gemeente op uitzondering van die uit Hasselbroek. Men kende toen zeven gouden jaren in deze sportbedrijvigheid. Voor sommige jongeren lag de weg naar de cinema wel open tijdens de zaterdagavond en 's zondags vanaf veertien uur in Waremme of St-Truiden Toen de Jeukse coureurs beroepsrenner waren geworden daalde de lokale opkomst zienderogen daar ze hun sport meestal in verafgelegen regio's gingen uitoefenen en de hevigste supporters thuis niet meer aan bod kwamen. Het klanten verlies in de café werd deels opgevangen toen de meisjes Romaine en Monique in 1954/55 hun ouders konden overtuigen om een occasie juke-box Wurlitzer te kopen voor 1100 €. Tijdens de gewone zondagen vonden er alzo eindeloze danspartijtjes plaats onder jong en oud. In 1957 werd de eerste muziekbox al vervangen door een nieuwe Seeburg waar men een groter keuze had in aantal platen en voor de prijs van vijf Fr drie selecties kon maken. De zonen Paul en Jacques, samen met een vijftal andere personen, vonden het toch nodig om een voetbalclub uit de grond te stampen en richtten in novemberl957 Daring Jeuk op die door de KBVB in april 58 bekrachtigd werd. Het lokaal werd vastgelegd bij het café van Néke die spontaan zorgde voor de aankoop van reglementaire houten doelpalen en doelnetten. Het dagdagelijks vertier bleef echter op een laag pitje want in de meeste huisgezinnen werd er toen in het vooruitzicht van de zestiger jaren investeringen gedaan met het oog op aanleg van verbeterde sanitaire uitrusting of badkamer installatie. Néke had inmiddels reeds op zijn beurt de oude WC met brilplank gelegen achteraan in de koer vervangen door een nieuw publiek gebouwtje uitgerust met Engelse WC pot en waterkruik voor doorspoeling naar een zelfgemaakte sterfput. Het gebruik van de WC-rol papier was toen nog niet direct in de mode. Aan een wandhaak hingen een reeks gescheurde papieren vellen uit dagbladen die voor het hygiënisch reinigen konden worden gebruikt. De aanloop naar de golden sixties werd alzo op een bescheiden manier afgerond. De zondag voormiddag kende traditioneel na de hoogmis een druk cafébezoek. De vaste vogelpikspelers en kaarters waren steeds present alsmede enkele herenboeren die over hun oogst en opbrengsten discussieerden. Op een bepaalde zondag voormiddag, in 1960 rond llu30 kreeg kaartspeler Bollen Armand, beter gekend als " Maille van Seuris " een beroerte tijdens het kaarten en stierf ter plekke in het café. Dochter Monique riep inderhaast pastoor Leonard Klingeleers ter hulp maar de vogel was voor de kat. Met alle moeite van de wereld konden wij de ongelukkige voor de deur in een wagen op de passagierszetel dragen en hem 300 m verder naar huis laten brengen waar de bijgeroepen dokter Petermans de dood kwam vaststellen. Een tegenspeler van Maille, de heer Jozef Journée (Djepp) had tien minuten nodig om te bekomen van het onverwachts voorval. Het aantal geplande hanengevechten kreeg jaarlijks een beurtrol bij de verschillende café uitbaters maar het aantal ingerichte wielerkoersen verminderde langzamerhand vanaf 1955. Door een nieuw aantal beginnende jonge Jeukse renners in 1961/64 zoals Onkelinx Christiaan, Delbrouck René, Bex Georges, Massa Raymond, Lindekens Jos, ontstond er een korte opflakkering die echter maar een drietal jaar duurde. In die periode kreeg het bestuur van Daring Jeuk opzegging voor het gebruik van het terrein in de Hundelingenstraat en moest er uitgekeken worden naar een nieuw veld. Het zoeken van een nieuwe locatie bracht het idee tot stand om spelers en supporters langs de tuin van het café bij Néke te leiden en alzo de weide van Hons te bereiken waar een terrein klaar gestoomd werd na het ontwortelen van bestaande appelen en perenbomen. Na de realisatie in 1967 was de verhuis een welgekomen geschenk voor het café daar tijdens de rust van voetbalwedstrijden supporters snel een pint bier konden komen proeven of zich even verwarmen in de wintermaanden. Dit gebeurde om de veertien dagen en duurde tot in 1976 toen de gemeente op dezelfde plaats het sportcentrum aanlegde met een toegangsweg langs de Cicindriastraat. Inmiddels stierf Néke in 1974 en ging Rosine verder met de uitbating tot ze in 1978 er definitief mee stopte. Bestuur en spelers van Daring Jeuk vieren speler Guilliams Albert op het einde van de kompetitie 75/76 voor 300 gespeelde matchen in eerste ploeg. Hier allen samen gekiekt in de koer achter het café van lokaalhouder Bex René.
Dergelijke gelegenheden onder samenkomsten van Jeukse spelers en bestuursleden tonen de familiale sfeer die er toen in clubverband heerste. Dergelijke opgezette bescheiden feestjes kregen later na de aanleg van het sportcentrum wet een ander dimensie in de plaatselijke kantine 13) Café bij Finneke Vanslype, Houtstraat, 66 - Boven
Twee huizen verder als Néke baatte Finneke, getrouwd met Basile Lemache, een modern café uit met terras aan de straatkant. Gelijktijdig was ze kapster, stiel die ze in haar salon uitoefende die door een semi transparante dubbel deur gescheiden was van de gelagzaal . De mannelijk klanten hadden bij haar toiletmeubel hun eigen scheermes in depot bewaring om hun eigen te behoeden van een vermeende baardziekte. Zij was een flinke en mooie dame die in dertiger jaren en na de oorlog een klantenbestand opbouwde bestaande uit doorreizende zakenmensen en handelaars die een rijkelijk vertier aanbrachten. De groeiende belangstelling voor dit soort bezoekers belette langzamerhand de verdere uitbating van haar kapsalon. De standing en weelde die ze opbouwde ontaarde soms wel in hevige dispuut momenten als de echtgenote van een vaste middenstand klant plots opdaagde en haar man de levieten kwam lezen in het bijzijn van Finneke. Deze vermanende scheldwoorden ontaarden soms werkelijk tot een kleine vechtpartij die in het terras uitmondde. De Waalse paardenkoopman, Camille, had daar een abonnement voor over want in dezelfde week herhaalde zich deze scène soms twee keer. Deze tonelen remden natuurlijk het bezoek af van Jeukse klanten. De fierheid van Finneke en de standing die ze door haar modieuze stijl uitstraalde was echter van korte duur daar ze in 1946 zeer jong stierf aan kanker. Haar echtgenoot verhuisde wat later naar Mielen en stelde het gebouw te huur. De familie Vannitsen-Bex die in 1946 twee huizen verderop gestart was in het huurcafé van Tavie , liet er geen gras over groeien en huurde die vrijgekomen mooiere locatie onmiddellijk. Het werd dan opnieuw een volkscafé waarin de twee jonge dochters een aantrekkingsrol speelden . Toen zoon Willy in 1949 als jonge onderbeginneling met koersen begon ,verwierven de nieuwe uitbaters op slag een groot aantal vaste klanten en supporters. Twee jaar later besliste de familie om wat verderop bouwgrond te verwerven en er een nieuw aangepast huis met café te bouwen in 1949/50. Een jaar na hun verhuis nam de inmiddels in Jeuk gehuwde beroepsrenner Charles Vandormael met Jacqueline Bex het initiatief om het café van Finneke te huren. Hun basis klanten waren oudere supporters en familieleden die meestal de zondag over de vloer kwamen of na een koers waarin Charles uitblonk. Na hun huurperiode en vertrek werd het gebouw in 1963 aangekocht door elektricien Frans Aerts en gebruikt als winkeluitbating. Na zijn dood kwam de post er zich nog vestigen tot in 2009. Onderstaande foto toont Charles en Jacqueline,achter de tapkraan met familieleden en vrolijke supporters na een hoogmis.
14) Café bij Tavie, Houtstraat, 70 - Boven Twee huizen verder dan het café bij Finneke baatte Octavie Simonis, echtgenote van Frans Morren, sedert 1941 een café uit nadat ze teruggekeerd was uit St-Truiden waar ze meer dan één café had gerund. Haar laatste Truiens verblijf was gelegen op de hoek van de markt, yoor iedereen beter gekend als zijnde " De Astoria ". Haar ouderlijk huis in Jeuk stond in de Pispotstraat en werd verkocht aan Onkelinx Maurice ( Stoffel ). Haar echtgenoot Frans die de bijnaam " Païnneke " kreeg hield zich bezig met het verzorgen en verkoop van varkens en vooral het ten dienste stellen van een beer. Nadat Frans stierf in 1946 gooide Tavie de boeg om en stopte ze met café om zich specifiek elke dag te voet met de beer en de zweep in de hand naar alle hoeken van het dorp te begeven om zeugen te laten bevruchten. Ze splitste haar bewoonbaar gedeelte en café van elkaar en stelde dan café met resterende woon- en slaapvertrekken ter beschikking van een huurder. Zij behield een smalle lange eetkamer met keuken en aanpalende slaapkamer. De stallingen voor de beesten lagen vooraan in de tuin zodanig dat haar uitstapjes met de beer door de woonvertrekken startten en eindigden. Reeds in 46 landde de familie Vannitsen als eerste huurder die later opgevolgd werd door juwelier Legros Francois uit Berloz en nadien door de particulier Francis Roger uit Mielen en verder nog door de Jeukse familie van Jos Forier. Tavie en Frans hadden drie dochters en een zoon. Zoon Joseph verliet België om zich in Nederland te vestigen .Yvonne en Julia vertrokken naar de stad Luik en Blanche , inmiddels gediplomeerde vroedvrouw, trouwde met Louis Malcorps uit Boekhout en bouwde een woning tussen het café van Finneke en dat van haar ouders. In 1971 werd het gebouw van Tavie volledig afgebroken en legde men er gewoon een groene tuin met beplantingen aan. Het onderhoud ervan gebeurt sedertdien door Romain Medats, echtgenoot van kleindochter Georgette Malcorps die al jaren geleden het huis van haar ouders overnam en bewoont. 15) Café Vannitsen, Houtstraat 74, later omgedoopt tot "De Ton" - Boven
Zoals reeds vermeld in vorige bladzijde startte de familie in 1950 met hun eigen nieuw gebouwd café. Hun bestaande klanten volgden nauwgezet naar het nieuw adres maar door de successen die zoon Willy dat jaar als jong wielrenner behaalde met zijn dertig overwinningen bij de beginnelingen steeg de klantenaanwinst in ruime mate. Vele sportmensen uit Jeuk en omliggende gemeenten plantten er vanaf toen hun stamcafé. Dikwijls werd er door de trouwste supporters gefeest en de top werd bereikt in 51 toen Willy het kampioenschap van België voor nieuwelingen in Verviers won. De belangstelling bleef groeien en trok verschillende bezoekers uit veraf gelegen regio's die speciaal in de week passeerden om Willy te ontmoeten bij hem thuis. Moeder Melanie Bex ( 1906-1992) was de spreekbuis en zette alle puntjes op de I . Zij kon alle aspecten van elke koers doorlichten en ontpopte zich trapsgewijs tot een kenner in de wielerwereld. Zelfs toen Willy beroepsrenner werd vond ze heel gezwind haar weg in de deals en handel van de bekendste sport managers en journalisten. Eindeloze discussies behoorden tot de charme van elk cafébezoek. Zij was dan ook beslissend met de installatie van een televisie die vanaf 1955 dagelijks in het openstaand vertrek achter het café ter beschikking van iedereen stond. Sommige dorpsbewoners en families kwamen 's avonds in groep naar uitzendingen kijken. Het sportnieuws dat 's avonds om 20 uur samenvattingen van koersen vertoonde kende dan ook regelmatig druk commentaar en twistpunten waarin de mening van ieder aanwezige aan bod kwam. Dat was de sfeer waarin een pint bier gedronken werd bij Vannitsen. De twee dochters Lucienne en Albine alsook Willy's broer Lucien trouwden en vestigden zich op een boogscheut in Jeuk . Naar het einde van de café uitbating toe trokken Melanie en echtgenoot Jef zich terug in een flat die ze zelf aangebouwd hadden boven de garage van hun woonst. Dochter Albinef 1930-2011) kwam nog enkele jaren ter hulp om de uitbating verder te verzorgen maar daardoor haar eigen woning ter beschikking moest stellen aan een huurder. Na de dood van Jef ( 1901-1995) en het einde van Albine's uitbating werd de café en woonvertrekken contractueel overgegeven aan de brouwerij die voor uitbreiding, en renovatie van inboedel en continuïteit bleef zorgen. Zodoende verschenen er in de loop der jaren verschillende huurders waaronder Eddy Beine en Martine Tachelet uit Mielen, René Grommen en Betty Deglin ook uit Mielen, een zekere Kitty van Hollandse oorsprong, Jeukenaar Eddy Ghoos en echtgenote Meugens hielden het zes jaar vol, vervolgens kocht zijn zus Jenny Ghoos het volledig gebouw en bleef gedurende dertien jaar of tot Nieuwjaar 2011 de uitbating waarnemen. Zij kon het gebouw inmiddels terug verkopen aan Gyba uit St-Truiden met zaakwaarnemer Falise uit Aalst. Een niet nader gekende huurder verliet in minder dan een jaar het pand. Uiteindelijk sedert 2012 verschijnt het koppel Torn Vanbergen-Linda Velkeneers uit Nieuwerkerken en Mechelen-Bovelingen die van het café een brasserie maakten en fietscafé om tegenwoordig aan de verlangens van de nieuwe trend te beantwoorden. De Ton heeft inmiddels een vast en fris imago opgebouwd en is schijnbaar op weg om in Jeuk een nieuw type cafébezoekers te selecteren ter vervanging van de werkende lokale klasse die nu elders hun gading zoekt. De onderstaande binnenopnamen tonen de ruime tooguitbouw en diepgangperspectief alsmede de aanlokkende eetsuggesties.
