|
Dag 10 - Peacerace Bagdad |
|
27-12-02. We
staan op om 6 uur. Vandaag gaan we terug naar huis. Maar eerst gaan we
lopen. Het is nog halfduister. We lopen de Tigres over en vertrekken
voor een rondje van een goed halfuur. Het water van de rivier is gelig
gekleurd van het zand en staat veel lager dan vroeger. In Turkije
werden verschillende dammen gebouwd waardoor het waterpijl met zeker
twee meter is gezakt. Naast de rivier ligt veel stortafval. De huisjes
zijn in erbarmelijke staat. De wegen bestaan uit verhard zand. Een
tiental straathonden versperren de weg en blaffen zich zelf moed in
maar laten ons voor de rest met rust. In deze arme volksbuurt staan
ook huizen die met prikkeldraad zijn afgesperd. Is dit de
voorbereiding van de huis aan huis oorlog, stel ik me de vraag.
We steken de brug naar de andere kant over
en de mensen in de voorbijrijdende gammele busjes kijken ons verbaasd
aan. Ja, in een land waar de gewone mensen trachten om aan genoeg
voedsel te geraken, is "lopen" uiteraard een onzinnige
manier waarbij je calorieën verbruikt die je niets opleveren, bedenk
ik me.
We vertrekken. Hamid heeft voor iedereen van de groep 7kg dadels weten te bemachtigen. Onze Marokkaanse deelnemers zijn er zot van en Irak staat bekend voor de beste dadels van de wereld en er zouden tientallen soorten zijn. Om 8.30 vertrekken we. Houssain van NASYO komt ons uitwuiven, hij vertaalt nog snel de in het Arabisch opgestelde samenwerkingsovereenkomst tussen hen en Fire Gym die een politieke verklaring inhoudt en stelt dat we samen een Vredesloop in februari organiseren, Carlos en ik ondertekenen. We rijden Bagdad uit en de woestijn in. We zien hier en daar nog gebouwen die in de steigers staan, hier wordt gewoon verder gewerkt. Soms zien we in de verte een tank rijden, of een legertentje staan. We zijn op, we trachten te slapen, tussendoor snijden we allerlei thema's aan. We steken probleemloos de grens met Irak over. Tientallen vrachtwagens staan aan de grens te wachten. Onder hen heel wat museumstukken, wat niet belet dat ze stevig geladen zijn. Velen met meterslang zwaar betonijzer. In de grenspost van Syrië sloffen enkele soldaten rond, ongewapend. Het kantoor is erbarmelijk, geen computer, rommel, en we zien een ijzeren bed staan in een kamertje. Hier slapen de soldaten elk op hun toer. We betalen 10 euro 'bakjihs' (fooi), we krijgen hier achteraf heel wat discussie over in de groep. Sommige jongeren vinden dat je daar niet aan kan toegeven, want anders wordt het alleen maar erger, zoals in Marokko. Hamid wil dat we op tijd in Damas geraken en betaalt. Hij is opgegroeid in Marokko en zegt: "Je moet betalen anders geraak je nergens". We worden afgezet aan het hotel. Sommigen gaan slapen, anderen nemen een laatste stoombad en sommigen lopen nog snel naar de 'souk' voor enkele cadeautjes. De nacht is kort. Om 3 uur staan we op en vertrekken we naar de luchthaven. Een minibusje brengt ons. Het is donker maar het busje heeft geen lichten, of beter als hij ze aanzet valt de motor stil. En hoe zie je de putten in het wegdek dan? Die zie je gewoon niet. We vertrekken zonder problemen. Aangekomen in België verloopt het iets moeilijker, Khalid geraakt de grenspost niet door, hij wordt andermaal voor ondervraging meegenomen gedurende meer dan twee uur. Voor mij in de rij staat een familie (van vreemde afkomst) te wachten. Ze staan verkeerdelijk in de rij van de Europese burgers en een jonge rijkswachter van 25 zegt in het Nederlands: "Kunnen jullie niet lezen, of wat!". We zijn terug en als onze regering zijn oorlogsplannen blijft handhaven zal het racisme hier nog flink blijven stijgen. In België worden we opgewacht door een ploeg van VTM. De reporter zegt me dat "1 op 4 Irakezen gevolgd wordt" als ik zeg dat we konden gaan waar we willen. Er wordt gefilmd. Khalid blijft achter en we besluiten toch maar naar de aankomsthal te gaan zonder hem, want anders kunnen we de pers niet te woord staan. Velen staan ons op te wachten. En in het bijzonder de pers. De vragen over Saddam Houssain blijven het populairst. Wij kunnen alleen maar zeggen dat de Irakese regering zijn best doet om de "verworvenheden van voor 1991 in stand te houden". Mijn kinderen hebben een medaille gemaakt in klei voor alle deelnemers. Een idee van mijn zoontje Luis die 6 is en reeds twee keer deelnam aan de vredesloop in Ieper. De reporters stellen hem enkele vraagjes en de kleine antwoord. Ja zo gaat dat, tijdens elke nieuwe oorlog van de Amerikanen, groeit het bewustzijn van de nieuwe generatie, hier, in Irak, en in de rest van de wereld. Zondag hebben we al een afspraak met TV-Brussel. Radio Donna zendt een stuk uit. En vandaag werk ik de dagboeken af, beantwoordt tientallen e-mails en morgen, maandag doe ik niks. Dieter |