|
Kruis
om m'n hoofd je dijen
Op een wijze dat mijn tong
Gelegd wordt in een wrong
En wij ons in het feest vermeien
Van je kut en ook je kont.
Met jou maak ik het altijd bont
Je hele lichaam en de rest,
Je hart in hemels kwaad het best
Je vleesverterende vertier
Waarvoor ik alle idealen laat
Kampioen wordt in het hoerplezier,
De zuiverste, van lelieblank karaat
Die ik sinds jaar en dag
Al was, voor ik je kon ervaren.
Maak je op, dat ik je mag
En toon met willige gebaren
Dat jij de oude heer wel lust
Hem nog gedoogd voor al z'n jaren,
Als hij je poesje en jij z'n ballen kust,
De sfinkster van z'n anus blust.
De jeugd zal best meer eer vergaren
Zonder twijfel maar wel minder uitgerust
in kunde alles wel beschouwd.
O kutje! wat een geur,
Met bek en neus diep in je vouw
Die ik beduvel, openvouw
Waar
ik in rommel en aan sleur
Besnuffel tot ik kwijl.
Jou spleetje ruikt naar biggen
Tussen weke lippen ligt haar heil
Waar dons omheen gaat liggen
En naar 't wondergaatje leidt
Waar ik in rommel en aan sleur,
Besnuffel tot ik kwijl
Er nauwgezet toe wordt geleid
Als ijverige slaaf, met stijl,
Volledig onbevangen.
De snee waaraan ik ben verhangen
En amoureus kan likken
Van heupen af me in het schachtje schikken
Een lange stage houdt me op
Omdat ik er verknocht in shop,
Hetgeen me recht de kloof in leidt
De zege vierend over kindertijd.
Dan buig ik diep
Terrein voor ingewijden
Naar de clitoris die me riep
Het hoofd gewend naar onder
Tot vermaak en met gedonder
Me
aan witte retoriek kan
wijden.
En bedaard
kan komen
Tussen dijen dromen
Waar dit zacht
beroeren
Jou bevredigd kon volvoeren.
|