Ursule Latour, geboren op 3.04.1879, was de moeder van zes zonen en een dochter . Haar echtgenoot Albert Bex, geboren op 19.11.1864, was fabrieksarbeider in het Luikse en pendelde met pak en zak één maal per week op en af met de trein. Dagelijks moest er toen nog twaalf uren geklopt worden en de Limburgse werklui verkozen om 's avonds ergens in de omgeving van de fabriek te blijven logeren. De inkomsten waren te krap om het gezinsleven volledig te bekostigen. Daarom hield Sule nog een koe en enkele varkens om te vetten . Aan de ouderdom van zestien jaar moesten de zonen trouwens tewerk gesteld worden om rond te kunnen komen in de algemene behoeften van het totaal gezinsleven dat ook geconfronteerd werd en te kampen had met de oorlogsjaren van 14/18 en haar naweeën. Kort na WO I bood de gelegenheid zich toen aan om een café uit te baten in het voorste vertrek van de woning. Met bescheiden inrichtingskosten en de hulp van nabijgelegen schrijnwerkers en stielmannen startte Sule haar eerste stappen in de café uitbating. Zij kon vlug een kern van plaatselijke boeren lokken en enkele middenstanders die hun wekelijkse consumpties bij haar staminee kwamen centraliseren. Ze bouwde alzo stevige relaties op met de leden van de gemeenteraad en kon naderhand zelfs gronden ontfutselen van een paar boeren die het labeur stilaan beu waren. Rond de jaren dertig was haar gezinsbudget voldoende toegenomen door haar totale inkomsten bijkomend af te ronden via eigen fruitopbrengsten. Tijdens de toenmalige ontstane crisisjaren betekende dit een aardige steun aan haar kroost waarvan de meeste inmiddels huwden en met bouwplannen geconfronteerd waren. Ze overleefde nadien de periode van WO II en bleef naarstig en bescheiden verder doen tot haar twee en zeventigste verjaardag. Uiteindelijk stierf ze op 20.07.1956. Haar woonst werd nadien verkocht aan Urbain Vandensavel en echtgenote Finneke die er tot aan hun dood verbleven. Tegenwoordig hebben nieuwe eigenaars de gevel en binneninrichting van lokalen en slaapkamers gerenoveerd en kan de huidige hierna afgedrukte foto niet de charme meer laten zien van de bescheiden caféfacade met er naast het zijdelings origineel overdekt doorloopsteegje tussen de twee huizen.
17) Café bij Netje, Houtstraat - Boven Naast het café van Sule werd de aansluitende rijwoning van haar schoonbroer Henry Bex ,na diens dood en de verhuis van het gezin Mathijs-Bex in 1948 naar Houthalen, omgetoverd tot een café uitbating. Vooreerst huurden Roger Massa en echtgenote Maria Loix , bijgenaamd Maria Pejeng , het pand voor een periode van drie jaar. Het beoogde bezoekersaantal werd afgestemd op een jonger ogend publiek want Maria nam een jong zestien jarig meisje in dienst om in haar opzet te slagen. Voor het eindigen van haar huurcontract bouwde ze een nieuwe aangelegenheid tegenover de school. Na haar vertrek kocht de familie Guillaume Martin en Netje Helaers uit St-Truiden de caféwoning van Mathijs-Bex. Zij telde drie dochters en vier zonen. Moeder Netje had reeds een kleine ervaring in St-Truiden opgedaan en startte zelf in Jeuk met zwier en glans haar nieuwe café. Haar bijnaam Netje werd snel verankerd in het uitgangsleven. In de herfst en winterperiode sierde een Waalse travestiet de zaterdag avond tussen 22 en 23 uur de aanwezige vaste bezoekers. Zijn aanwezigheidduur was getimed daar de taxi buiten de wacht hield. Gedurende een aantal jaar kreeg Netje bovendien de hulp van haar oudste dochter Josée die jeugdiger klanten op de tonen van de Jukebox amuseerde. Later trouwde Josée met Lucien Vannitsen, broer van Willy. Netje sloot caféleven af na de huwelijken van Josée en oudste zoon Jackie en vertrok terug naar St-Truiden in de winter 1959/60 terwijl haar Jeukse woonst overgenomen werd door Lucien en haar dochter Josée die om beurt een zoon en twee dochters voortbrachten. De grijs geverfde gevel van het pand is wel ongewijzigd gebleven na het overlijden van Lucien en vertrek van Josée nu het inmiddels in handen is van een nieuwe eigenaar. 18) Café bij" Letters ", later " De Trepke's " genoemd, Houtstraat - Boven In een langwerpig pand bestaande uit woning en werkhuis opgericht in de 19 e eeuw door Schalenborgh Denis, kuiper en siroopmaker, die houten siroopvaten samenstelde voor doorverkoop met eigen product via o.a nabijgelegen winkel Bormans, ontstond het oorspronkelijke café " Letters" zo rond 1905. Dries Guilliams had zich het pand toegeëigend en zijn echtgenote Collette startte er een café met winkel. De bijnaam "Letters " zou uit de roepnaam van Collette voortvloeien . Collette was de over grootmoeder van Nelly Peetermans , ex-mevrouw Paul Koninckx . Nelly haar moeder Maria Guilliams, kleindochter van Dries, trouwde met Clement Peetermans uit Hundelingen. Hij was de schoonbroer van Joséphine die in het pand woonde na haar huwelijk met Jef Schepers(1905-1984), zoon van de oude " Thé " die aan de overkant van de straat woonde. Als er ooit een doodgewoon simpel en eenvoudig mens op de wereld verscheen dan is dit haast zeker Joséphine Guilliams (1909-1960). In het voorvertrek van haar woonst baatte zij de kleine winkel uit met drankgelegenheid in hetzelfde lokaal. Haar echtgenoot, Jef Schepers was gewoon een fabriekarbeider die tewerkgesteld was in het Luikse en zich amper bekommerde met de uitbating van café en winkel. Haar inwonende vrijgezel en broer den dikke Clement, verbonden aan de NMBS, was de voortrekker van het cafébestaan. De toegang gebeurde via een zestal trappen in blauwe arduin tot In de kleine inkomhal waar de linkerdeur geopend werd met een dubbel belgerinkel. Het moet gezegd worden dat de sfeer in het café opgesmukt was door de geur en reuk van koloniale waren. Al bij al voelde de cafébezoeker zich thuis in deze kalme ruimte. Er heerste nooit geen " tralala " of klacht van de gebruiker want Finneke deed haar best om een goede smaakvolle pint in een stevig glas met oorgreep op te dienen. Kort na WO II hield zelfs de aankomende jeugd haar vergaderingen achter het venster van de voorgevel. Finneke baarde inmiddels een dochter, Jenny genaamd en stopte met alleen de woonst. De steile toegangstrappen van vroeger werden via bloembakken en chicane op een sierlijker manier vervangen. De invaart helling kreeg een geslaagde klinkers bezetting en contrasteert perfect met de zijgevel in rode baksteen. Het geheel creëert nu een imposanter onthaal in een rustig decor zoals blijkt uit onderstaande foto na uitvoering der werken.
