Afgaand
op wat je van hem voelt,
Mag jij mijn man'lijkheid niet meten,
Want hij is nog onderkoeld,
Afgaand
op wat je van hem voelt,
Och jij, zie dat je hem goed woelt,
Tussen jou stam en schors gezeten,
Afgaand op wat je van hem voelt,
Mag jij mijn man'lijkheid niet meten
Kwaliteit
is beter, zegt men,
Dan de kwantiteit, dat enorme
Het fijne proeven niet het vreten,
Kwaliteit is beter, zegt men,
Kom, wees lief zodat je zinnen
zich naar je verlangen vormen
Kwaliteit is beter, zegt men,
Dan de kwantiteit, dat enorme.
Kleine vis wordt
groot,
Tenminste als Men hem laat groeien,
Wees die Men, geef hem zijn brood.
De kleine vis wordt groot,
Dus rek hem uit, dan komt hij bloot,
De ferme gast is waard te bloeien.
Kleine vis wordt groot,
Tenminste als Men hem laat groeien.
Mijn
ding spot met je hovaardij,
Rechtstaand met grote moed,
Meet zijn lengte in je wei.
Mijn ding spot met je hovaardij,
Het poesje met één oog langszij,
Bestemd voor "wat men nimmer doet”.
Mijn ding spot met je hovaardij,
Rechtstaand met grote moed.
Dan
komt het toch en vlug nog wel,
Gedaan, de weiden vochtig(*), rust keert weer.
De sabels glimmend, trommels fel
Dan
komt het toch en vlug nog wel
Maar toch tevreden evenwel
Mijn ding laat tranen, trots doet zeer.
Dan
komt het toch en vlug nog wel,
Gedaan, de weiden vochtig(*), rust keert weer. |