|
Je
hebt gewonnen, 'k ben gezien.
Je ferme kont die telt voor tien,
Zo veel gepakt, gesnoven en gelikt,
Je lieve gaatje, dikwijls opgeschrikt
En ook je kutje, want mijn mannenmanna
Is er niet voor Gomorra of Sodomma
maar wel voor Paphos en ook Lesbos
(hoezeer door mij verwend, jou vos)
Bekeerd ben ik door beide borsten,
Peertjes soepel in de hand gewogen
Om met lippen aan te zogen
Als een fles waaraan wij dorstten,
Tepels hard en zachtjes zuigen,
Zodat weer eens kan getuigen
De gerekte hengelstok
Van hels plezier als in een duivelshok
Je op z'n hondsjes te bemeesteren,
Als missionaris of met een minette,
Gezogen als door Marie-Antoinette...
Tot dageraad komt deemsteren
Met jou, despoot die ik zo mis
Waarvan de wil mij heilig is
In hels genot dat mij vermoord
Me uitput en altijd versmoort
En als mijn wellust jou voldoet
Ontspringt het witte sap mijn pik
zoals een open wond het bloed...
En dan! Zolang ik niet verstik
En ik nog altijd ben begeesterd
Ik jou wet in alles volgen zou
Gestrenge meesteres, met jou
geen minnares maar wel een meester.
|