19) Café LINDEKENS en zaal Welkom, Houtsraat, 100 - Boven
Dit gebouwencomplex dateert uit de tweede helft van de negentiende eeuw . De zaal met scène achter de caféwoonst was opgetrokken langs de stallingen van aangrenzende boerderij Sneyers Oscar. Dit was einde van de 19de eeuw de ontmoeting en repetitieplaats van " société de fanfare - Goyer " gesticht in 1892 ( later omgedoopt tot " La Goyétoise " )en de eerste Jeukse zaal waar regelmatig toneelopvoeringen en feesten doorgingen.De juiste startdatum van de herberg ligt voor het raden. Gedreven door de leuze " met jenever en bier maakt men in Jeuk plezier " rezen er na WO I in de jaren twintig en dertig de cafés als paddenstoelen uit de grond. Hier kocht Joseph Lindekens ( 1892-1979) het pand nadat hij getrouwd was met de West-Vlaamse vluchtelinge Julia Ghyselen ( 1901-1946) .Hij was haarkapper van beroep en zou zijn stiel opperbest kunnen combineren met de café uitbating. Toen zijn zoon Roger zijn eerste plechtige communie moest houden in 1930 maakte Jef van de gelegenheid gebruik om een feestelijke opening te ensceneren. In de maand augustus van dat jaar volgde de eeuwfeest viering van de Belgische onafhankelijkheid. Deze plechtigheid en stoetvorming werd voor zijn café aan de gedenksteen van de gesneuvelden afgerond en nadien in de zaal verder gezet en opgeluisterd door de plaatselijke fanfare " La Goyétoise "Jef mikte op een driedubbel klantenbestand, hetzij leden van de fanfare en toneelgroepen met daar bovenop de mannen, die hun haar kwamen laten knippen aan zijn coiffeurstand in de voorziene caféhoek . In de andere hoek van de gelagzaal plaatste hij een biljart voorzien van acht gaten waar menige liefhebbers op trainden en de kunst van het balstoten ontdekten om hogere puntenscores af te dwingen tijdens het spel maar met aandacht om de centraal opgestelde kegel niet aan te raken met een deviërende bol. Hij kocht ook een radio aan om dagelijks het nieuws aan zijn bezoekers mede te kunnen delen. In een mindere en kalme periode bood hij zijn diensten aan in de Jeukse suikerfabriek Sneyers & Beauduin C° waar hij als paardbegeleider de kleine interne vervoer van onderhoudproducten en suikerderivaten verzorgde tijdens de campagne. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak ontsnapte zijn zoon Roger ( 1923-1991) nog aan zijn legerdienst maar hij borgde het radiotoestel op in de "gout" achter de keuken. Daar werd dagelijks in het geniep geluisterd naar de berichten die de Belgische regering van uit Londen doorseinde. Albert Haccuria, zoon van de hoofdonderwijzer die aan de overkant van de straat woonde, kwam tot twee keer per dag en 's avonds meeluisteren en een geheime zender aanhoren daar hij zelf als een hoofd van de weerstandsgroep die dagelijkse briefing ging overbrengen. De Duitse Gestapo had inmiddels weet van deze clandestiene overbracht van zendberichten en deed onverwacht een inval. Roger zette het haastig op een lopen en via de tuin sprong hij over de haag om zich in de velden te gaan verschuilen. De zwarte SS-delegatie ging zich verder laten gelden bij de hoofdonderwijzer en schoolgebouwen waar ze op zoek gingen naar de zoon maar alles vruchteloos onderste boven gooiden zonder afdoend resultaat.Toen het Amerikaans leger in december 1944 kwam uitrusten in de schoollokalen gebruikten ze ook de zaal een paar weken als slaapvertrek. Onder de oorlog had Roger inmiddels ook zijn getuigschrift als accordeonspeler en coiffeur behaald en kon hij aan de leerstoel van zijn vader plaats nemen en klanten bedienen. In 1947 werd hij verliefd op een nieuw dienstmeisje dat in de naburige hoeve Sneyers tewerkgesteld werd en na enkele maanden met haar huwde. Jacquemin Romanie ( 1929-1982 ) , was afkomstig uit Klein-Vorsen , gaf haar job op en kwam inwonen bij de familie Lindekens waar zij als hulp in het huishouden de nodige steun kon verlenen daar haar schoonmoeder Julia in 46 overleden was en beide mannen haar aanwezigheid uitermate nodig hadden. Een jaar later werd hun zoon Joseph geboren. Inmiddels had zich een nieuw zanghanen maatschappij gevormd die zondags voormiddag wedstrijden in de zaal organiseerde. Na een vijftal jaar doofde deze hanenzang volledig uit en werd dit verlies gecompenseerd door het op touw zetten van kaartwedstrijden gepaard gaande aan mosselsouper en gelijktijdig door de heropbloei van de plaatselijke wielervedetten en koersen. De tapkraan debiteerde alzo wekelijks zijn voorraad tonnen bier en het vertier bleef op een leefbaar peil. Bij de kermissen stelde accordeonist Roger zijn orkest samen met saxofonist Missaire Herman of Moréa Guilliaume en drummer Julien van Seuris die tezelfdertijd komieke figuren uitbeeldde en de mensen aan het lachen bracht. Sommige bezoekers die wat gedronken hadden organiseerden al eens een weddenschap om langs de pilaar, die voor de toog stond, op te klimmen en met het hoofd driemaal het plafond te raken. Vader Joseph hield wel zijn hand over het hoofd van zijn zoon die de gewoonte aankweekte om tijdens het kappen zijn klanten op zich te laten wachten ingevolge sanitaire stop of smulpartij in de keuken. In 1956 kwam een keerpunt tot stand toen de toneelgroep " Onder Ons " zich hergroepeerde en besliste om haar opvoeringen voortaan bij Lindekens te laten doorgaan. In de volksmond werd de café vermeld als zijnde " bij Jef van Tielja " verwijzend naar de moeder van Jef doch de zaal werd omgedoopt tot " Welkom " benaming en werd jaarlijks met een vijftal toneeloptreden gevuld. De lokale socialistische partij en vrouwen beweging hielden er op hun beurt hun grote bijeenkomsten en feesten. Ook particulieren lieten er familiebijeenkomsten en koffietafel voor begrafenissen doorgaan alsook oude strijders aangelegenheden , bal avonden van voetbalclub Daring Jeuk, terwijl de fanfare repetities bleef doorvoeren. Tijdens de vijftiger jaren werd Roger nog vader van een dochter en zoon. In de beginjaren zestig probeerde Jos,oudste zoon van Roger, zijn kans te wagen als wielrenner. Na een poging van drie jaar hield hij het voor bekeken. De normale café uitbating liep alzo verder onder de hoede van Jef tot deze in 79 stierf. De toestand veranderde helemaal toen ook Romanie overleed in 82 en Roger eenzaam achter bleef en besliste om bij zijn zoon Dany te gaan inwonen. De lokale socialistische partij organisatie in overleg met de mutualiteit " De Voorzorg " is nadien overgegaan tot het verwerven van het volledige pand. De zaal werd gemoderniseerd, de scène verbouwd en een bijkomende keuken werd achteraan toegevoegd. De café zone werd kantoor voor de ziekenkas en vakbond terwijl de vroegere keuken omgebouwd werd tot een sanitair geheel. Tegenwoordig laat de slijtage overal littekens ontstaan en stortte het dak van de zaal in zodanig dat die totaal buiten gebruik gesteld is. Café en woonst worden verder nog benut door mutualiteit "de Voorzorg" en vakbond ABVV. Fotoshot over de deelnemers aan opvoering van blijspel ANTJE in 1986 in zaal Welkom.
Van L naar R : boven : Marsoul Johny,Bex Abel,Vrancken Anne,Otten Arthur ( decorbouwer), Ghoos Maurice ( voorzegger),Trossard Gaston (regie),Bex Roger, Lemache Lucien, Hoebregs Godelieve, zittend : Coenen Flore,Vandensavel Julien, Lindebrings Freddy,Vandensavel Chantal, Moyaerts Maurice ( niet op foto: decor: Joseph Follon en Marcel Missotten , grime: Moyaerts Albert) 20) Café bij Maria van Pejeng, Houtstraat, 106 - Boven
Onder de succesvolle huuruitbating van haar vorige café wat verder op in de Houtstraat was Maria Loix tot de volle overtuiging gekomen over de winstmogelijkheden van dit beroep. Haar echtgenoot Roger Massa, metser bij een kleine ondernemer uit Buvingen, was inmiddels het zware werk beu en sloot zich aan bij de visie van Maria. Na afbraak van de ouderlijke lemen woning gelegen tegenover het gemeentehuis, bouwden ze aldaar in 1952 een nieuwe woning met handelsvertrek en aangrenzend zaaltje gescheiden door een uitschuifbare houten plooiwand . Zij startten alzo hun eigen café. Na een uitloopperiode als metser vond Roger het opportuun om met de hulp van zijn nieuw aangekochte Citroen wagen een taxi activiteit uit te oefenen. Maria had inmiddels een vast dienstmeisje in dienst genomen en in de week einde zelfs een tweede. Er werd sporadisch wat gedanst met een tijdelijke installatie van een Jukebox. Sommige jongeren die na de cinemavertoning binnen kwamen verkozen meestal nog een partijtje tafelbiljart te spelen. Ter gelegenheid van de kermissen werd er nooit een orkest ingehuurd. Het basis klantenbestand vloeide voort uit doorreizende handelaars en zakenlui eerder dan uit een resem Jeukenaars. De gelegenheid maakte de dief en Roger bleef na een paar jaar al eens onderweg hangen na het wegvoeren van een klant en dat viel niet in goede aarde met Maria. Op haar beurt trad zij meer op de voorgrond en bouwde nauwere relaties op met sommige bezoekers. Ruzies en disputen brachten onenigheid tot stand onder het kinderloze echtpaar. Het vast dienstmeisje moest dan maar deeltijds meer komen en Roger ging ze wekelijks bij haar woonst afhalen en terug thuis brengen. De verhouding onder het echtpaar werd steeds slechter en de scheiding hing in de lucht. Uiteindelijk gingen ze uiteen en Maria trouwde achteraf met een jonge Jeukenaar Joseph Loix en vestigde zich in Tienen waar ze een paar jaar nadien bevallen is van een zoon.De handelswoning werd vervolgens verhuurd aan elektro Frans Aerts die er verbleef van 1958 tot en met 1963 en de caféruimte als winkel benutte. Uiteindelijk werd het gebouw definitief aangekocht door het echtpaar Joseph Joumée(1931-2010) en Monique Latour (1938-2007). Na hun overlijden is het hun dochter Marina die nu de verdere bezetting van het gebouw beheert.21) Café bij LECOCQ, Houtstraat, 132 - Boven Het huwelijkskoppel Finie Lecocq(1903-1982) en Clement Parent(1895-1977) sloot zich aan bij de dolle naoorlogse jaren twintig om in het jaar van de bolhoed in 1927 op hun beurt een cafeetje te openen. Clement was handelsreiziger bij kruidenierswinkels en ontdekte wekelijks het winstgevend effect van café combinaties met winkel. Aangezien zij een koele kelder bezaten en hun voorste plaats ter beschikking stond was de beslissing snel genomen. Bovendien oefende Clement een bijberoep als fietsenmaker uit, het populaire vervoermiddel van dat ogenblik, in de garage van hun woning. Na zijn dagtaak en feestdagen besteedde hij zijn tijd aan herstellingen en nieuwe aanpassingen aan de toenemende velo's van de inwoners. Tijdens de wachttijden konden zijn klanten dan eveneens genieten van een drankje in het café. Clement was correct en efficiënt en kon met iedereen een interessant babbeltje slaan. De sympathie die Finie uitstraalde bij ontvangst van de herstellingskosten en het nuttigen van een drüpke rondde de zaken af. Vele Jeukenaars die te voet terugkeerden van kermis Hasselbroek hielden bij hun café een laatste halte alvorens naar huis te gaan. Het koppel had twee kinderen; dochter Madeleine geb. in 1924 die later in 1948 trouwde met ex-weerstander Paul Strauven en vervolgens een zoon Paul , geb. in 1930 die navigator werd tijdens zijn legerdienst en nadien als onderwijzer actief was voor kinderen van beroepsofficieren gekazerneerd in het bezet Duitsland.
