Paul Verlaine - Vrij Werk

Hombres   6/15

 

                 Afspraakje

  Fr 

In kamers waar het noodlot baalde
Van het huis waar heilloos
Rede en moraal 't niet haalde
Van hetgeen men best verkoos,

Op wacht naar wie gaat komen,
Vol ellende, hij gelooft het niet,
Het samenzijn dat ooit deed dromen
Doet hem morren van verdriet:

“Weerklinkend in mijn ziel hoor ik je stem
Mijn hart ziet vlammen in je ogen
De Wereld vindt het niet ad rem
O winnaar, 'k wil je nog gedogen!

In droefheid en in blijdschap
Licht soms ook wel liefde,
Lach jij tranen zonder gramschap,
Jong geweld dat mij beliefde.

Schichtig kwam je naar mij toe, 
Zo mooi en rad van tong

Je soepel lijf en mond nooit moe
Die met geweld mij dwong

Niet af te zien van jeugdig vuur
Je pas verleden kindsheid,
Nog altijd niet geheel matuur,
en ik met al mijn dierlijkheid.  

Drie jaren zijn maar juist voorbij
Voldoende om een man te maken
Van je bloemenstampers' mei,
Je adem laat gezondheid blaken.

Wat een knaap zul jij al zijn
En de omstandigheden ideaal
Als jij er bent! 't Is valse schijn,
Je zegt en stelt: Ik kom eraan,

Ik zweer bij heel de santekraam,
Maar onze afspraak ligt aan frut…
Ah! Kom nu toch! Gehoorzaam
Mijn verlangen, ik zit in de put.  

Ik wacht op jou zoals de Heiland,
Kom nu af, met al je kracht
Naar dit verlaatte feest, mijn dwingeland
Kom, zie, ik houd voor jou de wacht!”

Het fosfor in zijn ogen fonkelt,
Op zijn lip pervers gelach,
Zodat zijn schrijverspluim verschrompelt
Waarmee hij dit dichten mag...

01-05-2008/28-04-2009 © Acefale
Dolle Mol - 6 augustus 2007