Paul Verlaine - Vrij Werk |
Vrouwen 11/19 |
Volks Tafereel |
Het knaapje mager,
vijftien jaar, een onvolwassen guit Maar aardig en wat stroef, een matte weke huid En levendige ogen, ontdoet zich van zijn blauwe werkmansbroek, Het ferme lid zwaait zwierig rond, hij gaat terstond op zoek En stoot in de matrone door, die er nog best mag wezen, Half in zwijm op bed, van deze deugniet hoeft zij niets te vrezen, Benen in de lucht met borsten bloot, wat een gezicht! De knaap zijn billen te zien knijpen, 't vest wat opgelicht, En trippelende pasjes die zijn kleine voeten maken, Zonder schrik om haar heel diep te raken En de dame vol te schieten die het toch niet schelen kan (Haar echtgenoot bedrogen, goedmenend en een rijke man) Als zij op 't zelfde ogenblik het hoogste punt bereikt Schreeuwt zij in opperste vervoering zoals blijkt, "Een kind hebt jij gemaakt, ik voel het diep onder mijn dons, Daarom bemin ik je nog meer" – "Ziedaar de doopbonbons!" Zegt zij een paar seconden later, gezeten op haar hurken Om zo zijn klootjes te betasten en eraan te lurken. |
01-05-2008
© Acefale |