22) Café bij Marie Vanslype, Leeuwerikstraat, nu Henri Stassensstraat - Boven In dit kleine café uit de jaren twintig ontstonden de kiemen van het uitbaters leven bij Clara en Joséphine. Beide mooie meisjes waren erg geliefd. Clara ontpopte zich tot de vaste aantrekkingsrol van jongere klanten . Joséphine voelde dra dat haar rol op een hoger niveau beter tot uiting zou komen. Na haar behaalde diploma als coiffeuse trouwde ze met Basile Lemache en bouwde een woning met café in de Houtstraat. Haar zus Clara hield het vervolgens nog een paar jaar vol en kort na haar huwelijk verliet ze de ouderlijke woning . Marie oordeelde toen dat het welletjes geweest was en besloot om te stoppen tijdens de woelige periode van WO II. 23) Café Joseph Vanslype en Lea Vandevelde, H. Stassensstraat - Boven
De cafémicrobe leefde optimaal onder de familieleden Vanslype want Jef en Léa woonden vlak naast het café van Marie en openden een wat ruimere herberg na het crisisjaar 1929. De lancering periode was niet zo gelukkig gekozen. Zijn ligging in deze kiezelzijstraat bevorderde niet de opvang van wandelaars en bedevaarders die op de steenweg naar de kapel St-Job te Hasselbroek doortrokken. Toch bouwden ze een vaste kern van enkele landbewerkers en fabriekarbeiders als trouwe klanten op. Onder hun trouwste klanten bevond zich meteen den dikke Clement Guilliams van café " bij Letters " die als vrijgezel geregelde bezoeken bracht bij diverse andere café uitbaters. Hij verteerde gemakkelijk een resem pintjes bier alvorens door het lint te gaan. Zo liet hij zich op een dag toch verrassen toen hij in 't café door zijn stoel zakte en met ongelooflijke moeite terug recht kwam. Bij Jef en Léa leefde de
droom dat hun kersverse dochter Marie-Thérèse later voorbestemd zou kunnen
zijn om de zaak op te tillen of over te nemen . Inmiddels baarde Léa nog een
eerste zoon, Lucien en na de oorlog een tweede , Armand genaamd. De nasleep
van de oorlogsjaren die één te lage inkomen grens onder de werkende klasse
en bevolking teweeg bracht bevorderde geenszins een groeiende café
uitbating. De beslissing om ermee te stoppen was uiteindelijk het logische gevolg.
Dat zijn oudste zoon twintig jaar later de traditie zou voltooien vermoedde
hij niet.
Toen Nond Nelis (Spiek) in de twintiger jaren dit café opende was het gebouw meer bescheiden dan de huidige foto toont. Achter de woonst lag een kegelbaan in open lucht en vervolgens een strookje koer en dan de tuin. Nond en echtgenote Marie Lejeune trokken wel goed hun streng en genoten van veel sympathie. Tijdens de crisisjaren hielden ze stand . Hun ligging halverwege de grote baan tussen Jeuk en bedevaartsoord St-Job betekende een voordelige halte voor de voorbij trekkende gelovigen of kermis wandelaars. Onder zijn vaste Jeukse klanten telde hij een groep kegelaars en kaartspelers die wekelijks de kas spijsden. De oorlogsjaren waren ook moeilijk te verteren maar hun optimisme dreef boven en ze bleven volharden. Toen de plaatselijke coureur Theo Dingens in 1948 zijn eerste stappen in de wielrennerij ondernam vervoegde Nond vliegensvlug de opgerichte wielerclub. Aankomsten van wedstrijden voor zijn deur waren het logisch gevolg en brachten jaarlijks meer volk in zijn café. Hij genoot nog een tiental jaar van het caféleven maar om gezondheid redenen besliste Nond om er mee te kappen nadat hij een interessante doorverkoop van zijn gebouw met de brouwer Moureau uit Waremme had afgesloten. Nauwelijks een jaar later werd de zaak opnieuw geopend door Maurice Groven uit Borgloon nadat hij een huurcontract met de brouwer had afgesloten. Zijn broer Jean woonde tegenover het café en was getrouwd met Josée Paques die er een beenhouwerij uitbaatte. Maurice kwam dus voordien regelmatig op familiebezoek bij Jean en bleef dan gewoonlijk hangen bij Spiek . Hij kende meteen vele trouwe klanten en had zichzelf al enkele malen laten gelden door zijn buitensporige beroeps werkzaamheden. Hij was een stoere gekende werker en verwierf vlug de bijnaam " Boom " , bijnaam die hij overdroeg naar het café. Hij kende natuurlijk op slag dolle uitbating jaren waaronder veel meer bierdebiet tot uiting kwam dan voorheen onder de periode van de oude Spiek. Alles was in trek gedurende zijn beleid maar zijn gezondheid zou hem parten spelen en in 1966 stierf hij. Enkele maanden later nam Lucien Vanslype, zoon van Joseph, het initiatief om te onderhandelen met de brouwer uit Waremme. Lucien was het fabrieksleven dat hij al 23 jaar beleefde bij Maréchal & Ketin in Sclessins totaal beu. Hij was inmiddels getrouwd met Jeanine Bollen, dochter van plaatselijke Jeukse bierverdeler Wannes Bollen die te Hasselbroek op het kruispunt naar Corswarem en Waremme een tiental jaar een succesrijk café runde. De besprekingen werden tamelijk snel afgerond en het gebouw van Spiek werd nu eigendom van Lucien. Door bewuste en snelle aanpak kon Lucien aangepaste verbouwingen en vernieuwingen doorvoeren aan het interieur uitzicht van de café installaties en startte op 19 april 1967 met een geslaagde vernissage. "Bazouf " de roepnaam van zijn vader kreeg opnieuw weerklank in het dorp en het naburige Boekhout geboortedorp van zijn moeder Léa en ook dat van zijn schoonvader Wannes. De bekendheid dreef onmiddellijk wijd vertakkende familieleden en kennissen naar het café en de zaken liepen als een trein. Toch bleef Lucien niet bij de pakken zitten en rook hij nieuwe omzet mogelijkheden door het opstarten van een café voetbalploeg in 1973 in navolging van deze die in Hundelingen tot stand kwam bij Spiek. Langzamerhand steeg het aantal nieuwsgierigen en doken er andere initiatieven op. De aanloop naar kompetitie in de liefhebbers categorie werd voorbereid en uiteindelijk een vast terrein op de kop getikt aan het doodlopend steegje van de Vonnestraat langs de J. Guilliamsstraat. De clubnaam Concordia werd onder de doopvont gehouden en schonk voortaan zijn naam aan het café. Midweek trainingen en de deelname aan kampioenschap genereerden meer inkomsten daar er gewoonte getrouw mosselfeest en gezellige bijeenkomsten na de prestaties en trainingen doorgingen in het snel vergroot café gedeelte.Lucien had de microbe beet en verzette bergen bij het onderhoud van terrein en afwerking van nieuwe kleedkamers. Zijn inspanningen waren lonend want in de weekdagen vonden verscheidene supporters en spelers in de vooravond mekaar terug aan de toog . Lucien voerde meteen een sociaal tarief door in het verbruik van bier en courante dranken. Toen de actief spelende generatie uitdoofde en de voetbalactiviteiten stopten bleven de meeste spelers vaste klanten . De laatste jaren eisten aldus minder energie op . De aandacht ging voortaan naar de werkende klasse die na hun dagtaak de gebeurtenissen onder elkaar kwamen vertellen en versieren met een goede pot bier aan sociale prijs. Men kan gerust besluiten dat Lucien één van de laatste der Mohikanen was onder de "patrons" van de dorpscafés. In januari 2011 werd een mijlpaal van 44 jaar afgesloten door een vijf en zeventig jarige kinderloze cafébaas.
De kampioenenploeg uit 1973-1983: titel bij de 1ste Nationale Liefhebbers cat. 25) Café bij Bertus Jamoul en Maria Nélis, Rampariestraat, 11
Deze fraaie gerenoveerde voorgevel was ooit een niet te missen caféhalte voor de Jeukenaars die zich te voet en in groep naar kermis Hasselbroek waagden. Meestal kwamen de mensen binnen langs de grote openstaande ingangspoort en zijdelingse deur die met een sas verbinding gaf aan het café en kelderverdieping. Maria zorgde telkens voor een gezellig orkest en zang optredens tijdens de kermisdagen. In een bomvol café moest men zich dan een weg banen om aan een frisse pint bier te geraken. Mijn moeder werd ooit tegen de kelderdeur gedrukt en viel de trap af naar beneden. Lichte kwetsuren aan elleboog en knie konden achteraf de pret niet storen. De blauwe plekken waren 's anderendaags het onderwerp van kermis sfeer. Op het einde van de jaren dertig stopte de café uitbating en verhuisden Maria en Bertus " Metjas " naar de Grote Baan te Jeuk om aldaar een familiale fruithandel verder op te bouwen met hun jongste zoon Gustave. Hun oudere zoon Florent Jamoul, gehuwd met Yvonne Bovy, nam het huis en stallingen over in de Rampariestraat . Florent dreef nu intensiever handel in fruit en onderschreef jaarcontracten met boeren. Kersenteelt in hoogstam boomgaarden gespreid over lokale en Waalse gemeenten werd een tiental jaar de hoofdbrok. Tijdens het plukseizoen in de zomer werden er tot zeventig plukkers tijdelijk in dienst gesteld. Door samenwerking met fruithandelaar Roosen uit St-Truiden vormden zij de grootste afzetter voor de fruitveiling van St-Truiden. 26) Café bij VANSLYPE Judith, Rampariestraat, 18 - Boven Dit café werd uitgebaat door Vanslype Judith ( 11.12.1888 - 28.11.1948) die gehuwd was met Schalenborgh Armand (17.10.1882-3.02.1964). Haar café was doorgaans meer in trek dan bij Maria en Bertus aan de overkant van de straat. Judith was geboren in Antwerpen en genoot over een kunstopleiding die haar als zangeres verbond aan de Luikse opera. Deze troef speelde zij ook uit bij kermissen en feestelijke momenten in haar café als de ambiance ten top gedreven was. Achter het gebouw legde ze een openlucht kegelbaan aan naast de hangar. Zodoende dreef ze haar vast klantenbestand op en kon zij teren op een doorlopend vertier in vrije zomeruren. Zij was de moeder van de gekende weerstander Arthur Schalenborgh ( 15.05.1912- 7.10.1999 ) die door toedoen van Judith in 1939 te Luik in het huwelijk trad met Jeanne Dubois ( 1.03.1916 ) afkomstig uit ons plaatselijke Boekhout.Het koppel vestigde zich nadien definitief in Brustem. Arthur had tijdens de oorlog verschillende ondermijnende acties ondernomen tegen de Duitse nederzetting op de vliegbasis in Brustem. In zijn Jeukse geboortedorp had Tuur verschillende geheime privé locaties langs dewelke hij vluchtwegen kon laten starten voor gevallen en opgevangen geallieerde piloten. In zijn vrije tijd hield Tuur zich in Brustem intensief bezig met de activiteiten van de plaatselijke wandelclub. Na de oorlog jaren kreeg Judith problemen met haar gezondheid en ze hield het voor bekeken na de winter van 47-48. Uiteindelijk ^stierf ze in 1948 te Longchamp (Waremme) in de kliniek Notre-Dame terwijl haar echtgenoot jaren later overleed bij een van hun kinderen wonende in Herentals. Huidige toestand weergave via onderstaande foto.
