Paul Verlaine - Vrij Werk |
Vrouwen 7/19 |
Straatmadelief - 2 |
En
jij voorzeker staat mij aan, In weerwil van je ruw manieren Om niet preuts mij te versieren Maar als baas welteverstaan. Jawel,
Ik ben door jou bewogen
Maar een vróuw! In naam van God! Een klucht is wel te smaken – De kuit bedekken en vermaken Rond bollend, en welzeker ruig. Je aangezicht als donker bier, Waar diepe trekken stralen, Verhelderen wat je wilt halen, Het stevig stuk dat ik bestier.
Goedwillend je getrouwe blik, Bereid pikante saus te soppen, Als wij ons rondom jou gaarden, En in 't kort zullen ontaarden In bezielde ledenpoppen. Maak van ons studentenneven, In de weer omheen je poep, Je geuren snuivend als bij soep, Om onder jou de geest te geven Jij zal ons ter aard bestellen Heb geduld met wat we laten Spreuk, verhaal ze kunnen baten, Houdt ze bij, om op te tellen. En eigenlijk ten gronde slecht, Ben jij gewogen en gewikt, In al 't gebroed toch wel geschikt, Jij deed het al zo lang terecht. Jij loog ons voor (of liet ons voelen) Niet om het genot, o heks, Maar om finesses van de seks te tonen, kneepjes om te joelen. Want wat je wou was molesteren, Drank kan je nu potverteren Met jong volk dat voor je zwicht. |
01-05-2008
© Acefale |