Voor
mij geen schriele vrouw
Nochtans jij bent verrukkelijk,
Je lippen donker, Rita, als in rouw,
Voor wellust heel aantrekkelijk.
Je
zwarte haren
erg obsceen
Waardoor je er te mooi uitziet
Je ogen spiegelen een scène
Je ruikt en ziet reeds het verdriet,
Hun
donker maar toch levend vuur
Met
zulke wulpse luchtigheid
Belichten het genade-uur
van hemelse losbandigheid.
Vertederende
speelse blik
Die
spreekt terwijl je zwijgt:
“Wat je maar wilt, geen schrik
geloof dat je mijn kontje krijgt”
En
op je lijf van jongen
Verfijnd
en smal nochtans
Je borst van Sodoma gedrongen
Opgestrekt wat uit cadans,
Onder
die strakke bloezen
Met dubbele corsagen
Verklaart de platte boezem.
“Man
of vrouw, niet te versagen”
En
je benen enkel vrouw
Hun
gratie groeiend met hun hoogte
Tot de bil niet in het nauw
Kent mijn
begeerte nooit nog droogte.
Felle plooien van je rokken
Kunnen van je kunstjes smaken
Die meer tonen en mij lokken,
Buikje bloot om te vermaken!
Zo
staat gans je wezen voor
Mijn honger, dorst en passies…
Of voor nog wat anders goor,
Wie wil de beste porties.
Kom
naar bed mijn lieveling,
Vooruit tot aan de ochtendmis
De triomfantelijke worsteling
Om
wie het meeste hoerig is.
|