In de loop der jaren onderging deze woning diverse verbouwingen en kreeg de gevel een herschikking en frisse opknapbeurt door het aanbrengen van een nieuwe baksteen. De huidige garagepoort was oorspronkelijk een meervak vensterdeur met kleine rechthoekige ruitjes die toegang naar het cafégedeelte verschafte. De zijingang was toen niet afgesloten met een metalen hek .27) Café bij Poldine, Hasselbroek 195 - Boven In deze woning , eigendom van Simonis Armand;werd het voorste vertrek als caféruimte benut. Armand was gehuwd met Poldine Balthazar ( 1890-1975) uit Montenaken die hem twee dochters baarde, Hélène en Yvonne. Beide jonge meisjes begonnen een aantrekkingsrol te spelen in de late dertiger jaren en deden de zaak op volle toeren draaien. De oorlogsperiode remde de verdere bloei in ruime mate af al kende men een kleine heropleving na WO II. Na het huwelijk van beide dochters en het overlijden van haar echtgenoot Armand stopte Poldine met verdere café ambities in de loop van de veertiger jaren. Zij bleef echter nog enkele jaren actief als kookster ter gelegenheid van plaatselijke familiefeestjes. Uiteindelijk vervoegde ze haar dochter Hélène en echtgenoot Missaire Herman die inmiddels te Jeuk woonden. Het getrouwde koppel Yvonne Simonis-Missotten Armand nam de woonst over en vestigde zich nadien met hun kroost in het ouderlijk huis. De laatste levensjaren bracht Poldine door bij haar dochter Hélène.28) Café " bij Ponteus " nu Hof Ponderosa, Hasselbroekstr, 197 - Boven Na WO I was café Ponteus gedurende ongeveer twintig jaar het rendez-vous punt voor de wandelaars die verpozing zochten rond de dreven en vijvers van het kasteel te Hasselbroek. Marie Dorrenberg was met kempenaar Pierre Manderveld getrouwd en kreeg drie zonen en twee dochters. In de dertiger jaren dreven ze hun veehouderij op met tientallen koeien. Deze activiteit bleek succesrijker dan café houden en aan de vooravond van WO II stopten ze er mede. De huidige Antwerpse uitbaatster Vanhemelen Veerle met zoon Michaël Strube en partner Alfons de Visser zijn hoofdzakelijk paarden liefhebbers. Zij woonden enkele jaren in de Landenstraat te Gingelom maar hadden er te weinig ruimte rond de woning om hun hobby verder te ontwikkelen. Hun beesten liepen in de weiden naast het voetbalterrein van E. Gingelom. Sedert 1.04.2012 openden ze het Hof Ponderosa te Hasselbroek. Daar vonden ze het vroegere pand van " Ponteus " geschikter om naast en achter de stallingen hun hobby verder uit te bouwen. Bovendien koppelden ze de dagelijkse bezigheden aan het inrichten van een ruim café waar allerlei nevenactiviteiten gepland werden.Het country dansen en eetfestijnen vullen er de wekelijkse agenda. Achter de koer duikt een grote circustent op waar de trek- en koerspaarden regelmatig getraind worden . Bij warme zomerdagen kan men buiten in de koer onder een wit tentzeil genieten van dranken en versnaperingen, de donderdag uitgezonderd. Mevrouw Vanhemelen bereidt de maaltijden voor maar runt het financiële en administratieve beheer terwijl Alfons en Michaël instaan voor het onderhoud van de dieren en de relaties met de verenigingen . Daar de zaak geen uitstalraam bezit voeren zij regelmatig acties met flyers om klanten oogst te bevorderen. Publiciteitspanelen , vlaggen en een kar aan de ingangspoort trekken de aandacht van de voorbijgangers.
29) Bij LABYE, Hasselbroek, weg naar Corswarem - Boven De heer Labye Joseph ( 1884-1959) trouwde met Moyaerts Marie . Zij startten op jeugdige leeftijd kort na de eeuwwisseling ( vermoedelijk rond 1904 ) het café dat vlug zijn eigen bijnaam kreeg. Vijf en twintig jaar later huwde zijn dochter Julie ( 1910-2001) Jeukenaar Missotten Georges ( 1909-1980). Dit duo deed de voortzetting van de uitbating kranig verder nadat ze aangepaste verbouwingen van inrichting en façade hadden doorgevoerd. Georges kon het meerdere jaren klaarspelen om de spiegeltent in de weide voor zijn deur te laten opstellen bij de jaarlijkse kermissen. Hun dochter Fernande zou nadien de zaak een extra impuls geven en ook de jukebox in het café onderbrengen. Zij onderhield bovendien gelijktijdig bij haar nonkel en tante in café St-Job de goede contacten met uitgelezen klanten en knoopte aldaar de definitieve relatie aan met haar toekomstige echtgenoot, Charles Stassens. Julie was een graag geziene bazin maar Georges was een sportman. Hij plande onder andere jn de maand mei 1946 een voetbalmatch tussen veteranen en oude spelers uit Jeuk en Corswarem in de weide voor zijn woning daar er toen geen wielerkoers doorging en de spiegeltent niet aantrad . Hij trad in 1949 eveneens toe tot de plaatselijke steunclub voor wielrenner Theo Dingens. De georganiseerde koersen tijdens de kermissen van mei en september passeerden automatisch herhaalde malen voor zijn deur . Om de 2 a 3 ronden werd er een premie uitgeloofd aan de eerst voorbij spurtende renner. Dit lokte gedurende de hele koers vele tientallen supporters voor en in zijn café. De uitgebreide familie van de Jeukse fruithandelaar Florent Jamoul behoorde eveneens tot zijn vaste klanten. Zij hevelden hem zelfs mee naar de Jeukse gemeentepolitiek om daar hun imago op te tillen tijdens de voorbereidende kiescampagne van 1954. De faam en eerlijkheid van het café Labye scheerde hoge toppen totdat Georges er het bijltje bij neerlegde in de aanvang van de zestiger jaren. Echtgenote Julie kon toen genieten van een opportuniteit en voerde na de caféstop de uitbating van de winkel " Welvaart " door tot diep in de zeventig jaren. Julie overleefde haar echtgenoot twintig jaar en sleet haar laatste jaren in een flat dat haar dochter Fernande keurig en op maat inrichtte naast haar woonst afdeling in de witte hoeve Stassens.
30) Café St-Job, Grote Baan, Hasselbroek - Boven
Dit gebouw werd in 1938 opgetrokken op basis van plannen opgesteld door Arch. Abdon Petermans uit Jeuk. De opdrachtgever was het kinderloos echtpaar Jefke Lambert en Angèle Missotten die op dezelfde plaats een oud cafégebouwtje met grond aangekocht hadden waar enkele jaren voorheen de familie Bex René en Vandormael Régine gewoond hadden. Het interieur van het nieuw café werd tot in alle details ook uitgetekend door de architect en alzo gerealiseerd tot en met de vaste indirecte bronzen verlichtingsstatieven. Het vernieuwd en modern uitzicht kreeg onmiddellijk het cachet van een taverne dat door elke bezoeker geprezen werd. Alleen de straatbreedte scheidde het café van de kapel st-Job . Voor de vele passerende bedevaarders en toeristen was het een aantrekkelijke referentie . Hun nichtje, Fernande Missotten, spendeerde haar café uren deels bij haar ouders en deels bij haar nonkel en tante. In 1953 stierf Angèle echter. Jefke hertrouwde nadien met Germaine Moyaerts, zus van Fernande haar grootmoeder. De familie banden bleven alzo gehandhaafd en het nichtje erfde het pand na hun dood. Enkele jaren geleden kocht een vastgoed firma het gebouw. Bedenkelijke huurders en nieuwe eigenaar herschikten de buiten traptoegang. De oude overdekte kegelbaan werd nu verbouwd tot een garage. Momenteel staat alles opnieuw te koop via een vastgoed makelaar. 31) Oud café van Bertha Cawie, Hasselbroeksteeg St-Job - Boven Het wit gekalkte gebouw ligt teruggetrokken achter de inritsteeg naast café St-Job. Het was in de dertiger jaren een ontmoetingplaats voor de families Léva's, Gillard , Daniels en Paques. De oude Mina hield er de hand boven het hoofd van Jefke Nélis en Louisa terwijl het koppel Jules Gillard en Bertha Daniels de uitbating van het café waarnam. Vrijgezel Irma Gillard, zus van Jules, woonde ook onder hetzelfde dak. Zij had een verhouding met Henry Paques die geregeld over de vloer kwam samen met het koppel Blanche Paques en Armand Strauven die later naar Binderveld verhuisden. Bertha was afkomstig van Corswarem en kwam als enige dochter uit een nest van elf kinderen goed uit de verf. Zij blonk uit in de sociale omgang met klanten en verwierf de bijnaam " Cawie ". Eén van haar broers, de beruchte kaart tovenaar " Monquet " baatte een café uit te Waremme en kwam af en toe een demonstratie geven.
Na sluiting van het café kort na WO II werd Bertha het dienstmeisje van proost Abbé Renard te Corswarem . Na diens geestelijke carrière vervoegde ze hem als thuishelpster in zijn appartement te Waremme. Het oud café lag jaren verlaten en te verkommeren maar wordt inmiddels bewoond door een Franstalig gezin. 32) Café bij LEVA'S , kruispunt Grote Baan en Hasselbroekstraat,nu "Le St-Job" - Boven
Jefke Nélis en Louisa bouwden dit café in de dertiger jaren aangepast aan de behoeften van dat ogenblik. Een moderne uitsprong en terras gericht naar de kapel St-Job bezorgden de passant een aanlokkelijke visie over het geheel. Jefke had het voordeel dat Irma Gillard, vrijgezellin, de rol van gerant overnam. Als fiere en mooie vrouw vervulde zij een gemakkelijke aantrekkingsrol . Buiten de modale klant kon zij gegoede burgers in de weekdagen binnenloodsen zoals Waltere Jamar ,de kasteelheer die bijna dagelijks zijn champagne portie kwam proeven. Bovendien groeiden de relaties zeer snel en ontstond dra een nieuwe handboogschutters club met schietstand in de tuin. De comfortabele en moderne inrichting van het café met aansluitend een vertrek voor vergaderingen en toegang tot de feest zaal wekte ook de belangstelling van de duivenliefhebbers. Zij stichtten er hun lokaal " L' Epervier " en konden zonder problemen de ruimte benutten voor wekelijks inkorven voor prijskampen en zelfs hun vergaderingen en jaarlijkse feest vastleggen. Het succes en de strategische ligging op het kruispunt voor overgang van de provincie Limburg naar de provincie Luik had een enorm voordeel. Dit verklaart waarom vele vooroorlogse bedevaarders en andere gelovigen na bezoek aan de kapel St-Job een binnensprong waagden. Rond 1954 was de kous af. Irma kende stilaan zenuwproblemen deels door de ouderdom maar ook deels door het jarenlang vruchteloos wachten tot zich een huwelijk voltrok met haar verloofde Henry Paques. Zij sleet haar laatste jaren in een psychiatrische instelling te St-Truiden.In 1957 nam bierhandelaar Wannes Bollen uit Jeuk het initiatief om de café opnieuw op te starten. Hij had een grote troef in handen want hij had liefst drie dochters, Nelly, Jeanine en Lydia die op het moment van de jukebox rage de café op stelten bracht. Het werd het nieuw rendez-vous punt voor de jeugd gedurende een zevental jaar. Toen de dochters in de zestiger jaren huwden betekende dit ook het einde van de vrolijke periode. Na de dood van Wannes en echtgenote Maria nam de jongste dochter Lydia het lef in handen om met haar tweede echtgenoot, René Payafat, een nieuw elan te geven aan de zaak. Inmiddels waren de twee oudere zussen ook al gehuwd en elders gevestigd. Het werd meer een eetcafé of schijnrestaurant die minstens een twaalftal jaar stand hield. Kleine verbouwingen vonden plaats tijdens die periode. In navolging van Payafat huurden Suzanne Puyleers en Franc.ois Deneffe het volledige pand en legden het accent op een frituur. Lang duurde het niet of er brak brand uit ingevolge onvoorzichtige installaties. Dit bevorderde niet de gang van zaken en deze nieuwe uitbaters stopten vroeger dan gepland. De overgang naar andere uitbaters ging verder en zo kwam de zaak eerst in handen van Serge Noèl , vervolgens zijn zoon Didier. De onstabiele uitbating werd nadien overgenomen door twee dames die eigenaar van het pand werden en met het café houden onder de naam " Le St-Job "verder gingen tot in 2010. Sedertdien is Julia Dubois in het bezit gekomen van het totaal verbouwde complex en stelt ze het nu te koop aan Mevr Pelser Marie en partner Nélis Patrice die officieel op 1.10.13 van start zijn gegaan na overname van de volledige inboedel in het 70m2 vergroot café waar muziekdistributie, bingo's, biljarttafel en flatscreen voorhanden zijn. Het assortiment bieren sterkere dranken en uitgebreide keuze in cocktails behoren tot het dagelijks prijslijstaanbod. Aangezien de uitbaters Franstalig zijn en hun neonreclame op de gevel dit toont is het leeuwenaandeel van hun verbruikers afkomstig uit Berloz en Waremme en doortrekkend verkeer van en naar die gemeenten. Oude klanten die in de vijftiger en zestiger jaren daar hun stamcafé hadden kunnen nu moeilijk voorbij rijden zonder een kijkje te gaan nemen in de vernieuwde inrichting om er nog eens te dromen over de mooie momenten die ze er vroeger beleefden.33) Café bij Emma Mélotte, Kasteelstraat, 12 - Boven Dit was samen met café Noorkes één van de kleinste onder de oude cafés uit Jeuk. De inboedel bestond uit een kleine gebogen toog , twee tafels met asbak en zeven stoelen ,een barkrukken petroleumlamp en een duvel kacheltje. Als laatste gebouw in de straat en komende van de kapel te Hasselbroek was dit een welgekomen halte voor wandelende herenboeren. Zij zorgden een beetje in het geniep voor serieus vertier en inkomen garantie voor Emma. In deze straat stonden maar een vijftiental huizen waarvan de inwoners slechts sporadisch op bezoek kwamen. Een paar vaste klanten uit Hasselbroek waren wel gekend. Emma was niet getrouwd maar werd de moeder van Monique. De waardin kon wel teren op de aanwezigheid van haar broer Jefke die bij haar inwoonde. Op de gevel stond niet de minste reclamebord indicatie. De aangeboden sterke dranken waren de hoofdtroef . Bier werd haar geleverd door brouwer Camille Jeandarme uit Borlo. Misschien was dit het enige café in Jeuk waar het merk Ekla - Vandenheuvel geschonken werd. Na de gemeenteverkiezingen van 1958 werd Armand Stassens verkozen en organiseerde hij de viering bij Emma met andere leden van zijn lijst. Inmiddels trouwde de dochter Monique met Remy Vanermen uit Landen en heeft dit koppel de gevel laten verbreden en opwaarderen al blijven zij nog steeds gedomicilieerd in Landen.
De huidige façade waarachter het kleine café schuilging geeft een ruimer en vertekend beeld van het oorspronkelijk smal gebouw. Het integreert zich nu beter in de modernere architectuur van de aanpalende nieuwe woningen. 34) Café bij KEUKEN, Grote Baan, 5 Hasselbroek - Boven In navolging van de nieuwe trend die in de dertiger jaren overwaaide nam de familie Claes eveneens het initiatief om aan hun opbouwende woning achteraan een zaal toe te voegen die gemakkelijk vanuit de café te bereiken was. Jerome Claes was getrouwd met Augustine Lejeune en ze waren de gelukkige ouders van drie dochters en een zoon. De oudste dochter Fernande bracht de wagen aan het rollen de eerste jaren. Zij was een accordeon virtuoos geworden door het volgen van lessen gebracht door Raymond Appeltans van Gingelom en neef van musicus Jean Menten. Bijgevolg animeerde zij op voortreffelijke wijze de dansavonden in hun eigen zaal. Jerome zorgde wel voor een vast cliënteel en kon na WO II bijvoorbeeld zijn café ten dienste stellen van de socialistische mutualiteit " De Voorzorg " die er zitdagen en uitbetalingen voor de leden organiseerde. Hij steunde vanaf 1949 eveneens de vers opgerichte sportclub ten bate van wielrenner Theo Dingens en kon daardoor jaarlijks een paar aankomsten van wielerkoersen voor zijn deur laten gebeuren. Inmiddels troffen stilaan de twee andere dochters Monique en Betty de aandacht van de jeugd en loodsten nieuwe klanten binnen. Nadat Fernande reeds huwde met een rijkswachter uit Blegny-Trembleur en Monique in de vijftiger jaren het voorbeeld volgde met Henry uit Kortenbos en beide vrouwen daardoor het ouderlijk huis verlieten, daalde de klanten toeloop aanzienlijk. Toen ook Betty in 1959 dezelfde stap ondernam en moeder Stine met gezondheidsprobleem geconfronteerd geraakte was het einde nakend. Zoon Willy (1934-1994)had ondertussen ook reeds de benen genomen en vestigde zich in Alken. Jerome kwam na een tijd in meninggeschil met Stine en verliet haar uiteindelijk. Hij was wel een motorfreak die zijn dood vond op de Luikersteenweg in de omgeving van Oreye. Na de dood van Stine en Jerome verdween de naam " Keuken " totaal uit het lokaal café gebeuren. Momenteel verblijft de dementerende Fernande bij haar zoon in de Ardennen terwijl Monique en Betty beiden in Tongeren wonen. 35) Café Driesmans en Delbrouck - Champagne , Em. Beauduinstr, Roost-Jeuk - Boven Het gebouw werd bij aanvang van de 20ste eeuw opgetrokken door de
familie Lindekens -Sneyers uit Attenhoven. Vanaf 1911 trad de dubbele handelsfunctie van café en winkel in voege. Dit was het jaar dat de tramlijn
St-Truiden-Hannuit opengesteld werd en vlak naast het café een tramhalte
afgebakend werd. Na de overname door Louis Driesmans (1882-1968) en echtgenote
Alice werden extra slaapkamers ingericht. Het fraaie geheel kreeg het statuut
van een klein hotel. Zij mikten onder andere op overnachtingen van de
controleurs die permanent aanwezig waren in de nabij gelegen suikerfabriek waar
alcohol gestoken werd. Anderzijds nam het dagelijks reizigersverkeer toe. Het
treinstation lag op een boogscheut. Daarom bouwden ze achteraan het
woninggedeelte stallingen waarin een overdekte kegelbaan aangelegd werd
en de meeste Luikse fabriekarbeiders en bedienden hun fietsen dagelijks
konden bergen tegen een sociale prijs van 2 Fr ( 0,005 € ) per week. De
wekelijkse afrekening van sommigen gebeurde regelmatig in het café met wat extra
consumpties tot gevolg. Toen Driesmans de pensioenleeftijd genaderd was
werd de zaak in 1948 overgenomen door de familie Delbrouck Raymond en
Champagne Leona. Raymond was inmiddels ook toegetreden tot de Jeukse Sportclub die de cafébazen in groep oprichtten. De jaarlijkse kermis op zondag na Pinksteren kende dan wielerkoersen voor Nieuwelingen of Junioren . De aankomst was telkens bergop, vijftig meter verder dan de inkomdeur gepland zodat rond die momenten de café bomvol zat. In afwachting dat de renners hun rondes afhaspelden ging men binnen het café dansen op de tonen van de jukebox. Wielerliefhebbers zakten graag af naar de statie van Roost-Jeuk omdat elke koers een ontknoping kende waarin de plaatselijke renners de Waaltjes in de luren legden. Het succes viel niet in dovenmansoren want mannen als Isidoor Louette en zoon Pierre samen met Roger Robinne richtten enkele jaren later de vélo club " Het Vliegend Wiel " op. Zij vonden het opportuner om kersvers renner René Delbrouck en zoon van caféhouder Raymond van dichtbij hun steun te verlenen en zelf op geschikter momenten bijkomende koersen te plannen afgestemd op de categorie van hun idool en deze van hun andere debuterende renner Albert Pallen uit de Spoorwegstraat. De zestiger jaren kenden alzo nog drukker sportactiviteiten. Na het huwelijk van René met Rita Missaire, dochter van oud wielrenner Armand, stopten Raymond en Leona met de verdere uitbating van café in 1969. Raymond stierf in 1985 en Leona verbleef tot aan haar dood in 2010 in het rusthuis te Montenaken. In september 1988 werd ook het station gebouw afgebroken en behoorde meteen het beeld van aantrekkingspool voor de spoor reizigers definitief tot het verleden. Het bruisende leven dat zich ooit kenmerkte rond de statie van Roost-Jeuk kende nog slechts een klein staartje door de activiteit van de vrouwen voetbalclub Rode Duivels die in de zeventiger jaren opgericht werd en twintig jaar later ook ter ziele ging.Hieronder een huidig gezicht op het gebouw dat uitsluitend als woonst gebruik wordt door echtpaar Delbrouck-Missaire. Ter hoogte van de haag liepen vroeger de tramsporen parallel aan de zijgevel van het gebouw. Voor de tramhalte was de opstapzone verhard met assen grondlaag; er was dus geen verhoogd perron. De tramlijn werd in 1950 opgebroken en de vrijgekomen gronden werden even later door de familie Delbrouck aangekocht en gebruikt voor park en tuinaanleg.
Overzicht van de voertuigen in dienst op onze tramlijn anno 1935/50
Onderstaande foto is het beeld van de spurtoverwinning die René Delbrouck 50 m voorbij zijn deur afdwong bij de junioren in 1963.
36) Café Taxi Vanmolle, Statieplein, Roost Jeuk - Boven Dit gebouw werd oorspronkelijk neergepoot voor café uitbating met bijhorende zaal door Hoche Gerard en echtgenote Emma in de loop van de twintiger jaren. Gerard teerde toen vooral op de werkende klasse en reizigers die op vijftig stappen voor zijn deur het station in en uit passeerden. Jeukenaars die aan de overkant van het spoor woonden in huurhuizen van de suikerfabriek en er tewerkgesteld waren liepen dagelijks via de voetgangersbrug bijna tegen de ingangsdeur van zijn café aan. Zij behoorden vanzelfsprekend tot zijn vaste klanten. Bovendien had de NMBS treinsporen voor zijn deur aangelegd van waaruit goederen van de suikerfabriek en de nabijgelegen molen van Londoz konden verzonden worden en aanleiding gaven tot gelegenheidsklanten. Langzamerhand trok hij ook de duivenliefhebbers aan en stichtte er hun lokaal en vereniging " De Sperwer ". Zijn dochter Lea (1920-1998) was een mooi gezelschap die op haar beurt zorgde voor een vriendenkring die geregeld over de vloer kwam. In 1943 trouwde Lea met Vanmolle Georges ( 1908-1986) . Nadat de tramlijn verdween in 1950 en de mobiliteit van de plaatselijke inwoners ontriefde vond Georges het ogenblik geschikt om een taxidienst op te starten en gelijktijdig de café uitbating over te nemen. Hij kocht tweedehands slees van Amerikaanse makelij om zijn taxi imago op te drijven. Eens de taxivoordelen gekend waren door de uitgaande jeugd verzamelden deze in groep van een man of zes zeven om s' avonds naar een ander kermisvierend dorp vervoerd te worden tegen bv. 20 Fr (0,50 €) per kop. Dorpsgenoten zonder vervoer ging hij snel thuis ophalen om ze naar het station van Roost-Jeuk te brengen Inmiddels werd de opgroeiende dochter Mady ( geb. in 1944 ) stilaan de geschikte meid om rond 1958/59 de jukebox in stelling te brengen. Dit belette niet dat de kermisbals in de aanpalende zaal verder opgeluisterd werden door het gekende zangorkest van de familie Vijgen-Jamoul uit Mielen, begeleidt door zangeres Gaby Dams. Het dagelijks stallen van een goed honderdtal motoren en fietsen voor personen die richting Brussel of Luik reisden per trein bleef eveneens doorlopen. In de zestiger jaren trouwde Mady met Jef Vanstraelen uit Heiselt maar Georges en Lea bleven samen de café houden tot in 1977. Lea kreeg de steun van haar dochter na de dood van Georges maar enkele jaren later verhuurden ze de uitbating aan het 'koppel' (schriftelijke toevoeging, nvdr) André Weemans en Arlette Pallen die tot 2005 de zaak bleven runnen.
37) Café bij Thé , Klein-Jeuk (Rampariestraat) - Boven Een heel klein café gerund door mevrouw Schepers, bijgenaamd Thé (Thérese) ontstond rond de eeuwwisseling beneden in het dal van de
Pampariestraat en op een boogscheut van de O.L Vrouw kapel . Het gehucht
Klein-Jeuk telde nauwelijks een vijftigtal inwoners waarvan de helft vaste
klant waren. Tussendoor kon de gekende waardin genieten van enkele
herenboeren en jagers die in het geniep in haar afgelegen café zich kwamen
verpozen. Jaarlijks had er in het gehucht Klein-Jeuk nog een kermis plaats
die druk bezocht werd en opgeluisterd werd door een mis en fanfare
getrommel. Bij Thé trad dan 's namiddags en 's avonds gewoonlijk een
kleine orgelspeler op aan de voorkant van het straatvenster. Groepjes
nieuwsgierigen uit Jeuk en omgeving konden dan komen botvieren en een
dansje wagen, zelfs in openlucht. Onderstaande foto geeft een vertekend beeld van de oorspronkelijke situatie. Een Waals kiekenkweker bracht links vooraan stallingen bij maar de jongste eigenaars verbouwden dit en gaven aan het geheel een nieuwe look met nieuwe bakstenen façade afwerking.
Ter herinnering hieronder een vooroorlogse staande petroleumlamp.
De actieve Monke (25.12.99-24.05.72) herschiep zijn huisgevel in 1950 in enkele dagen tijd met een frisse baksteen. Monke of Bormans Edmond was getrouwd met Emmelie Noblesse en het paar had vijf zonen en drie dochters. Vooral deze laatste drie hadden hem overtuigd om een café te openen. Daarom had hij de hoofdingang bij de gevelwerken herschikt van links naar rechts en een toegang tot het voorste cafévertrek via een kleine buitentrap aangelegd. Zijn oudste dochter Maria nam de touwtjes in handen en kreeg de steun van haar jongere zus Lisette en later volgde nog Lucienne. In het aanvangsjaar liepen de zaken lijk een trein maar werden afgeremd van zodra de meisjes verliefd werden op een vaste klant. De aantrekkingskracht die zij in de aanvang uitstraalden ging teloor. De twee oudsten trouwden bijgevolg te snel na de opening met het gevolg dat de cafésluiting na de winter van 1954/55 gebeurde. Monke herviel toen opnieuw in zijn rol van dienstbaarheid. Hij bouwde het kapelletje van Hons weder op en kwam tegemoet aan zijn laatste aannemers contracten en beloften van kleine verbouwingen bij particulieren. In het hoogtepunt van zijn metser carrière had hij een samenwerking verband met " Wiedjes " uit Mielen. Zij bouwden samen meerdere woningen en enkele zelfs met café uitbating zoals bij Bex René in de Houtstraat. 39) Café bij Alphonsine, Nieuw-Jeuk (A. Moyaertsstraat, N° 70) - Boven In 1929/30 werd er een aankoop akte overleden over een dubbel woonst waarvan één met handelslokalen gelegen te Nieuw-Jeuk naast de toenmalige woning van Monke de metser. Deze akte werd onderschreven door het echtpaar Ulens Laurent en Trimpeneers Philomène samen met het echtpaar Onkelinx Guilliaume uit Melveren en Ulens Alphonsine uit Brustem. Beide echtparen hadden een dochter. Augusta Ulens; dochter van Laurent, trouwde rond 1952 met Julien Vandensavel en Nieke ( Marie) Onkelinx ( 1922-1999) huwde een tiental jaar na de aankoop met Henri Lemache (1910-1988) . De twaalfjaar oudere Henri was gespecialiseerd in mechanische bouw van rolluiken. Nieke haar zus, Maria, stierf in 1943 korte tijd na haar huwelijk met Missotten Marcel. Dit was meteen het signaal voor Alphonsine om er het bijltje bij neer te leggen, wat dan ook nog gebeurde voor het einde van de oorlog Nieke daarentegen werd na de WO II opgenomen in de spelersgroep van toneelkring "Onder Ons" waar zij telkens de hoofdrol toegewezen kreeg in de opvoeringen tot in 1949. Naar het einde van de oorlog, namelijk op St-Niklaasdag 6 december 1944, stortte er een brandend viermotorig Canadees vliegtuig in duikvlucht neer in de tuinen achter een reeks van een zevental woningen. Achter het huis van Nieke staken de motoren wel zes meter diep in de grond . Ze werden gedurende een twintigtal jaar stuk voor stuk blootgelegd en tot in detail uitgebaat door schroothandelaar Henry Debusschere die vooraan in de A. Moyaertstraat woonde. Zijn toegang voor de ontgraving en blootlegging in de tuin gebeurde via de grote witte atelierpoort van Henri Lemache die zichtbaar op de voorgaande foto is. Achteraf rond de jaren zeventig werd het wandelpad gelegen achter de tuinen van de reeks woningen van Nieuw-Jeuk verbreedt tot een geasfalteerde veldweg op initiatief van toenmalig burgemeester Albert Moyaerts. 40) Het druk bezochte café SARDONS, Boekhoutstraat, 20 - Boven In 1924 bouwde het jong getrouwd koppel Sardons Karel en Coenen Leontine hun woning met café afdeling tegenover het kerkhof in de Boekhoutstraat. Zij legden al snel naast de woning en langs de stallingen een kegelbaan aan die druk gebezigd werd en veel jongeren aantrok.
Bij drukke speelmomenten liepen de spelers en supporters snel via de zijingang het café binnen om hun dorst te laven. In het café zelf was de uitrusting en meubilering zeer beperkt maar voldoende om de toenmalige klanten waar naar hun geld te bieden. Leontine stierf reeds aan de ouderdom van 48 jaar maar desondanks deed Karel verder tot aan zijn pensioen in 1974. Hij kende wel de rugsteun van zijn dochter Paula ( geb. in 1928 ) die sedert de prille zestiger jaren de jukebox invoerde in de gelagzaal en op initiatief van de regionale brouwer de zaak een nieuw interieur schonk . Haar echtgenoot Jef Herckens ( 1927-2013 ) was niet gewonnen voor de verdere uitbating en daarmee was de kous af. Paula woont nog steeds in de caféwoning en bewaart nog tal van goede herinneringen aan de gezellige kermisdagen en al het plezier dat ze thuis bij haar ouders meemaakte. 41) Café Blanche Vandevelde, hoek Boekhoutstr en H. Hartstraat - Boven Caféhoudster, Blanche Vandevelde kende minder geluk tijdens haar caféperiode daar haar echtgenoot Joseph Abrahams overleed ingevolge het neerstorten en ontploffen van een V I bom in het laatste oorlogsjaar van WO II. Hun woning met café stond op de hoek gevormd door de H. Hartstraat en de Boekhoutsraat. De gestuurde vliegende bom ontplofte op een 30-tal meter van hun gebouw. Joseph werd zeer zwaar getroffen en stierf door de opgelopen verwondingen. Blanche werd aan één oog geraakt door rondvliegende glasscherven tijdens deze ontploffing die ook heel wat schade rond de kerk zone veroorzaakte. Enkele jaren na de oorlog werden er nog enkele splinters glas uit haar schouder verwijderd. Ondanks deze tegenslag sloot ze haar caféactiviteiten pas af in 1950.
42) Café Bertha Robijns - Boven De derde bekende caféhoudster was Bertha Robijns (1907-1985 ) die getrouwd was met August Lambrechts (1896-1951). Hun café lag echter wat verborgen achter de garage van hun buur Leontine Coenen maar langs de toegangsdeur in dat hoekje passeerden jaarlijks honderden klanten. Guske had trouwens een zaal gebouwd achter het café. Daar werd er niet alleen gedanst maar ook toneel gespeeld in de winterse periode. Zij hadden zeker en vast niet te klagen want in de weekdagen kwamen er veel trouwe klanten in het geniep een borrel drinken na hun dagtaak. Momenteel staat het pandje te koop en wordt het doek neergelaten over het verleden en de rendez-vous plaats waar zo vele dorpelingen gekoppeld werden.
43) Café "Mijn Droom" Boekhoutstraat, 7 - Boven
Dit mooi classicistisch gebouw uit de 18de eeuw kende na de Belgische onafhankelijkheid van 1830 een opeenvolging van diverse activiteiten. In de loop van de 19de eeuw werd het gebruikt als een multifunctioneel gebouw dat zowel dienst deed als het gemeentehuis en gelijktijdig woonhuis met winkel gecombineerd met café herbergde. Tussen WO I en WO II werd het de eigendom van Vanmarsenille Georges , broer van oud burgemeester Tuur Vanmarsenille die om het leven kwam door de inslag van de V I bom ter hoogte van café Vandevelde, en die zelf, na het vroegtijdig overlijden van zijn tweede echtgenote Hortense Vrancken, terug naar zijn ouderlijke woning en winning St-Joris keerde. In de tweede helft van de 20ste eeuw kocht bakker Emile Bollingh uit Landen het pand als buitenverblijf en voerde enkele moderne verbouwingen door aan de achterzijde. Na verloop van tijd verhuurde hij het huis enkele jaren aan o.a Johny Nélis. Inmiddels werd het eigendom van koehandelaar Francis Luc uit Gelinden die momenteel op aandringen van zijn Hasseltse vriendin om beurt het volledige pand te koop stelt. 44) Café bij " De Bekker ", Boekhoutstraat ( vroeger N° 31) - Boven
Dit woonhuis werd in 2001 afgebroken. Nu is het een verlaten perceel dat het uitzicht heeft van een bergachtige weide. Het was de eigendom van Putzeys Henry, zoon van de bakker uit Gingelom, die gehuwd was met Vrancken Marie. Dit echtpaar had vier zonen en drie dochters. Het zal dan ook niemand verbazen dat die kwajongens al eens kattenkwaad aanrichtten en een vuurtje aanstoken met nare gevolgen die tot een brand leidde in de schuur. Een van de gekende dochters, namelijk Marie-Octavie ( 1913-2000 ) liep een ongeluk op toen ze in de draaiende kermismolen uit de zwevende stoel vloog en op de stoepborduur viel. Ze liep een ernstige wonde aan de knie op met het gevolg dat ze levenslang met een verstijfd been door het leven moest. Ze bleef echter tewerkgesteld bij de Jeukse burgemeester Sneyers en trouwde met Ferdinand Joseph Vandijck uit Roost (Berloz). Tijdens haar jeugdjaren heeft zij en haar broers en zusters, thuis in het café genoten van vele muzikale feest- en danspartijen dank zij de pick-up installatie met vinyl platen. Het café werd soms ook ten dienste gesteld voor het afsluiten van bruiloften of andere familiefeestjes van dorpelingen en kennissen. 45) Café bij LEEN, Walenstraat - Boven Dit kleine woonstgebouw stond vooraan links in deze Walenstraat en was het eigendom van Aerts Henry . In de jaren dertig en tot kort na de WO II werd er door Leen nog actief uitbating waargenomen. Na hun dood was er geen opvolging .Hun zoon Clement, beter gekend als de "krèlenmèker" (bakstenen) die hij in veldovens bakte van maart tot oktober, stierf een tiental jaar geleden. Inmiddels werd het huis reeds afgebroken en leggen er nieuwe pandeigenaars een moderne woning aan. 46) Café bij Prauw, Mechelsestraat - Boven Baas Pieter Coenen zorgde niet alleen voor de uitbating maar probeerde zijn klanten het goede voorbeeld te geven door zichzelf als een grote dranklustige en alcohol liefhebber te tonen. Door meninggeschil met dochter Yvonne en schoonzoon Francois Noens kwam er een voortijdig einde aan de uitbating. 47) Het ontstaan en doorbraak van kantines en cafetarias bij clubs - Boven Einde der jaren zestig incasseerden de caféhouders reeds de eerste klappen van de vele ontstane discotheken en dancings in de regio en daar bovenop namen de sportclubs het initiatief om hun supporters en sympathisanten te verwennen met het aanleggen van een kantine of cafetaria. Alhoewel ze in zekere mate minder comfortabel waren genereerden ze dan toch een omzet ten koste van de dichts bijgelegen cafés. Uiteindelijk had elke sportvereniging buiten haar doelstelling een drankgelegenheid uitgebouwd . Alleen de duivenmaatschappijen bleven solidair met hun clublokaal terwijl de clubs het maximum probeerden te puren uit de drank consumpties. Inmiddels kon deze laatste groep hun installaties moderniseren en vergroten om aan de algemene tendensen van toenemende verbruikers tegemoet te komen. De verkapte manier van café drijven kreeg alzo de bovenhand op het normale reilen en zeilen van de gewone dorpscafés. Alleen zij die een bepaalde activiteit handhaven zoals hanenzang,of wielertoeristen club , plukken er nog de vruchten van. De overigen moeten het over een andere boeg gooien en overschakelen naar brasserie of taverne met allerlei moderne spelautomaten en multimedia voorzieningen om een potentieel klanten binnen te rijven en te behouden. Het volstaat om een kijkje te nemen in de rijk uitgestalde dranken of barafdeling die deze vooruitziende inrichtingen tegenwoordig aanbieden.Onderstaande foto's tonen een bar inhoud uit de jaren 70 en deze van 2012.
![]() 2012 Na kennisname van de inhoud van dit boek wens ik de lezer nogmaals de bijzonderste passages uit voorgaande eeuw te benadrukken. De precaire levensomstandigheden naar aanloop van de 20ste eeuw dwongen de inwoners tot nauwere samenkomsten bij de caféhouders uit hun straat. Hun groepsgevoel in een eenvoudige accommodatie was de hoofdtroef. Weelde kenden ze niet. De meeste hadden slechts één paar schoenen, twee paar houten klompen en soms oude pantoffels om maar te zwijgen over het gebrek van ondergoed gebruik en het dragen van half versleten geërfde kledij. De sociale hulpkas was ontoereikend indien ze zelfs al bestond. De werkomstandigheden waren afmattend en ondermaats financieel beloond; de gezondheid toestand beperkte zich tot het optreden van één dokter per twee of drie gemeenten en een verpleegster of vroedvrouw. Het schoolgebouw bestond slechts uit één lokaal van 36 m2 en was onvoldoende bemand, velen bleven er hun broek verslijten tot ze de ouderdom van veertien jaar bereikt hadden en konden gaan werken. Communicatie middelen waren niet gekend en verkeer en mobiliteit moesten nog open bloeien tot opeens de eerste wereldoorlog uitbrak en de oproep tot mobilisatie de productiefste inwoners naar het front loodste. Het ontbolsteren na de " Groote Oorlog" had tot gevolg dat de levensvreugde opnieuw voor het grijpen lag en leute of plezier het gebruik of drankverslaving teweeg bracht na het werk en in de vrije tijd. De vele cafés die toen ontstonden dreven hun inkomen omhoog ten koste van de nefaste alcohol uitwerking op de overtollige gebruikers. De Jeukenaars doopten zich in de ogen van omliggende dorpsbewoners tot de "zuipers". Door het ontstaan van de crisis rond de jaren dertig werd die trend enkele jaren ingetoomd totdat halverwege dit decennia de ontspanning een nieuwe start kreeg tot aan de fatale vooravond van WO II. In die periode ondergingen de klassieke orgel dansavonden in de cafés de concurrentie van stomme cinema vertoningen en toneelopvoeringen. Alleen tijdens de kermissen draaiden de cafés op volle toeren op voorwaarde dat ze een populair harmonica gezelschap opstelden dat beantwoordde aan de gunst van de dorpelingen. Het invoeren van radio's en de aanleg van luchtleidingen voor telefoonverbinding kwam niet volledig tot ontplooien door het uitbreken van het nieuw wereld conflict. De heropstart vanaf 1945 verliep met horten en stoten tot in de vijftiger jaren de modernisering een aanvang nam in de wereld. Naar aanloop van de golden sixties was de plaatselijke koopkracht echter nog onvoldoende om een snelle ommekeer of wonderen in de levensomstandigheden tot stand te brengen. Het normaal weekloon van een gewone werkman bedroeg toen om en bij de 1250 Fr of ongeveer 32.00 € terwijl een chef atelier of bediende het maandbedrag van 6 a 7.000 Fr of 175.00 € verdiende. De enkele dagen betaald verlof of vakantieperiode waarover een werknemer beschikte werd meestal aangewend om bij de fruitboer te gaan werken en het extra inkomgeld te besteden aan verbouwingen of aanvullend huishoudelijk comfort uitrusting zoals koelkast, diepvriezer en TV en hier en daar een telefoonverbinding. De drang en de mogelijkheid naar vakantie verblijf aan kust of buitenland kwam pas in de zestiger jaren langzaam aan tot uiting voor de gezinnen. Het vertier in de stamcafés slonk hierdoor in zekere mate al was die afslanking ook te wijten aan de nieuwe levenswijze van de uitgaande jeugd. Een andere trendsetter in het leven van de uitbaters was onafwendbaar al moesten ouderen sneuvelen ingevolge nieuwe opgelegde wetgevende verplichtingen. Een nieuwe aanpak werd het motto voor iedereen en mede door het verruimen van het nationaal beleid in verkeer en infrastructuur steeg ook de behoefte tot het bezit van een eigen gemotoriseerd vehikel. De samenhorigheid onder de dorpelingen en de wijk of straat spirit begon hier stilaan onder te lijden met het gevolg dat de drang tot het klassieke cafébezoek totaal verwaarloosd werd. Eens dat de tachtiger jaren in het bereik bleken sloeg een nieuwe crisis toe met een devaluatie van onze munt tot gevolg in 1982. De helft van de overblijvende caféhoudsters gaven toen de pijp aan maarten. Tien jaar later trad een herstel op en wereldwijd ontpopte zich de telecommunicatie als een wondermiddel en elektronische snelweg die extra kosten opeiste voor zelfstandige bedrijven en jeugd behoeften. De café uitbaters die op termijn wensten te overleven waren gedoemd om innovatie door te voeren. De investeringen schrikten velen af zodanig dat alleen de cafés waar nog traditionele nevenactiviteiten voor de inkomsten garant stonden de deuren niet sloten. Nieuwe initiatieven van straatfeesten die de Vlaamse gemeenschap lanceerde bij aanvang van de 2Tte eeuw, de deelname aan populaire mega concerten en sportmanifestaties, de dromerige vakantie reizen boven de luxe keuken installaties tastten de vroegere geplande privé budgetten aan met het gevolg dat er minder naar de cafés toevloeide en een laatste reeks cafésluitingen onafwendbaar waren. |